Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
15 november 2021 door
the Regional Court 3rd Criminal Divison in Jelenia Góra(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
judgment issued by the District Court in Jelenia Góra on 15 September 2020, amended by the judgment issued by the Regional Court in Jelenia Góra on 13 April 2021, met referenties
II K 502/20respectievelijk
VI Ka 542/20.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
knowing of the scheduled trial”,zijn advocaat had gemachtigd om zijn verdediging te voeren, maar er bestaat aanleiding om aan te nemen dat de uitvaardigende justitiële autoriteit de mededeling “
knowing of the scheduled trial” uitsluitend heeft gebaseerd op de eveneens in het EAB vermelde mededeling dat de opgeëiste persoon “
was notified of the date of the hearing”. Uit de aanvullende informatie van 23 januari 2023 valt evenwel af te leiden dat de oproep voor de zitting slechts tweemaal tevergeefs naar het (kennelijk in eerste aanleg opgegeven) adres van de opgeëiste persoon is verzonden. Daarmee is niet komen vast te staan dat de opgeëiste persoon daadwerkelijk bekend was met de procedure in hoger beroep. Ook op een andere wijze kan niet worden vastgesteld dat de opgeëiste persoon dit was.
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsbepalingen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court 3rd Criminal Divison in Jelenia Góra(Polen).
[opgeëiste persoon].