Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
Op basis van het dossier en de bekennende verklaring die verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd, kan worden vastgesteld dat verdachte in een kleine ruimte met meerdere personen en onder invloed van verdovende middelen, meermalen met een vuurwapen op de benen van het slachtoffer heeft geschoten. Het handelen van verdachte kan naar uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als gedragingen die gericht zijn op de dood. Het is een algemene ervaringsregel dat het (meermaals) schieten met een vuurwapen op het lichaam, ook indien alleen op de benen wordt gericht, de aanmerkelijke kans oplevert dat het slachtoffer daardoor komt te overlijden. De kogels hadden immers net zo goed een vitaal orgaan of een slagader in de benen van het slachtoffer kunnen raken. [1] Daarnaast gebeurde dit alles in een kleine ruimte waarin zich meerdere personen bevonden. Gelet op de gedragingen van verdachte en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht, kan het niet anders dan dat verdachte deze aanmerkelijke kans bewust heeft aanvaard.
Daarnaast had verdachte geen (voorwaardelijk) opzet op de belediging van beide verbalisanten, maar betrof dit slechts een reactie op het buitenproportionele geweld dat tegen hem was gebruikt.
[naam 1] heeft geschoten en hem daarbij in zijn benen heeft geraakt. [naam 1] heeft als gevolg hiervan twee wonden ter hoogte van zijn linker enkel, twee wonden in zijn rechter bovenbeen en een wond in zijn rechter onderbeen opgelopen. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat hier geen sprake is van poging doodslag. De kans dat verdachte, door vanaf korte afstand gericht schieten op de benen van aangever, hem potentieel dodelijk letsel zou toebrengen, is naar het oordeel van de rechtbank niet aanwezig. Daarom kan niet worden vastgesteld dat verdachte met zijn handelen (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op de dood van [naam 1] en wordt hij vrijgesproken van de primair ten laste gelegde poging doodslag.
5.Bewezenverklaring
bijlagevervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
[naam 2] (brigadier bij de Eenheid Amsterdam), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten ter aanhouding van verdachte, door:
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
De aanleiding voor het gebruik van het vuurwapen door verdachte is onduidelijk gebleven en er is sprake van blijvende fysieke en mentale schade bij het slachtoffer.
Het vuurwapengeweld in Amsterdam is een groot probleem en daar is deze zaak een voorbeeld van. Strafverzwarend telt mee dat verdachte een uitgebreid strafblad heeft en recent is veroordeeld voor het bezit van een vuurwapen. Anderzijds heeft verdachte op de zitting verantwoordelijkheid voor zijn gedrag genomen, zijn spijt betuigd en zich bereid getoond mee te werken aan het lopende toezicht door de reclassering om zijn leven te kunnen beteren. Daarom wordt gevorderd dat een deel van de straf voorwaardelijk wordt opgelegd.
Niet alleen verdachte, maar de samenleving moet duidelijk worden gemaakt dat vuurwapengeweld niet wordt getolereerd.
Verdachte valt ook onder de Top600 van Amsterdam. In het kader van deze aanpak is ingezet op de begeleiding van verdachte, maar die heeft tot op heden nog niet geleid tot een constructieve samenwerking en gedragsverandering. Naast zorgen op de leefgebieden, zijn er ook zorgen omtrent de lachgasverslaving van verdachte. Ook tijdens detentie heeft verdachte softdrugs gebruikt en heeft hij zich niet bereid getoond daarmee te willen stoppen. Al met al ziet de reclassering geen reden om verdachte nogmaals een deels voorwaardelijke straf op te leggen en adviseert daarom hem in de onderhavige zaak af te straffen.
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
De verdediging heeft bepleit dat de gevorderde materiële schade moet worden afgewezen, omdat onvoldoende is onderbouwd dat het eigen risico is aangewend als gevolg van het bewezenverklaarde feit.
De verdediging heeft de rechtbank verzocht de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk te verklaren bij vrijspraak. [naam 2] heeft immers buitenproportioneel gehandeld bij de aanhouding van verdachte en daarom kan niet worden vastgesteld dat een rechtstreeks verband bestaat tussen zijn letsel en het handelen van verdachte.
Op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde partij recht op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van de immateriële schade aangezien de benadeelde partij ten gevolge van het strafbare feit lichamelijk letsel heeft opgelopen en in zijn eer en goede naam is aangetast.
10.Beslag
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
, [verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
15 (vijftien) maanden.
€ 5.000,-(zegge vijfduizend euro) aan vergoeding immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade
(29 januari 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
€ 5.000,-(zegge vijfduizend euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (29 januari 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
€ 500,-(zegge vijfhonderd euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (14 februari 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
€ 500,-(zegge vijfhonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (14 februari 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van
10 (tien) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
- STK Munitie (Omschrijving: PL1300-2022018889-6146449);
- 1 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146502);
- 1 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146503);
- 1 STK projectiel (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146504);
- 1 STK projectiel (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146505);
- 1 STK Huls (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146506);
- 1 STK Patroon (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146508).
- 1 STK Speelgoed (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146480);
- 1 STK Speelgoed (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146481);
- 1 STK Speelgoed (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146483);
- 1 STK Speelgoed (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146484);
- 1 STK Speelgoed (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146486);
- 1 STK Speelgoed (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146489;
- 1 STK Speelgoed (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146491);
- 1 STK Fust (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146477);
- 1 STK Fust (Omschrijving: PL1300-2022018889-G6146469).