ECLI:NL:RBAMS:2022:8275

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 november 2022
Publicatiedatum
25 januari 2023
Zaaknummer
9340869 CV 21-10402
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en coronakorting in civiele procedure

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen Ruba Media Productions B.V. en SumSum International B.V. over een huurachterstand en een gevorderde huurkorting in verband met de coronacrisis. Op 15 februari 2022 werd een tussenvonnis gewezen waarin de kantonrechter beslissingen nam over de vorderingen van beide partijen. Ruba vorderde betaling van een huurachterstand, terwijl SumSum in reconventie een huurkorting wilde vorderen.

In het tussenvonnis werd overwogen dat de vordering van Ruba tot ontbinding van de huurovereenkomst zou worden afgewezen, maar dat er wel een huurachterstand was die nog betaald moest worden. SumSum kreeg de gelegenheid om haar vordering tot huurkorting nader te onderbouwen, maar de kantonrechter oordeelde dat de door SumSum ingediende akte en bijgevoegde productie onvoldoende waren om een huurkorting te rechtvaardigen. De kantonrechter concludeerde dat er geen inzichtelijke berekening was gepresenteerd die gebaseerd was op controleerbare stukken.

Uiteindelijk werd vastgesteld dat de huurachterstand € 5.614,00 bedroeg, en de gevorderde buitengerechtelijke kosten werden vastgesteld op € 1.089,00. De wettelijke handelsrente werd toegewezen vanaf de datum van dagvaarding, 7 juli 2021. SumSum werd als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, zowel in conventie als in reconventie. De kantonrechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9340869 CV EXPL 21-10402
vonnis van: 22 november 2022
fno.: 743

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Ruba Media Productions B.V
gevestigd te Amsterdam
eiseres in conventie
gedaagde in reconventie
nader te noemen: Ruba
gemachtigde: [gemachtigde]
t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SumSum International B.V
gevestigd te Amsterdam
gedaagde in conventie
eiseres in reconventie
nader te noemen: SumSum
gemachtigde: mr. M.H.J. van Riessen

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Op 15 februari 2022 is een vonnis gewezen tussen partijen (hierna: het tussenvonnis). Vervolgens heeft SumSum een akte genomen met een productie. Hier is op gereageerd door Ruba middels een akte. Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

Beoordeling

in conventie en in reconventie

1. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis een aantal beslissingen genomen. Er wordt geen reden gezien om op deze beslissingen terug te komen. Kort gezegd is in het tussenvonnis overwogen dat de vordering in conventie wat betreft de ontbinding van de huurovereenkomst zal worden afgewezen. Wel wordt uitgegaan van een nog te betalen huurachterstand. In reconventie is SumSum in de gelegenheid gesteld haar vordering inzake de door haar in verband met de coronacrisis gevorderde huurkorting nader te onderbouwen. In r.o. 23 en 24 van het tussenvonnis is overwogen hoe een eventuele huurkorting moet worden berekend en hoe deze berekening inzichtelijk en controleerbaar naar voren kan worden gebracht.
2. De in dit verband genomen akte van SumSum is zeer summier te noemen en de daarbij gevoegde productie betreft een enkele pagina. Van een inzichtelijke berekening welke gebaseerd is op controleerbare stukken is niet gebleken. De invloed van de coronacrisis op de financiële positie van SumSum kan uit de akte niet worden afgeleid en biedt geen enkele grond om aan te kunnen nemen dat SumSum recht heeft op een huurkorting. De reconventionele vordering wordt daarom als onvoldoende gemotiveerd onderbouwd afgewezen.
3. Uit het voorgaande volgt dat bij de bepaling van de in conventie gevorderde huurachterstand geen rekening gehouden hoeft te worden met een huurkorting. Reeds was vastgesteld dat de huurachterstand € 5.614,00 bedraagt. De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden gesteld op € 1.089,00 inclusief btw. De wettelijke handelsrente wordt gevorderd met ingang van de datum voor dagvaarding, zijnde 7 juli 2021, en komt inzake de huurachterstand voor toewijzing in aanmerking.
4. SumSum wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten en nakosten in conventie en reconventie. De proceskosten van Ruba worden in conventie begroot op € 1.254,09 (€ 507,00 griffiegeld + € 125,09 explootkosten + salaris gemachtigde 2 × € 311,00). In reconventie worden de proceskosten van Ruba begroot op € 311,00 (salaris gemachtigde).

BESLISSING

De kantonrechter:

in conventie

Veroordeelt SumSum tot betaling van € 5.614,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 7 juli 2021;
Veroordeelt Sum Sum tot betaling van de buitengerechtelijke kosten, zijnde € 1.089,00 inclusief btw;
Veroordeelt SumSum tot betaling van de proceskosten welke aan de zijde van Ruba worden begroot op € 1.254,09;
Wijst af het anders of meer gevorderde;

in reconventie

Wijst de vorderingen af;
Veroordeelt SumSum in de proceskosten welke aan de zijde van Ruba worden begroot op € 311,00;

in conventie en reconventie

Veroordeelt SumSum in de nakosten, begroot op € 62,00 aan salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
Verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. B.T. Beuving, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 november 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.