Op 1 december 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door de Regionale Rechtbank in Rzeszów, Polen. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die verdacht wordt van betrokkenheid bij de productie en handel in verdovende middelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon, geboren in Polen, ten minste vijf jaar ononderbroken rechtmatig in Nederland verblijft, waardoor hij gelijkgesteld kan worden met een Nederlander. Dit is van belang voor de terugkeergarantie die vereist is voor de overlevering.
Tijdens de zitting op 17 november 2022 werd de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en werd er een verzoek gedaan om een terugkeergarantie van de Poolse autoriteiten. Deze garantie werd op 18 november 2022 verstrekt, waarin werd bevestigd dat de opgeëiste persoon, indien veroordeeld, zijn straf in Nederland kan ondergaan. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen structurele gebreken in de Poolse rechtsorde zijn die een reëel gevaar voor een eerlijk proces zouden opleveren, omdat de opgeëiste persoon geen bewijs heeft geleverd dat zijn zaak negatief beïnvloed zou worden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat aan alle voorwaarden voor overlevering is voldaan en dat er geen weigeringsgronden zijn. De rechtbank heeft daarom de overlevering van de opgeëiste persoon toegestaan, met inachtneming van de verstrekte terugkeergarantie.