In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 14 december 2022, is een kort geding aanhangig gemaakt door [eiseres], de moeder van [minderjarige 1]. De moeder vordert dat de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering haar opnieuw inschrijft bij GGZ Drenthe voor een hulpverleningstraject. De moeder heeft eerder te maken gehad met de schorsing van haar gezag over haar kind, wat is opgelegd door de rechtbank op 7 december 2022, vanwege zorgen over haar opvoedingscapaciteiten en de ontwikkeling van het kind. De moeder heeft sindsdien stappen ondernomen om haar situatie te verbeteren, waaronder het aanvragen van een persoonlijkheidsonderzoek en het zoeken naar huisvesting. De voorzieningenrechter heeft in deze zaak de belangen van het kind vooropgesteld en geoordeeld dat de moeder een nieuwe kans moet krijgen om het traject bij GGZ Drenthe te volgen. De rechter heeft bepaald dat William Schrikker moet meewerken aan deze inschrijving en het traject, en dat de vorderingen van de moeder om verdere rechtsmaatregelen uit te stellen en om tijd te geven voor het persoonlijkheidsonderzoek zijn afgewezen. De rechter heeft benadrukt dat het belang van het kind, [minderjarige 1], voorop staat en dat de moeder de kans moet krijgen om haar ouderschap te verbeteren.