4.4.Het oordeel van de rechtbank
Feit 1 - cocaïne
In de rugtas die medeverdachte [naam medeverdachte] bij zich had en die vervolgens in de taxi bij verdachte is aangetroffen zijn onder meer twee blokken aangetroffen. Op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat de blokken in totaal 2 kilo wogen en cocaïne bevatten. Anders dan de verdediging naar voren heeft gebracht is naast een voorlopig onderzoeksresultaat namelijk ook een definitief onderzoeksrapport in het dossier aanwezig waaruit dit volgt.
De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of verdachte wist dat er cocaïne in de rugtas zat en hij hier beschikkingsmacht over heeft gehad, zodat verdachte dit voorhanden heeft gehad.
Verdachte is op het moment dat [naam medeverdachte] werd aangehouden, op hoge snelheid weggereden. Op de telefoon die bij verdachte is aangetroffen zijn foto’s gevonden van witte blokken die zeer sterke gelijkenis vertonen met cocaïne en met dezelfde opdruk (“27E”) als de blokken uit de rugtas. Bovendien staan er berichten op de telefoon waarin wordt gesproken over het vervoeren van cocaïne. De rechtbank stelt vast dat verdachte de gebruiker was van deze telefoon op basis van de gegevens die er op staan. Zo staan er een grote hoeveelheid video’s en foto’s van verdachte op de telefoon, staan er enkele afbeeldingen op de telefoon van een door verdachte getekende aangifte van 3 november 2019 en staan er foto’s van de taxi van verdachte op de telefoon. Ook staan er foto’s van een paspoort, rijbewijs, taxichauffeurskaart en een creditcard op naam van verdachte op de telefoon. De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat verdachte wist dat er cocaïne in de rugtas zat. Door hard weg te rijden met de rugtas nog in de auto, heeft hij ook beschikking gehad over deze rugtas en de inhoud daarvan.
Verdachte en [naam medeverdachte] hebben de cocaïne in de rugtas samen voorhanden gehad, zodat de rechtbank medeplegen bewezen zal verklaren.
De rechtbank is van oordeel dat ook kan worden bewezen dat verdachte 18 kilo cocaïne voorhanden heeft gehad tussen 22 en 23 juli 2021. Verdachte stuurt op 22 juli 2021 via Signal een foto van een blok met de opdruk “27E” aan een andere Signal-gebruiker die zich ‘ [naam] ’ noemt. Deze ‘ [naam] ’ vraagt vervolgens aan verdachte of hij kan sturen hoeveel er van elk zijn. Verdachte stuurt vervolgens een foto waarop 13 blokken met de opdruk “27E” te zien zijn met als bijschrift: “13 x die 27 E”. Vervolgens stuurt verdachte nog een foto met 5 blokken waarop geen opdruk te zien is met als bijschrift “deze 5 kan ik niet goed zien”. ‘ [naam] ’ zegt vervolgens dat er iemand komt en dat verdachte hem eentje kan geven van die 27E. Blijkens het dossier hebben de in beslag genomen blokken cocaïne uit de rugtas dezelfde opdruk (“27E”). De rechtbank leidt uit deze berichten in samenhang met de vondst van de 2 kilo cocaïne met dezelfde opdruk vier dagen later, af dat verdachte 18 blokken cocaïne voorhanden heeft gehad. Omdat er 2 blokken in de rugtas in de auto zijn aangetroffen, acht de rechtbank bewezen dat verdachte naast de 2 blokken in de rugtas, nog 16 blokken voorhanden heeft gehad.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier niet kan worden bewezen dat er ook andere handelingen dan het voorhanden hebben, hebben plaatsgevonden met de cocaïne (dat de blokken bijvoorbeeld daadwerkelijk zijn verkocht). Dat verdachte meer kilo’s cocaïne voorhanden heeft gehad, kan op basis van het dossier evenmin worden bewezen. Uit de overige berichten blijkt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende dat verdachte de hoeveelheden verdovende middelen waarover lijkt te worden gesproken, daadwerkelijk voorhanden heeft gehad. Daarom zal de rechtbank verdachte daarvan vrijspreken.
Feit 2 - witwassen
Dat verdachte de € 59.700,- in de rugtas samen met [naam medeverdachte] heeft witgewassen, acht de rechtbank anders dan de officier van justitie niet bewezen. Zoals onder feit 1 is gemotiveerd kan op basis van de foto’s van blokken cocaïne met soortgelijke indruk op zijn telefoon in combinatie met de berichten op zijn telefoon worden vastgesteld dat verdachte wetenschap had van de cocaïne in de tas. Daaruit volgt echter niet dat verdachte ook heeft geweten van het geld in de tas. De rechtbank ziet hiervoor onvoldoende bewijs in het dossier en zal verdachte daarom vrijspreken van het witwassen van dit bedrag.
Ook is de rechtbank met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde voertuigen heeft witgewassen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank is van oordeel dat wel kan worden bewezen dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde € 90.000,-, € 514.500,-, € 150.000,- en de Rolex die onder hem in beslag is genomen heeft witgewassen. Van de genoemde bedragen kan op basis van de berichten uit de telefoon worden vastgesteld dat verdachte deze tezamen en in vereniging met anderen voorhanden heeft gehad. Op 23 juli 2021 stuurt verdachte een bericht waarin hij zegt dat hij die 90k bij zich heeft en dat hij die 90k gaat afgeven aan “zo”. Op 23 en 24 juli wordt in chats besproken dat 517k gegeven moet worden. Na wat berichten over en weer komen de deelnemers aan de chat uiteindelijk op 514.5 uit, waarna verdachte stuurt dat dit klaarligt. Op 25 juli 2021 wordt gevraagd of er 150k ligt. Verdachte zegt later op de dag dat de 150 compleet is. Uit deze berichten, foto’s op de telefoon met grote contante geldbedragen en alle omstandigheden in het dossier maakt de rechtbank op dat het hier daadwerkelijk over geldbedragen gaat. Een feit van algemene bekendheid is dat bij geldbedragen met “k”, het bedrag in duizenden euro’s wordt bedoeld. Verdachte heeft ook geen alternatieve verklaring gegeven voor waar de berichten over gaan.
De rechtbank is van oordeel dat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat verdachte ook de genoemde € 9.000,- voorhanden heeft gehad. De berichten die hierover zijn verstuurd, zijn niet eenduidig en kunnen naar het oordeel van de rechtbank ook ergens anders over gaan. De rechtbank zal verdachte daarom van dit onderdeel vrijspreken.
Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat de geldbedragen en de Rolex afkomstig zijn van een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Ook als niet duidelijk is uit welk specifiek misdrijf het geld afkomstig is, kan witwassen bewezen worden. Het gaat dan om gevallen waarbij het op grond van de feiten en omstandigheden niet anders kan dan dat in dit geval het geld van misdrijf afkomstig is. Als de feiten en omstandigheden in het dossier zodanig zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft over de legale herkomst van het geld. Zo’n verklaring moet concreet en verifieerbaar zijn, en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Vervolgens ligt het op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar die verklaring. Als uit dit onderzoek blijkt dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het geld een legale herkomst heeft en dat dus een criminele herkomst de enige aanvaardbare verklaring is, kan het witwassen van het geld worden bewezen.
De rechtbank vindt dat sprake is van een witwasvermoeden ten aanzien van de genoemde bedragen en de Rolex. Verdachte heeft dit geld en deze Rolex namelijk voorhanden gehad terwijl hij ook 18 kilo cocaïne voorhanden heeft gehad. Daarnaast heeft verdachte blijkens het dossier een gering legaal inkomen. Het inkomen van verdachte kan dan ook niet verklaren dat hij dergelijke bedragen en voorwerpen voorhanden heeft gehad. Van verdachte mag daarom worden verwacht dat hij een verklaring geeft over de legale herkomst van het geld. Verdachte heeft echter geen verklaring gegeven voor de herkomst van deze goederen. Daarom oordeelt de rechtbank dat het niet anders kan dan dat dit geld en deze Rolex uit misdrijf afkomstig zijn en dat verdachte dat ook wist.
Uit de chats blijkt dat verdachte de geldbedragen tezamen en in vereniging met anderen heeft verworven en voorhanden heeft gehad. Daarom kan ten aanzien hiervan medeplegen worden bewezen. Van het medeplegen ten aanzien van het witwassen van de Rolex zal verdachte worden vrijgesproken, omdat dit niet kan worden bewezen. Dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van witwassen, kan naar het oordeel van de rechtbank ook niet worden bewezen, vanwege de korte periode waarin de voorwerpen en bedragen zijn witgewassen.