ECLI:NL:RBAMS:2022:7764

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
22 december 2022
Zaaknummer
C/13/692040 / HA ZA 20-1079
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Collectieve actie van FNV en CNV tegen Temper B.V. inzake opt-out en opt-in mogelijkheden voor werkenden

In deze zaak hebben de vakbonden FNV en CNV een collectieve actie aangespannen tegen Temper B.V. De rechtbank Amsterdam heeft op 21 december 2022 een vonnis gewezen waarin de ontvankelijkheid van de vorderingen van FNV en CNV is vastgesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen de ontvankelijkheidstoets van artikel 1018c lid 5 van het Burgerlijk Wetboek doorstaan. FNV en CNV zijn aangewezen als exclusieve belangenbehartigers voor de groep van Temper-werkers, die zowel huidige als voormalige werknemers van Temper omvat. De rechtbank heeft partijen de gelegenheid geboden om zich uit te laten over de mogelijkheid van opt-out en opt-in voor de betrokken werkenden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opt-out mogelijkheid moet worden opengesteld voor de Temper-werkers, gezien de potentiële fiscale nadelen die zij kunnen ondervinden van een veroordelend vonnis. De rechtbank heeft ook bepaald dat de bekendmaking van de uitspraak op verschillende manieren moet plaatsvinden, waaronder via e-mail aan de betrokken werkenden. De termijn voor het gebruik van de opt-out en opt-in mogelijkheid is vastgesteld op drie maanden, met een roldatum voor voortgang op 17 mei 2023. De rechtbank heeft verder bepaald dat de aankondiging van de collectieve actie op de websites van FNV, CNV en Temper moet worden geplaatst, en dat de griffier zorg moet dragen voor de aantekening van het vonnis in het centraal register voor collectieve vorderingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/692040 / HA ZA 20-1079
Vonnis van 21 december 2022
in de zaak van
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING (FNV),
gevestigd te Utrecht,
2. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
CNV VAKMENSEN,
gevestigd te Utrecht,
eiseressen,
advocaat mr. M.H.D. Vergouwen te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEMPER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. J.M. van Slooten te Amsterdam,

2 [gedaagde 2] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
3.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats 2] ,
4.
[gedaagde 4],
wonende te [woonplaats 3] ,
gevoegde partijen aan de zijde van gedaagde,
advocaat mr. D.F. Berkhout te Amsterdam.
Partijen worden hierna FNV en CNV, Temper en [gedaagden 2 t/m 4] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit
- het vonnis in incident van 13 juli 2022,
- de aktes na tussenvonnis van elk van partijen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het vonnis in het ontvankelijkheidsincident van 13 juli 2022 (hierna ook: het tussenvonnis) is geoordeeld dat de vorderingen van FNV en CNV de ontvankelijkheidstoets van artikel 1018c lid 5 Burgerlijk Wetboek doorstaan. Verder zijn FNV en CNV op grond van artikel 1018e lid 1 Rv gezamenlijk als exclusieve belangenbehartiger aangewezen. Vervolgens heeft de rechtbank partijen gelegenheid geboden zich uit te laten over enkele vragen die verband houden met de voorschriften over ‘opt-out’ en ‘opt-in’ (artikel 1018f lid 1 en lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)), en met de termijnstelling voor het beproeven van een schikking of het aanvullen van gronden (artikel 1018f Rv).
mogelijkheid van opt-out en opt-in, bekendmaking uitspraak
2.2.
Het eerste punt waarover partijen zich hebben uitgelaten is de vraag of uitgebreide publicatie in de zin van artikel 1018f Rv (ten behoeve van opt-out en opt-in) in dit geval aangewezen is, aangezien de rechtbank in het tussenvonnis heeft overwogen dat de vordering strekt tot bescherming van de belangen van de Temper-werkers [1] , én tot bescherming van een meer algemeen belang en Temper tijdens de mondelinge behandeling heeft aangevoerd dat opt-out in dit geval geen reële mogelijkheid is.
2.3.
FNV en CNV hebben deze vraag ontkennend beantwoord. Zij hebben zich daarbij aangesloten bij het standpunt dat de opt-out mogelijkheid in dit geval geen reële mogelijkheid is, zonder dit toe te lichten. Tegelijkertijd hebben FNV en CNV zich op dit punt gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
2.4.
Temper heeft betoogd dat uitgebreide publicatie en het bieden van de opt-out mogelijkheid wel aangewezen is, in elk geval voor de Temper-werkers. Volgens Temper kunnen de Temper-werkers door een veroordelend vonnis voor het verleden worden geconfronteerd met naheffingsaanslagen of correcties op hun aangifte inkomstenbelasting van de Belastingdienst, hetgeen tot extra belasting en kosten leidt, ook vanwege noodzakelijke boekhoudkundige aanpassingen. Daarnaast is de opt-out mogelijkheid ook relevant voor een eventueel hoger beroep van Temper en toepassing van artikel 1018f lid 1, laatste zin, Rv. Immers, het aantal opt-out’ers kan een belangrijk gezichtspunt zijn voor de beoordeling van de ontvankelijkheid in hoger beroep, en kan daarnaast aanleiding vormen voor de rechtbank om de procedure te beëindigen, aldus steeds Temper.
2.5.
[gedaagden 2 t/m 4] hebben zich eveneens op het standpunt gesteld dat de opt-out mogelijkheid opengesteld moet worden voor de Temper-werkers, onder meer vanwege mogelijke fiscaal negatieve gevolgen van een veroordelend vonnis. [gedaagden 2 t/m 4] menen dat geen opt-out hoeft te worden geboden aan andere werkenden dan de Temper-werkers, omdat een op een ideële leest geschoeide WAMCA-procedure niet kan strekken tot binding van personen aan niet op hen gerichte vorderingen.
2.6.
De rechtbank stelt voorop dat de opt-out mogelijkheid van artikel 1018f lid 1 Rv de mogelijkheid is voor personen om niet te worden gebonden aan de uitkomst van een collectieve procedure. De achtergrond van deze mogelijkheid blijkt uit de MvT:
Artikel 1018f regelt de mogelijkheid voor personen wier belangen in de collectieve procedure worden behartigd om zich daarvan te bevrijden. De procedure in het wetsvoorstel gaat uit van één procedure over een collectieve vordering voor de hele groep van personen voor wier belangen de Exclusieve Belangenbehartiger opkomt. De uitkomst in die procedure bindt al deze personen. Deze vergaande binding van benadeelden vereist dat zij een mogelijkheid hebben om aan te geven niet gebonden te willen worden(Kamerstukken II 2016/17, 34 608, nr. 3, p. 46-47). De bekendmaking van de uitspraak van de rechter, en de wijze waarop dit gebeurt, dient er (steeds) toe om zoveel mogelijk individuele personen op de hoogte te stellen van de uitspraak, om hen op die manier daadwerkelijk in staat te stellen van de opt-out mogelijkheid gebruik te maken.
2.7.
Tegen deze achtergrond bestaat opnieuw aanleiding een onderscheid te maken tussen de verschillende belangen ter bescherming waarvan de vorderingen van FNV en CNV strekken. In de eerste plaats zijn dat de belangen van de Temper-werkers (zie rov. 4.16 tussenvonnis). Dit betreft een weliswaar grote, maar concreet af te bakenen groep van personen. De rechtbank preciseert in dit verband dat de term Temper-werkers zoals gebruikt in deze procedure (waarmee de nauw omschreven groep wordt omschreven) zowel mensen omvat die op datum van deze beslissing (zie ook 2.17 hierna) via Temper werken, als mensen die dat op enig moment in het verleden hebben gedaan. Nu de belangen van deze personen in deze procedure door FNV en CNV worden behartigd en zij als gevolg daarvan gebonden zullen zijn aan het eindvonnis, dienen zij in staat te worden gesteld om gebruik te maken van de opt-out mogelijkheid. Daarbij komt dat Temper concreet heeft gesteld dat Temper-werkers nadeel kunnen ondervinden van een eventueel veroordelend vonnis, te weten mogelijke fiscale naheffingen en correcties in verband met de door hen in het verleden via het Temper-platform verrichte werkzaamheden. FNV en CNV hebben hier niets tegenin gebracht, zodat de rechtbank uit zal gaan van dit potentiële nadeel voor de Temper-werkers. Daarmee staat ook het concrete en reële belang van de Temper-werkers bij de opt-out mogelijkheid vast. Uit een en ander volgt dat de opt-out mogelijkheid voor de Temper-werkers moet worden opengesteld, waarmee tegelijkertijd komt vast te staan dat publicatie zal moeten plaatsvinden (zie hierna 2.9 e.v.).
2.8.
In de tweede plaats strekken de vorderingen van FNV en CNV tot bescherming van het meer overstijgende, ideële belang van een rechtvaardige arbeidsmarkt, waarop rechten van werkenden in het algemeen worden beschermd, en waarop geen sprake is van oneerlijke concurrentie (zie rov. 4.16 tussenvonnis). In navolging van partijen oordeelt de rechtbank dat het openstellen van de opt-out mogelijkheid voor de groep van ‘werkenden in het algemeen’ niet aangewezen of zinvol is. Hiertoe is redengevend dat de collectieve vordering in zoverre veeleer het karakter van een algemeen-belangactie heeft en niet is gericht op een concrete, laat staan (praktisch) identificeerbare groep van personen. Daarnaast geldt dat geen van partijen heeft gesteld dat deze groep (van werkenden) direct nadeel kan ondervinden van een veroordelend vonnis. Omdat de opt-out mogelijkheid niet voor de groep van werkenden hoeft te worden opengesteld, hoeft ook geen publicatie plaats te vinden die specifiek op deze groep is gericht.
wijze van publicatie
2.9.
Vervolgens moet worden bepaald op welke wijze publicatie moet plaatsvinden, en hoe de tekst daarvan moet luiden. Over deze vervolgvragen hebben partijen zich eveneens uit mogen laten.
2.10.
FNV en CNV hebben in dat verband alleen aangevoerd dat volstaan kan worden met de reeds uitgevoerde registratie in het centraal register voor collectieve vorderingen.
2.11.
Temper en [gedaagden 2 t/m 4] hebben ieder voor zich aangevoerd dat het noodzakelijk is de Temper-werkers individueel te informeren, en dat dat wat hen betreft per e-mail zou moeten gebeuren. Temper en [gedaagden 2 t/m 4] bepleiten daarnaast publicatie van de aankondiging op websites: wat Temper betreft alleen op de website van de rechtspraak, wat [gedaagden 2 t/m 4] betreft daarnaast ook op de websites van FNV, CNV en Temper. In de visie van zowel Temper als [gedaagden 2 t/m 4] is bekendmaking in een nieuwsblad niet nodig.
2.12.
De rechtbank overweegt als volgt. In dit geval zijn de e-mailadressen van de Temper-werkers bij Temper bekend en beschikbaar. Nu de daarvoor vereiste gegevens voorhanden zijn, is er alle reden om hen persoonlijk over de opt-out (en opt-in, zie hierna) mogelijkheid te informeren. Daarmee wordt immers het meest tegemoetgekomen aan het uitgangspunt en de wens van de wetgever om zoveel mogelijk, in dit geval Temper-werkers te informeren, om hen op die manier daadwerkelijk in staat te stellen van deze mogelijkheid gebruik te maken. Wettelijk uitgangspunt is dat de informatie per brief wordt verstuurd, maar de rechter mag daarvan afwijken (artikel 1018f lid 3 Rv). Daartoe bestaat in dit geval aanleiding. Deze groep van personen is over het algemeen gewend om digitaal te communiceren, aangezien Temper heeft toegelicht dat alle communicatie met Temper en de opdrachtgevers ook digitaal gaat. De rechtbank zal daarom overeenkomstig het voorstel van Temper en [gedaagden 2 t/m 4] bepalen dat aan de individuele Temper-werkers een e-mail zal worden gestuurd, om hen op de opt-out en opt-in mogelijkheid te wijzen. In beginsel is het aan de Exclusieve Belangenbehartiger (FNV en CNV) om voor de verzending zorg te dragen. In dit geval zal de rechtbank deze taak evenwel aan Temper toebedelen. Zij is de partij die over de e-mailadressen van de Temper-werkers beschikt. Bovendien heeft zij zich bereid verklaard deze taak op zich te nemen.
opt-in mogelijkheid
2.13.
Over de opt-in mogelijkheid van artikel 1018f lid 5 Rv heeft alleen Temper zich uitgelaten in die zin dat zij een tekstvoorstel heeft gedaan waarin zij deze mogelijkheid heeft verwerkt.
2.14.
De opt-in mogelijkheid betreft de mogelijkheid voor personen die tot de nauw omschreven groep behoren, in dit geval de Temper-werkers, en die geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben. Voor deze personen heeft de procedure geen gevolg en leidt deze niet tot gebondenheid, tenzij zij tijdig aangeven in te stemmen met de behartiging van hun belangen in de collectieve vordering. Ondanks dat geen concrete stellingen zijn ingenomen over het aantal personen dat hiermee gemoeid is, is het, gelet op de totale omvang van de groep van Temper-werkers, en het feit dat het Temper-platform al enkele jaren gebruikt kan worden, aannemelijk dat zich onder de Temper-werkers personen bevinden die (inmiddels) geen woonplaats of verblijf in Nederland hebben. Daarom zal de rechtbank bepalen dat in de te verzenden e-mail ook deze opt-in mogelijkheid moet worden genoemd. Daarbij bepaalt de rechtbank dat de vraag of iemand in Nederland woonplaats of verblijf heeft moet worden beantwoord naar de situatie zoals die geldt per de datum van dit tussenvonnis.
2.15.
De rechtbank zal de termijn voor de Temper-werkers om gebruik te maken van de opt-out- en opt-in mogelijkheid bepalen op drie maanden. De rechtbank zal de zaak met het oog hierop naar de rol van 17 mei 2023 verwijzen.
nieuwelingen
2.16.
Temper en [gedaagden 2 t/m 4] hebben nog de vraag opgeworpen of een bijzondere regeling moet worden getroffen voor de categorie van ‘nieuwelingen’. Hiertoe voeren zij het volgende aan. Tussen het einde van de op-out termijn en de datum van het eindvonnis zullen zich nieuwe personen inschrijven bij Temper en voor het eerst via Temper gaan werken. Indien het hen niet wordt toegestaan om ook te opt-out’en, zou dat volgens Temper een ongelijke behandeling opleveren waarvoor geen rechtvaardiging bestaat. Deze nieuwelingen worden (mogelijk) wel geraakt door toewijzing van de vorderingen van FNV en CNV.
2.17.
De rechtbank overweegt dat de wet niet alleen voorschrijft dat de opt-out mogelijkheid (en de opt-in mogelijkheid) wordt geboden, maar ook dat daarbij een (eind)termijn wordt gesteld. Hierin ligt besloten dat de wet geen ruimte biedt om na afloop van de termijn, opnieuw de opt-out mogelijkheid van artikel 1018f Rv open te stellen voor de door Temper en [gedaagden 2 t/m 4] bedoelde ‘nieuwelingen’. Het voorstel van Temper en [gedaagden 2 t/m 4] moet dan ook worden verworpen. Dit oordeel vindt bovendien zijn rechtvaardiging in het feit dat de ‘nieuwelingen’ bekend mogen worden verondersteld met deze procedure. Zij kunnen dus ook geacht worden daar bij de door hen te maken afwegingen en keuzes rekening mee te houden. Dus: de nauw omschreven groep (de Temper-werkers) wordt afgebakend tot personen die voorafgaand aan de datum van deze beslissing via Temper werk(t)en. Wie nadien via Temper aan de slag gaat, valt dus niet onder de nauw omschreven groep zodat een beslissing niet op hen betrekking heeft.
aankondiging op websites en in nieuwsbladen
2.18.
Daarnaast zal de rechtbank bepalen dat een aankondiging zal worden geplaatst op de websites van FNV en CNV, Temper en de rechtspraak. Vanwege deze al uitgebreide publicatie, is de rechtbank met partijen van oordeel dat aanvullende bekendmaking in een nieuwsblad niet nodig is.
tekst voor de aankondiging
2.19.
Temper en [gedaagden 2 t/m 4] hebben elk een tekstvoorstel gedaan voor de aankondiging op de websites en voor de e-mail aan de Temper-werkers. Daarbij hebben Temper en [gedaagden 2 t/m 4] verzocht de tekst in het Nederlands én in het Engels op te stellen.
2.20.
Uit artikel 1018f lid 3 Rv volgt dat in het e-mailbericht mededeling wordt gedaan van: de aanwijzing van de exclusieve belangenbehartiger, de collectieve vordering, de nauw omschreven groep, de opt-out- en opt-in mogelijkheid, en de uitspraak van de rechter, althans de wijze waarop daarvan afschrift kan worden verkregen. Voor zover de tekstvoorstellen van Temper en [gedaagden 2 t/m 4] op neutrale wijze in deze informatie voorzien, heeft de rechtbank deze voorstellen overgenomen. Ontbrekende elementen heeft de rechtbank aangevuld, overige niet voldoende neutrale informatie heeft de rechtbank weggelaten. Op deze wijze is de rechtbank tot de volgende tekst voor de aankondiging gekomen.
“Aankondiging in opdracht van de rechtbank Amsterdam
Collectieve actie van FNV en CNV tegen Temper
De vakbonden FNV en CNV voeren bij de rechtbank Amsterdam een procedure tegen Temper B.V. Dit heet een ‘collectieve actie’. FNV en CNV willen dat de rechtbank bepaalt dat de professionals die via Temper werkzaamheden hebben verricht (de Temper-werkers), dit als uitzendkracht of werknemer hebben gedaan.
De rechtbank heeft een tussenvonnis gewezen. In dat vonnis heeft zij FNV en CNV samen aangewezen als exclusieve belangenbehartiger. Dat betekent dat FNV en CNV samen optreden ten behoeve van alle Temper-werkers. Het vonnis is te vinden op https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/tussenvonnis%20iz-fnv-cnv-vs-temper-bv.pdf (ECLI:NL:RBAMS:2022:4035). Wilt u meer informatie over deze collectieve actie, en de eventuele gevolgen daarvan, dan staan hieronder de links naar informatie van betrokken partijen:
www.fnv.nl/over-de-fnv/wie-we-zijn/fnv-advocaten/overzicht-collectieve-zaken/fnv-temper;
www.cnv.nl/dossiers/temper-rechtzaak/;
https://go.temper.works/rechtszaak.
Het volgende is belangrijk voor Temper-werkers die voor 21 december 2022 (een keer) via Temper hebben gewerkt.
Als u op 21 december 2022
in Nederland woonde of verbleefen
 als u het goed vindt dat FNV en CNV in deze procedure uw belangen behartigen, dan hoeft u niets te doen;
 als u
nietwilt dat uw belangen in deze procedure worden behartigd door FNV en CNV, dan kunt u dat aan de Rechtbank Amsterdam laten weten. U bent dan niet gebonden aan de uitspraak in deze procedure.
Als u op 21 december 2022
niet in Nederland woonde of verbleefen
 als u
welwilt dat FNV en CNV in deze procedure uw belangen behartigen, dan kunt u dat aan de Rechtbank Amsterdam laten weten. U bent dan gebonden aan de uitspraak in deze procedure;
 als u
nietwilt dat uw belangen in deze procedure worden behartigd door FNV en CNV, dan hoeft u niets te doen.
Hoe kunt u aan de Rechtbank Amsterdam laten weten wat u wilt?
Stuur een e-mail naar het volgende e-mailadres: Vakbonden.Temper.rb-amsterdam@rechtspraak.nl. Deze e-mail moet uiterlijk 1 mei 2023 ontvangen zijn.
U kunt hiervoor de volgende tekst gebruiken:
“Mijn naam is … Ik heb gewerkt via Temper. Ik wil niet dat FNV en CNV mijn belangen behartigen.”
of
“Mijn naam is … Ik heb gewerkt via Temper. Ik woonde op 21 december 2022 niet in Nederland en verbleef ook niet in Nederland, maar vind het goed dat FNV en CNV ook mijn belangen behartigen.”
Engelse vertaling aankondiging
“Announcement by order of the district court of Amsterdam
Class action filed by FNV and CNV against Temper
The trade unions FNV and CNV are conducting civil proceedings against Temper B.V. before the district court of Amsterdam. This civil procedure is called a “class action”. FNV and CNV want the court to decide that the professionals that have worked via Temper (the Temper-professionals), have done so as temporary agency workers or employees.
The court has issued an interim judgement (ECLI:NL:RBAMS:2022:4035). In this judgement FNV and CNV together have been designated as Exclusive Advocate. This means FNV and CNV proceed together on behalf of all Temper-professionals. You can find the judgement here: https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/tussenvonnis%20iz-fnv-cnv-vs-temper-bv.pdf (ECLI:NL:RBAMS:2022:4035). If you want more information about this class action, and its possible consequences, you can visit the following links to information from the parties involved:
www.fnv.nl/over-de-fnv/wie-we-zijn/fnv-advocaten/overzicht-collectieve-zaken/fnv-temper;
www.cnv.nl/dossiers/temper-rechtzaak/;
https://go.temper.works/rechtszaak.
The following is important for the Temper-professionals that have worked (at least once) via Temper before 21 December 2022.
If you had residence in the Netherlands on 21 December 2022 and
 you agree with FNV and CNV defending your interests in this procedure, there is no need for you to do anything.
 if you
do notagree with FNV and CNV defending your interests in this procedure, you can let the district court know this. In that case you will not be bound by the judgement in this civil procedure.
If you
did nothave residence in the Netherlands on 21 December 2022 and
 you
dowant FNV and CNV to defend your interests in this procedure, you can let the district court know this. In that case you will be bound by the judgement in this civil procedure.
 If you
do notwant FNV and CNV to defend your interests in this procedure, there is no need for you to do anything.
How can you let the district court know what you want?
Send an e-mail to the following e-mail address: Vakbonden.Temper.rb-amsterdam@rechtspraak.nl. This e-mail must be received no later than 1 May 2023.
For this you can use the following text:
“My name is … I have worked via Temper. I do not want FNV and CNV to defend my interests.”
or
“My name is … I have worked via Temper. I did not have residence in the Netherlands on 21 December 2022, but want FNV and CNV to defend also my interests.”
tekst voor e-mailbericht
2.21.
De rechtbank komt op gelijke wijze tot de volgende tekst voor het e-mailbericht.
“Mededeling in opdracht van de rechtbank Amsterdam
Collectieve actie van FNV en CNV tegen Temper
Dit bericht ontvangt u omdat u hebt gewerkt via Temper of nog steeds via Temper werkt. De vakbonden FNV en CNV voeren bij de rechtbank Amsterdam een procedure tegen Temper. Dit heet een “collectieve actie”. FNV en CNV willen dat de rechtbank bepaalt dat de professionals die via Temper werkzaamheden hebben verricht (Temper-werkers), dit als uitzendkracht of werknemer hebben gedaan.
De rechtbank heeft een tussenvonnis gewezen. In dat vonnis heeft zij FNV en CNV samen aangewezen als exclusieve belangenbehartiger. Dat betekent dat FNV en CNV samen optreden ten behoeve van alle Temper-werkers. Het vonnis is te vinden op https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/tussenvonnis%20iz-fnv-cnv-vs-temper-bv.pdf (ECLI:NL:RBAMS:2022:4035). Wilt u meer informatie over deze collectieve actie, en de eventuele gevolgen daarvan, dan staan hieronder de links naar informatie van betrokken partijen:
www.fnv.nl/over-de-fnv/wie-we-zijn/fnv-advocaten/overzicht-collectieve-zaken/fnv-temper;
www.cnv.nl/dossiers/temper-rechtzaak/;
https://go.temper.works/rechtszaak.
Niet meedoen of juist wel meedoen
Het volgende is belangrijk voor u als Temper-werker (die voor 21 december 2022 (een keer) via Temper heeft gewerkt).
Als u op 21 december 2022
in Nederland woonde of verbleefen
 als u het goed vindt dat FNV en CNV in deze procedure uw belangen behartigen, dan hoeft u niets te doen;
 als u
nietwilt dat uw belangen in deze procedure worden behartigd door FNV en CNV, dan kunt u dat aan de Rechtbank Amsterdam laten weten. U bent dan niet gebonden aan de uitspraak in deze procedure.
Als u op 21 december 2022
niet in Nederland woonde of verbleefen
 als u
welwilt dat FNV en CNV in deze procedure uw belangen behartigen, dan kunt u dat aan de Rechtbank Amsterdam laten weten. U bent dan gebonden aan de uitspraak in deze procedure;
 als u
nietwilt dat dat uw belangen in deze procedure worden behartigd door FNV en CNV, dan hoeft u niets te doen.
Hoe kunt u aan de Rechtbank Amsterdam laten weten wat u wilt?
Stuur een e-mail naar het volgende e-mailadres: Vakbonden.Temper.rb-amsterdam@rechtspraak.nl. Deze e-mail moet uiterlijk 1 mei 2023 ontvangen zijn.
U kunt hiervoor de volgende tekst gebruiken:
“Mijn naam is … Ik heb gewerkt via Temper. Ik wil niet dat FNV en CNV mijn belangen behartigen.”
of
“Mijn naam is … Ik heb gewerkt via Temper. Ik woonde op 21 december 2022 niet in Nederland en verbleef ook niet in Nederland, maar vind het goed dat FNV en CNV ook mijn belangen behartigen.”
Engelse vertaling e-mailbericht
“announcement by order of the district court of Amsterdam
Class action filed by FNV and CNV against Temper
You receive this notice because you have worked via Temper or are still working via Temper. The trade unions FNV and CNV are conducting civil proceedings against Temper B.V. before the district court of Amsterdam. This civil procedure is called a “class action”. FNV and CNV want the court to decide that the professionals that have worked via Temper (the Temper-professionals), have done so as temporary agency workers or employees.
The court has issued an interim judgement (ECLI:NL:RBAMS:2022:4035). In this judgement FNV and CNV together have been designated as Exclusive Advocate. This means FNV and CNV proceed together on behalf of all Temper-professionals. You can find the judgement here: https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/tussenvonnis%20iz-fnv-cnv-vs-temper-bv.pdf (ECLI:NL:RBAMS:2022:4035). If you want more information about this class action, and its possible consequences, you can visit the following links to information from the parties involved:
www.fnv.nl/over-de-fnv/wie-we-zijn/fnv-advocaten/overzicht-collectieve-zaken/fnv-temper;
www.cnv.nl/dossiers/temper-rechtzaak/;
https://go.temper.works/rechtszaak.
Ending your participation or indeed joining the procedure
The following is important for you as Temper-professional, as you have worked (at least once) via Temper before 21 December 2022.
If you had residence in the Netherlands on 21 December 2022 and
 you agree with FNV and CNV defending your interests in this procedure, there is no need for you to do anything.
 if you
do notagree with FNV and CNV defending your interests in this procedure, you can let the district court know this. In that case you will not be bound by the judgement in this civil procedure.
If you
did nothave residence in the Netherlands on 21 December 2022 and
 you
dowant FNV and CNV to defend your interests in this procedure, you can let the district court know this. In that case you will be bound by the judgement in this civil procedure.
 If you
do notwant FNV and CNV to defend your interests in this procedure, there is no need for you to do anything.
How can you let the district court know you want?
Send an e-mail to the following e-mail address: Vakbonden.Temper.rb-amsterdam@rechtspraak.nl. This e-mail must be received no later than 1 May 2023.
For this you can use the following text:
“My name is … I have worked via Temper. I do not want FNV and CNV to defend my interests.”
or
“My name is … I have worked via Temper. I did not have residence in the Netherlands on 21 December 2022, but want FNV and CNV to defend also my interests.”
termijnstelling voor het beproeven van een schikking (artikel 1018g Rv)
2.22.
Partijen twisten over de wenselijkheid van het bepalen van een termijn voor het beproeven van een schikking. FNV en CNV hebben geen behoefte aan zo’n termijn, Temper en [gedaagden 2 t/m 4] wel.
2.23.
De rechtbank overweegt dat een termijnstelling in deze zaak in beginsel niet nodig is, nu FNV en CNV al vanaf het begin van de procedure bekend waren als de (enige) optredende belangenbehartigers. Nu de zaak evenwel gedurende langere tijd stil zal komen te liggen vanwege de in te lassen opt-out fase, kunnen Temper en [gedaagden 2 t/m 4] deze periode desondanks ook benutten om overeenkomstig hun wens FNV en CNV te benaderen om te komen tot schikkingsonderhandelingen. Voor het stellen van een langere termijn dan de opt-out fase, bestaat naar het oordeel van de rechtbank, gelet op het voorgaande, geen aanleiding.
2.24.
Ten slotte heeft de rechtbank FNV en CNV verzocht om mee te delen of zij behoefte hebben aan het aanvullen van de gronden van de vordering als bedoeld in artikel 1018g Rv. FNV en CNV hebben zich hier niet over uitgelaten, waaruit de rechtbank afleidt dat die behoefte ontbreekt.
tot slot
2.25.
De rechtbank zal de griffier opdragen van dit vonnis aantekening te maken in het centraal register voor collectieve vorderingen.
2.26.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
draagt FNV, CNV en Temper op de aankondiging (zie onder 2.20) op hun respectieve websites te plaatsen,
3.2.
draagt Temper op om uiterlijk op 1 februari 2023 het onder 2.21 genoemde e-mailbericht te versturen aan al de professionals die via Temper hebben gewerkt, voor zover zij beschikt over hun (actuele) e-mailadresgegevens,
3.3.
draagt de griffier op:
zorg te dragen voor het aantekenen van deze uitspraak in het centraal register voor collectieve vorderingen,
zorg te dragen voor het aantekenen van de aankondiging (zie onder 2.20) in dat register,
3.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 17 mei 2023 voor beraad over de voortgang van de procedure,
3.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.C. van Harmelen, voorzitter, en mrs. H.J. Schaberg en M.L.S. Kalff, rechters, bijgestaan door mr. P.C.N. van Gelderen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2022.

Voetnoten

1.De professionals die sinds de start van het Temper-platform werkzaamheden hebben verricht via het Temper-platform.