ECLI:NL:RBAMS:2023:119
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in een strafzaak op basis van vermeende vooringenomenheid
Op 6 januari 2023 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam een verzoek tot wraking van mr. M.W. van der Veen, kantonrechter te Amsterdam, afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die betrokken was bij een strafzaak met parketnummer 96-144.009-21. De wraking vond plaats tijdens een openbare terechtzitting op 22 december 2022, waar de rechter had besloten de zaak aan te houden om het openbaar ministerie de gelegenheid te geven om een getuige op te roepen of een aanvullend proces-verbaal op te stellen. De verzoeker was van mening dat de stukken duidelijk waren en dat de aanhouding onterecht was, wat leidde tot zijn wrakingsverzoek.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat op grond van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Echter, de rechtbank benadrukte dat een rechterlijke beslissing op zich geen grond voor wraking kan zijn, zoals eerder is vastgesteld in een arrest van de Hoge Raad. De motivering van de rechter in het proces-verbaal van 22 december 2022 gaf geen blijk van vooringenomenheid, en het verzoek werd daarom als kennelijk ongegrond beschouwd. De rechtbank besloot dat een mondelinge behandeling niet nodig was en wees het verzoek tot wraking af.
De beslissing werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De rechtbank benadrukte dat alle wrakingsgronden gelijktijdig moeten worden voorgedragen en niet later kunnen worden aangevuld, wat ook van toepassing was op een e-mail van de verzoeker van 28 december 2022.