Op 11 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de onderzoeksrechter in de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen, België. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1999, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 28 december 2022 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. M. Diependaal, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S. van Minderhout.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een reëel gevaar bestaat voor onmenselijke of vernederende behandeling van gedetineerden in België, wat een belangrijke overweging is in de beslissing over de overlevering. De rechtbank heeft de beslissing over de overlevering aangehouden en zal deze opnieuw beoordelen binnen een termijn van 60 dagen. Tevens is het verzoek van de raadsvrouw om schorsing van de overleveringsdetentie afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat er een groot vluchtgevaar bestaat. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding met 60 dagen verlengd, met de verplichting om de zaak opnieuw te behandelen voor 24 maart 2023.
De rechtbank heeft ook de garantie van de procureur des Konings te Turnhout in overweging genomen, die waarborgt dat de opgeëiste persoon na veroordeling in België naar Nederland zal terugkeren om zijn straf daar uit te zitten. De rechtbank concludeert dat, hoewel de garantie voldoende is, de huidige detentieomstandigheden in België een belemmering vormen voor de overlevering.