ECLI:NL:RBAMS:2022:7623

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 december 2022
Publicatiedatum
16 december 2022
Zaaknummer
10074203 EA VERZ 22-519
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid en toepasselijkheid van het recht in grensoverschrijdende consultancy overeenkomsten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 15 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker, wonende in Spanje, en drie verweerders, waaronder Bluestone Netherlands B.V., Lanius B.V. en Comporta B.V. De verzoeker heeft een verzoek ingediend tot vernietiging van de opzegging van zijn consultancy overeenkomst met Bluestone, die op 29 april 2022 is opgezegd. De verzoeker stelt dat de kantonrechter te Amsterdam bevoegd is en dat Nederlands recht van toepassing is op de overeenkomst, terwijl Bluestone betwist dat de Nederlandse rechter bevoegd is en stelt dat de overeenkomst onder Engels recht valt.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker in de jaren voorafgaand aan de opzegging werkzaamheden heeft verricht voor Bluestone en dat er een nauwe band met Nederland ontbreekt. De rechter heeft geoordeeld dat de forumkeuze in de overeenkomst niet geldig is, omdat deze is gemaakt voordat het geschil ontstond. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de verzoeken van de verzoeker, die zijn gebaseerd op Nederlands recht, moeten worden afgewezen, omdat de objectieve verwijzingsregels van de Verordening Rome I niet leiden tot toepasselijkheid van Nederlands recht.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de verzoeken van beide partijen worden afgewezen en dat de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt de complexiteit van grensoverschrijdende overeenkomsten en de noodzaak om zorgvuldig om te gaan met rechtskeuze en forumkeuze bepalingen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10074203 EA VERZ 22-519
beschikking van: 15 december 2022
func.: 33494

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

[verzoeker]

wonende te Spanje
verzoeker
nader te noemen: [verzoeker]
gemachtigden: mrs. K. van Kranenburg-Hanspians en Q.J.J. van Boxtel
t e g e n

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bluestone Netherlands B.V.

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Lanius B.V.

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Comporta B.V.

allen gevestigd te Amsterdam
verweerders
nader te noemen respectievelijk Bluestone, Lanius of Comporta
gemachtigde: mr. M.J. Draaisma

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

[verzoeker] heeft op 30 augustus 2022 een verzoek ingediend, met producties, dat primair strekt tot vernietiging van de opzegging van de arbeidsovereenkomst, met nevenverzoeken. Bluestone heeft een verweerschrift ingediend, met producties, tevens houdende een zelfstandig tegenverzoek. Voorafgaand aan de zitting heeft [verzoeker] nog stukken ingediend.
Het verzoek is mondeling behandeld op 17 november 2022. [verzoeker] is per videoverbinding verschenen, bijgestaan door de gemachtigden, en een tolk Engels. Namens Bluestone en Comporta is verschenen dhr. [naam] , eveneens bijgestaan door de gemachtigde, die voor alle verweerders is verschenen. Partijen hebben hun standpunten toegelicht, mede aan de hand van een pleitnota, en vragen van de kantonrechter beantwoord. Bluestone heeft nog een bankafschrift overgelegd, waarop [verzoeker] ter zitting heeft gereageerd.
Na verder debat is beschikking gevraagd en is een datum voor beschikking bepaald op vandaag.

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.
1.1.
Op 1 juli 2019 is [verzoeker] , geboren op 30 maart 1962 en van Amerikaanse nationaliteit, een consultancy agreement aangegaan met Bluestone, voor de duur van 36 maanden, na afloop daarvan steeds te verlengen met 36 maanden tenzij deze met inachtneming van een opzegtermijn van 2 maanden wordt opgezegd (hierna: de Overeenkomst).
1.2.
Bluestone verricht houdster- en financieringsactiviteiten en heeft als enig aandeelhoudster Bluestone International Investing Limited, een naar het recht van de Brits Maagdeneilanden gehouden vennootschap. Bluestone maakt deel uit van een internationale groep entiteiten, met - via verschillende internationale trustmaatschappijen - een uiteindelijk in Zwitserland wonende belanghebbende (hierna: de Groep). Volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel zijn er nul personen werkzaam bij Bluestone.
1.3.
In de Overeenkomst is bepaald dat [verzoeker] als Chief Executive Officer diensten verricht voor Bluestone en andere (buitenlandse) entiteiten van de Groep tegen een jaarlijkse vergoeding van $ 300.000,00, exclusief BTW (voor zover van toepassing). Dat komt neer op een maandelijkse vergoeding van $ 25.000,00, te betalen na ontvangst van een factuur. Onkosten werden niet vergoed, tenzij anders overeengekomen.
1.4.
In de Overeenkomst is verder bepaald, samengevat, dat [verzoeker] zelfstandige is (independent contractor), dat hij geen werknemer is en dat [verzoeker] erkent dat een beëindiging van de overeenkomst niet kwalificeert als een ontslag. Tot slot bevat de Overeenkomst de volgende bepaling:
11.4 This agreement and any matter arising out of or related to it or its subject matter (including, but not limited to, non-contractual disputes or claims) shall be governed by and construed in accordance with English law and each party submits to the exclusive jurisdiction of the Courts of England and Wales.
1.5.
[verzoeker] heeft in de jaren voorafgaand aan de Overeenkomst op basis van verschillende overeenkomsten met meerdere entiteiten binnen de Groep diverse verantwoordelijkheden gehad.
1.6.
Begin 2021 was Bluestone niet in staat om de maandelijkse vergoeding aan [verzoeker] te voldoen. [verzoeker] is in dat kader met Lanius en Comporta ieder afzonderlijk een overeenkomst aangegaan (consultancy agreement) tegen een vergoeding van
$ 12.500,00 per maand, neerkomende op de gezamenlijk door Bluestone verschuldigde $ 25.000,00 per maand. Deze overeenkomsten bevatten de volgende bepaling:
10.4 This agreement and any matter arising out of or related to it or its subject matter (including, but not limited to, non-contractual disputes or claims) shall be governed by and construed in accordance with Dutch law and each party submits to the exclusive jurisdiction of the Courts of the Netherlands.
1.7.
Comporta heeft in februari en maart 2021 de vergoedingen over de maanden januari tot en met maart 2021 betaald ad $ 25.000,00 per maand. Bluestone en Lanius hebben in deze periode geen betalingen verricht.
1.8. 0
0p 1 februari 2021 zijn Comparta en [verzoeker] een leningovereenkomst aangegaan voor een bedrag van € 70.000,00. Ingevolge artikel 3.1 dient [verzoeker] het geleende bedrag uiterlijk 1 september 2021 terug te betalen, vermeerderd met 0.5% rente per jaar. Ingevolge artikel 9 is op deze overeenkomst Nederlands recht van toepassing en is de rechtbank te Amsterdam bevoegd kennis te nemen van geschillen (hierna: de Leenovereenkomst). Terugbetaling heeft tot op heden niet plaatsgevonden.
1.9.
Bluestone heeft aan [verzoeker] per bank betalingen verricht op 23 april 2021, 2 juni 2021 en 12 juli 2021 met respectievelijke omschrijvingen 2021.1.1.ET, 2021/2/2/ET en 2021.2.3.ET., totaal afgerond GBP 54.409 (gelijk aan ongeveer het equivalent van $ 75.000,-).
1.10.
Medio 2021 heeft [verzoeker] laten weten dat hij ziek is. Hij is wel werkzaamheden blijven verrichten voor Bluestone en ook de betalingen zijn doorgegaan.
1.11.
Op 29 april 2022 heeft Bluestone de Overeenkomst opgezegd tegen 1 juli 2022. Bluestone heeft tot en met juni 2022 aan [verzoeker] de maandelijkse vergoeding ad
$ 25.000,- betaald.
1.12.
[verzoeker] woont in Spanje, en verrichtte zijn werkzaamheden vanuit huis. De maandelijkse vergoeding werd door Bluestone betaald in Britse ponden (GPB). [verzoeker] betaalt belasting in de Verenigde Staten.

Verzoek en verweer

2. [verzoeker] verzoekt de kantonrechter de opzegging van 29 april 2022 te vernietigen en Bluestone te veroordelen tot doorbetaling van loon van $ 25.000,- per maand vanaf
1 juli 2022, te vermeerderen met de wettelijke rente, en hem weer toe te laten tot het werk op straffe van een dwangsom.
3. Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag - kort weergegeven - dat de kantonrechter te Amsterdam bevoegd is, en dat Nederlands recht van toepassing is op de Overeenkomst. Naar Nederlands recht kwalificeert de Overeenkomst als een arbeidsovereenkomst. Voor de opzegging bestond geen redelijke grond en er is een opzegverbod van toepassing.
4. [verzoeker] heeft daartoe aangevoerd dat de drie entiteiten met wie hij overeenkomsten heeft, in Nederland zijn opgericht, een Nederlandse bestuurder hebben, en belastingen en premies afdragen in Nederland. In de overeenkomsten met Lanius en Comporta is gekozen voor Nederlands recht. Dat is bewust gedaan om hem te beschermen. [verzoeker] ziet de overeenkomsten als één overeenkomst, die meer aanknopingspunten heeft met Nederland dan enig ander land. Het beding in de overeenkomst met Bluestone dat ziet op de bevoegdheid en toepasselijkheid van het Engelse recht is niet geldig, omdat er niet expliciet mee is ingestemd en geen wilsovereenstemming is over het betreffende beding.
5. Bluestone heeft verweer gevoerd dat strekt tot afwijzing van het verzoek. Daartoe is aangevoerd - samengevat - dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is om kennis te nemen van onderhavig geschil vanwege de formumkeuze in de Overeenkomst. Aan de overeenkomsten met Lanius en Comporta is feitelijk geen uitvoering gegeven. Die constructie is alleen opgetuigd om ervoor te zorgen dat de maandelijkse betalingen aan [verzoeker] konden worden voortgezet toen Bluestone daartoe niet in staat was. Dit was alleen het geval in de maanden januari, februari en maart 2021.
6. Volgens de Overeenkomst is Engels recht van toepassing en zijn de rechtbanken van Engeland en Wales exclusief bevoegd. Voorts volgt uit artikel 5 lid 1 en artikel 6 van het verdrag inzake bedingen van forumkeuze van 30 juni 2005 dat, nu sprake is van een exclusief forumkeuzebeding, onderhavige zaak geschorst dient te worden of de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Er is volgens Bluestone geen sprake van een van de uitzonderingen van artikel 6 sub a tot en met e. Ook de uitsluiting van artikel 2 lid 1 sub b (arbeidsovereenkomst) van het verdrag is niet van toepassing, omdat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.
7. Voor zover [verzoeker] al ontvankelijk is, is Nederlands recht niet van toepassing, omdat de Overeenkomst geen nauwe band heeft met Nederland.
8. Geheel subsidiair wijst Bluestone op artikel 9 van de Overeenkomst waarin is opgenomen dat [verzoeker] geen werknemer is maar onafhankelijke contractant, waarmee voorkomen is dat de samenwerking als arbeidsrelatie in de zin van artikel 7:610 BW wordt gekwalificeerd. Hij factureerde zijn werkzaamheden en werd na ontvangst van die factuur betaald in GBP.

Tegenverzoek en verweer

9. In het tegenverzoek verzoekt Bluestone om [verzoeker] te veroordelen binnen 10 dagen na betekening over te gaan tot betaling van € 70.000,00, te vermeerderen met de rente van € 0,96 per dag vanaf de dag van de Leningsovereenkomst tot aan de dag van voldoening. Daartoe beroept Bluestone zich op de Leenovereenkomst.
10. [verzoeker] heeft verweer gevoerd dat strekt tot afwijzing van tegenverzoek. De overeenkomst is volgens [verzoeker] opgemaakt om het gat in de boekhouding van Bluestone te vullen en het betaalde bedrag zou na een afscheid worden verrekend met een nog te bedingen vertrekvergoeding.
11. Bij de beoordeling zal voor zover van belang verder worden ingegaan op de standpunten van partijen

Beoordeling

12. Allereerst dient de vraag te worden beantwoord of de kantonrechter te Amsterdam bevoegd is van het geschil kennis te nemen, en zo ja, welk recht dient te worden toegepast.

Bevoegdheid

13. [verzoeker] heeft gesteld dat de bevoegdheid kan worden gegrond op de forumkeuze in de overeenkomsten met Comparta en Lanius, omdat deze overeenkomsten en de Overeenkomst als één overeenkomst kunnen worden gezien. Deze stelling wordt niet gevolgd. Daartoe geldt het volgende.
13. In dit geding heeft [verzoeker] vernietiging verzocht van de opzegging van de Overeenkomst door Bluestone. De daarop gegronde verzoeken tot betaling richten zich enkel tegen Bluestone. Er zijn geen verzoeken of vorderingen gericht tegen Lanius en Comporta.
13. Verder staat als onvoldoende betwist vast dat aan de overeenkomsten van [verzoeker] met Lanius en Comparta feitelijk geen uitvoering is gegeven. Volgens de verklaring van [verzoeker] ter zitting dienden de overeenkomsten ertoe om een gat in de boekhouding van Bluestone te vullen, omdat Bluestone op enig moment begin 2021 niet meer werd gefinancierd door de Zwitserse Trust. De door Comparta verrichte betalingen aan [verzoeker] (zie 1.7) dienden ter voldoening van de door Bluestone verschuldigde vergoeding uit hoofde van de Overeenkomst over de periode januari, februari en maart 2021, zo is ter zitting vastgesteld. [verzoeker] heeft desgevraagd bevestigd dat hij los van deze betaling van Comparta of Lanius geen vergoedingen heeft ontvangen voor werkzaamheden.
13. Voor wat betreft de gestelde werkzaamheden voor Lanius heeft Bluestone onbetwist gesteld dat deze werkzaamheden in overeenstemming zijn met artikel 1 van de Overeenkomst, waarin staat dat [verzoeker] zijn diensten verleende aan alle entiteiten binnen de Groep.
13. Gelet op het voorgaande gaat de kantonrechter voorbij aan de forumkeuze en rechtskeuze in de overeenkomsten met Comparta en Lanius. De stelling dat de overeenkomsten met Comporta en Lanius in de plaats zijn getreden van de Overeenkomst mist feitelijke grondslag.
13. Voor de beoordeling van de vraag of de kantonrechter rechtsmacht toekomt knoopt de kantonrechter aan bij de stelling van [verzoeker] in het verzoekschrift dat de Overeenkomst kwalificeert als een arbeidsovereenkomst. Dit betreft ook de kern van het geschil. Derhalve dient te worden onderzocht welke rechter bevoegd is kennis te nemen van geschillen tussen partijen in arbeidszaken. Anders dan Bluestone heeft aangevoerd, dient in onderhavig geschil niet te worden gekeken naar het verdrag van 30 juni 2005 inzake bedingen van forumkeuze, maar naar de Brussel I bis-verordening. Immers, zowel verzoeker als verweerders hebben hun woonplaats dan wel vestigingsplaats op het grondgebied van een lidstaat, namelijk Spanje respectievelijk Nederland.
13. In artikel 21 van Brussel I bis-verordening staat als hoofdregel dat de werkgever met vestigingsplaats op het grondgebied van een lidstaat onder andere kan worden opgeroepen voor het gerecht in de lidstaat waar hij is gevestigd. Artikel 23 van deze verordening bepaalt dat slechts kan worden afgeweken van de volgens deze verordening bevoegde rechter middels een overeenkomst gesloten na het ontstaan van het geschil, of als de werknemer de mogelijkheid heeft de zaak bij andere gerechten aanhangig te maken. Oftewel, een forumkeuze is slechts geldig indien deze is gedaan na het ontstaan van het geschil. Bij het aangaan van de Overeenkomst, waarin partijen een forumkeuze hebben gedaan, bestond het onderhavige geschil nog niet. Een en ander betekent dat niet kan worden uitgegaan van een geldige forumkeuze.
13. De kantonrechter acht zich aldus bevoegd om van het geschil kennis te nemen.

Toepasselijk recht

21. [verzoeker] stelt zich op het standpunt dat op de Overeenkomst Nederlands recht van toepassing is, wat Bluestone betwist. Welk recht op een grensoverschrijdende overeenkomst van toepassing is, wordt geregeld in de Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I).
22. In de Overeenkomst is een rechtskeuze gedaan voor de toepasselijkheid van het recht van Engeland en Wales. Betwist is echter dat tussen partijen overeenstemming tot stand is gekomen over de keuze van het toepasselijk recht. De kantonrechter is daarom van oordeel dat niet kan worden uitgegaan van de rechtskeuze in de Overeenkomst. Aldus dient de vraag naar het toepasselijk recht te worden beoordeeld aan de hand van de objectieve verwijzingsregels.
23. Indien wordt uitgegaan van een arbeidsovereenkomst mag een rechtskeuze op grond van artikel 8 lid 1 Rome 1 niet tot gevolg hebben dat een werknemer de bescherming verliest van het recht dat zou hebben gegolden indien geen rechtskeuze was gedaan. Ter beoordeling daarvan wordt gekeken naar het gewoonlijk werkland van de werknemer, of bij gebrek van een gewoonlijk werkland, naar het land waar de werkgever gevestigd is, zo volgt uit artikel 8 leden 2 en 3 Rome 1. Als uit het geheel van de omstandigheden echter blijkt dat de arbeidsovereenkomst een kennelijk nauwere band heeft met een ander land dan het gewoonlijk werkland dan wel het vestigingsland, dan is op grond van artikel 8 lid 4 Rome 1 het recht van dat land van toepassing. Bij het bepalen van deze kennelijk nauwere band moet volgens de Hoge Raad (HR 20 mei 2020, ECLI:HR:2020:958) rekening worden gehouden met het land waar de werknemer belastingen en heffingen op inkomsten uit arbeid betaalt, het land waar hij is aangesloten bij de sociale zekerheid, pensioen-, ziektekostenverzekerings- en invaliditeitsregelingen en de criteria betreffende de vaststelling van het salaris en de andere arbeidsvoorwaarden.
24. Gelet op het voorgaande wordt overwogen als volgt.
25. [verzoeker] woont in Spanje en verrichtte zijn werkzaamheden voor de - wereldwijd opererende Groep - vanuit huis. De vergoeding voor zijn werkzaamheden werd betaald in GBP zonder dat Nederlands pensioen of Nederlandse belastingen werden ingehouden. Dat [verzoeker] in Nederland is aangesloten bij de sociale zekerheid of een van de andere hiervoor genoemde regelingen is niet gesteld of gebleken.
25. Voor wat betreft de inhoud van zijn werkzaamheden heeft [verzoeker] in algemene termen gesteld dat in 2021 het zwaartepunt van zijn werkzaamheden lag bij Lanius, en dat hij als
liaisonlid was van het Lanius/Sirius Energy team. Daarbij heeft hij input geleverd aan de Amerikaanse advocaat in verband met een belastingonderzoek in de Verenigde Staten en ook aan Nederlandse Advocaten die Lanius verdedigden in Nederlandse rechtszaken, waaronder een procedure bij de Ondernemingskamer in 2021, zo stelt [verzoeker] met verwijzing naar de vindplaats van deze zaak [1] . Lanius houdt 50% van de aandelen in een Mexicaanse joint-venture vennootschap Sirius. De resterende 50% van de aandelen in Sirius wordt gehouden door een joint-venture partner TMS. TMS is een dochtervennootschap van Perseus, die namens een aantal Mexicaanse zakenlieden actief is op de Mexicaanse energiemarkt, zo valt te lezen in de feiten van deze uitspraak.
27. Partijen hebben de Overeenkomst in de Engelse taal opgesteld, en getekend in Engeland. Volgens de Engelstalige aanbevelingsbrieven van 8 februari 2018 en 13 mei 2019 (producties 6 en 7 bij het verzoekschrift), is [verzoeker] sinds 2009 als
consultant/contractorbetrokken bij Satelliet Support Sevices Limted, gevestigd in de Britse Maagdeneilanden, en had hij als Chief Executive Officer standplaats in Londen. Deze brieven zijn afkomstig van ene Graham A Collet FCA,
Directoren
Principalvan respectievelijk in de Britse Maagdeneilanden en het Verenigd Koninkrijk gevestigde entiteiten. Het betreft ook een overwegend Britse trust waar [verzoeker] zijn werkzaamheden voor heeft verricht.
27. Op basis van voorgaande omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat een gewoonlijk werkland niet kan worden vastgesteld.
27. Bluestone is gevestigd in Nederland, maar dat is feitelijk de enige connectie met Nederland. Gesteld noch gebleken is dat de werkzaamheden van [verzoeker] zich richtten op Nederland. De door [verzoeker] - niet verder toegelichte - stukken met betrekking tot de Groep en zijn werkzaamheden bieden daarvoor evenmin aanknopingspunten. Naar het oordeel van de kantonrechter kan uit het geheel van de omstandigheden geen nauwere band met Nederland worden aangenomen, zodat toepasselijkheid van Nederlands recht op deze grond niet kan worden aangenomen.
27. De conclusie van het voorgaande is dat, ongeacht de kwalificatie van de Overeenkomst, de objectieve verwijzingsregels van Rome 1 niet leiden tot toepasselijkheid van Nederlands recht. De kantonrechter zal de verzoeken van [verzoeker] , die zonder uitzondering zijn gebaseerd op het Nederlandse recht, dan ook afwijzen. Of het recht dat wel op de rechtsverhouding van toepassing is, correct is toegepast, ligt thans niet ter beoordeling voor.

In het tegenverzoek

31. Met betrekking tot het door Bluestone gedane tegenverzoek geldt dat Bluestone niet ontvankelijk is in haar verzoek omdat geen sprake is van een procedure als bedoeld in boek 7, titel 10, afdeling 9 en dus evenmin van een daarmee verband houdende andere vordering. Deze vordering dient middels een dagvaarding te worden ingeleid.
32. Gelet op de uitkomst van de zaak, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder hun eigen proceskosten dragen.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de verzoeken over en weer af;
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.J. Lourens, kantonrechter en op 15 december 2022 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.