Uitspraak
regio Amsterdam, gevestigd te Zwolle,
hierna te noemen: de Raad.
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 20 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het gezag, benoeming van een voogd en vaststelling van een omgangsregeling. De verzoekster, de oma van de minderjarige, heeft verzocht het gezag van de ouders te beëindigen en haar als voogd aan te wijzen, evenals een omgangsregeling tussen de minderjarige en de vader vast te stellen. De ouders, de moeder en de vader, hebben zich tegen dit verzoek verzet. De rechtbank heeft kennisgenomen van de betrokkenheid van de Raad voor de Kinderbescherming en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering als belanghebbenden in deze zaak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de oma al geruime tijd een belangrijke rol speelt in de verzorging van de minderjarige, die sinds zijn geboorte bij haar verblijft. De ouders hebben gezamenlijk het gezag over de minderjarige, maar er zijn zorgen over de stabiliteit van de opvoedsituatie. De rechtbank heeft de argumenten van de oma, die stelt dat de ouders hun gezag misbruiken, overwogen, maar is tot de conclusie gekomen dat de ouders niet in een situatie verkeren waarin het gezag onmiddellijk beëindigd moet worden. De rechtbank heeft ook de rol van de GI en de Raad in de beoordeling betrokken.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het verzoek van de oma moet worden afgewezen. De rechtbank is van mening dat het nog te vroeg is om te concluderen dat de ouders niet in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige te dragen. De huidige ondertoezichtstelling biedt een kader waarin de situatie van de minderjarige kan worden verbeterd. De rechtbank heeft ook de verzoeken tot benoeming van een bijzondere curator en het vaststellen van een omgangsregeling afgewezen, omdat de GI al betrokken is en de situatie te complex is voor een bijzondere curator. De rechtbank heeft de verzoeken van de oma afgewezen en benadrukt dat de ouders de eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de minderjarige hebben.