Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
2 [gevoegde partij 1] ,
[gevoegde partij 2],
[gevoegde partij 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 oktober 2020,
- de akte overleggen producties (1 t/m 24) van FNV en CNV,
- de akte overleggen productie (25) van FNV en CNV,
- de conclusie van antwoord van Temper op de voet van artikel 1018c lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), laatste volzin, met producties (het onderhavige ontvankelijkheidsincident),
- de conclusie in het ontvankelijkheidsincident van FNV en CNV, met producties,
- het tussenvonnis van 12 januari 2022, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- het vonnis van 4 mei 2022 in het incident tot voeging,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 12 mei 2022 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten voor zover van belang in het ontvankelijkheidsincident
ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN
werkenden”
:
8.2Tot de middelen waarmee de FNV-vereniging zijn doelstellingen realiseert (..) behoren:
Artikel 4. Doel
job categories’ waar men zich voor aanmeldt, het aantal gewerkte uren, de daarmee verdiende inkomsten, de duur van de actieve periode, de intensiteit van de activiteiten en het aantal jaar werkervaring.
3.Het geschil
trackrecordten aanzien van de Temper-Werkers en de Temper-Werkers geloven niet dat FNV en CNV hun belangen überhaupt begrijpen. De Temper-Werkers hebben bovendien geen enkele invloed op het verloop van de collectieve actie.
4.De beoordeling in het ontvankelijkheidsincident
Bevoegdheid rechtbank
alsnogover dit onderwerp voor antwoord te laten concluderen. Bovendien is van belang dat [gevoegde partijen] tijdens de mondelinge behandeling in het ontvankelijkheidsincident daadwerkelijk aan het inhoudelijke debat hebben deelgenomen, zoals met de door [gevoegde partijen] voorgestelde versnelde behandeling van het incident tot voeging ook werd beoogd. Daarmee is het beginsel van hoor en wederhoor over dit onderwerp ten aanzien van [gevoegde partijen] afdoende geëerbiedigd. Ook om die reden bestaat geen aanleiding om [gevoegde partijen] nog verder in de gelegenheid te stellen zich hierover uit te laten.
governance, financiering en representativiteit. In de Memorie van Toelichting heeft de wetgever hierover onder meer het volgende opgemerkt (Kamerstukken II 2016/17, 34 608, nr. 3, p. 18):
gelijksoortigheidsvereiste), dat de rechtspersoon deze belangen ingevolge haar statuten moet behartigen (
statutenvereiste), en dat deze belangen voldoende zijn gewaarborgd (
waarborgvereiste). Aan dit laatste waarborgvereiste wordt voldaan wanneer de rechtspersoon voldoende representatief is (
representativiteitsvereiste), gelet op de achterban en de omvang van de vertegenwoordigde vorderingen (lid 2 aanhef) en voldoet aan een vijftal nadere vereisten (lid 2, sub a t/m e). Daarnaast staat in lid 5 dat de rechtspersoon een bestuursverslag en een jaarrekening moet vaststellen en publiceren.
tegende door Temper gehanteerde werkwijze waarbij de via een platform gesloten overeenkomsten tussen Temper-Werkers en opdrachtgevers als opdrachtovereenkomst worden aangeduid. Dit was Temper kennelijk ook duidelijk, blijkens de uitvoerige beschouwing die zij aan dit onderwerp heeft gewijd in haar conclusie van antwoord. Die werkwijze van Temper is dan ook de gebeurtenis of de gebeurtenissen waar de collectieve actie van FNV en CNV betrekking op heeft.
tot bescherming van de belangen van de werkers van Temper, waaronder leden van beide bonden”, zijnde de Temper-Werkers. Anderzijds blijkt uit de incidentele conclusie van FNV en CNV dat de vorderingen van Temper ook strekken tot bescherming van een grotere groep, en overstijgende, meer algemene belangen. In randnummer 69 van de incidentele conclusie is immers vermeld: “
Naast de belangen van de werkers worden met deze collectieve actie de belangen van alle werkenden in Nederland behartigd. Dit betreft bij uitstek een algemeen belang actie (..). Eisers komen hiermee op tegen schending van werknemersrechten, oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden, uitholling van de sociale zekerheid en het in brede zin tegengaan van onwenselijke ontwikkelingen op de arbeidsmarkt(..).” Al in de dagvaarding was de volgende passage opgenomen (randnummer 1.22 en 1.23): “
De concurrentiepositie van Temper in voor de (uitzend)arbeid belangrijke markten wordt niet op kwaliteit versterkt, maar op misbruik van regelgeving. (..) op zijn minst (kan) gesproken worden van een in brede zin onwenselijke ontwikkeling op de arbeidsmarkt, als we de verworvenheden van 100 jaar arbeidsovereenkomst opzij laten zetten door een speler die zelfs de meest basale regels negeert. Het belang bij het bestrijden van de bovengenoemde effect reikt verder van dat van eisers en hun leden.”
datde Temper-Werkers bij herkwalificatie aanspraak hebben op verschillende rechten (uit CAO’s en uit werknemersverzekeringen waaronder de Werkloosheidwet, de Ziektewet en de WIA), waar zij onder de huidige werkwijze van Temper geen aanspraak op kunnen maken.
Clara Wichmann).
5.De beslissing
10 augustus 2022voor
akte aan de zijde van FNV en CNV, als bedoeld in rov. 4.43, en daarna naar de rol op een termijn
van vier wekenvoor
antwoordakte aan de zijde van Temper en [gevoegde partijen],