Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Ontvankelijkheid van de officier van justitie
mandat d’arrêt’niet kan worden aangemerkt als een EAB in de zin van artikel 1, eerste lid, KEAB en dat de vordering van de officier van justitie niet op een geldig EAB berust. Het openbaar ministerie dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.
ex nuncwordt getoetst, maar met terugwerkende kracht moet worden gekeken of de uitvaardigende autoriteit destijds bevoegd was om het EAB uit te vaardigen. [2] Nu ten tijde van het uitvaardigen van het EAB in 2005, de Franse Procureur-Generaal niet als bevoegde justitiële autoriteit in de zin van artikel 6, eerste lid, KEAB en artikel 1, aanhef en onder i, OLW en artikel 5 OLW kan worden aangemerkt, dient de officier van justitie niet-ontvankelijk te worden verklaard.
ex nuncdient te worden getoetst. [3] Bovendien volgt uit recente e-mailberichten dat de Franse autoriteiten dat het EAB wordt gehandhaafd.
4.Grondslag en inhoud van het EAB
instructed a legal counsellor (…) to defend him at the trial and was indeed defended by that counsellor during the trial’. Uit de aanvullende informatie van 2 november 2022 blijkt dat de opgeëiste persoon ter zitting bij het gerechtshof te Versailles is vertegenwoordigd door “
two chosen lawyers who were heard and pleaded”. Uit deze informatie leidt de rechtbank af dat de gekozen advocaten door de opgeëiste persoon gemachtigd waren om hem ter zitting te vertegenwoordigen.
5.Strafbaarheid: feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Procureur-Generaal van het openbaar ministerie bij het gerechtshof van Versailles (Frankrijk) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
[opgeëiste persoon].
[opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf. Dit bevel is apart opgemaakt.