In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een huurachterstand van Hotel Rembrandt 17 B.V. ten opzichte van de eisers, die de huurprijs van een hotelpand vorderen. De zaak is gestart met een tussenvonnis op 14 oktober 2021, waarin de kantonrechter partijen heeft gevraagd om aanvullende informatie te verstrekken over de financiële situatie van het hotel, met name in het licht van de coronamaatregelen die van invloed zijn op de exploitatie. De eisers hebben gesteld dat Hotel Rembrandt 17 B.V. niet voldoet aan de verplichtingen uit de huurovereenkomst, met name door een huurachterstand van € 1.313,13. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de vaste lasten van het hotel, de ontvangen Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) en de omzetdaling als gevolg van de coronamaatregelen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de coronamaatregelen als onvoorziene omstandigheden kunnen worden aangemerkt, wat invloed heeft op de huurprijs en de mogelijkheid tot huurkorting. Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat de huurachterstand van minder dan drie maanden niet leidt tot een zodanige ernstige tekortkoming dat ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het pand gerechtvaardigd zijn. De kantonrechter heeft de vordering tot ontbinding en ontruiming afgewezen, maar heeft wel de huurachterstand van € 1.313,13 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 4 maart 2021. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.