Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Circuit Court in Bydgoszcz, III Criminal Division(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
het vonnis van deRegional Court in Bydgoszczvan 28 februari 2011 (XVI K 4682/10).
het arrestatiebevel van deDistrict Court in Bydgoszczvan 24 juli 2019 (IX Kp 277/19).
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Regional Court in Bydgoszczvan 28 februari 2011 (XVI K 4682/10) een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf is opgelegd. In het EAB staat vermeld dat de opgeëiste persoon in persoon is verschenen bij het proces dat tot voornoemd vonnis van 28 februari 2011 heeft geleid. De weigeringsgrond zoals bedoeld in artikel 12 OLW is daarom op dit vonnis niet van toepassing.
Regional Court in Bydgoszczvan 28 februari 2011 opgelegde gevangenisstraf van één jaar en twee maanden. Er is derhalve geen sprake geweest van een wijziging in de aard of de maat van de aanvankelijk opgelegde straf. De omstandigheid dat de opgeëiste persoon volgens het EAB nog slechts één jaar gevangenisstraf hoeft uit te zitten vormt geen aanleiding om te veronderstellen dat de straf bij de beslissing tot tenuitvoerlegging van 18 november 2011 is gewijzigd. De rechtbank wijst daarom het verzoek van de raadsman af.
5.Strafbaarheid
Regional Court in Bydgoszczvan 28 februari 2011 (XVI K 4682/10) levert naar Nederlands recht op:
District Court in Bydgoszczvan 24 juli 2019 (PR 1 Ds. 1182/2011) levert naar Nederlands recht op:
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
- een uittreksel uit de basisregistratie personen, waaruit blijkt dat de opgeëiste persoon sinds 21 september 2016 ingeschreven staat in Nederland;
- jaaropgaven over de jaren 2017 tot en met 2021 en salarisspecificaties over de maanden januari tot en met september 2022, waaruit blijkt dat de opgeëiste persoon in die jaren tenminste 50% van de bijstandsnorm heeft verdiend en er dus sprake is geweest van reële en daadwerkelijke arbeid.
Regional Court in Bydgoszczvan 28 februari 2011 (XVI K 4682/10) en gelijktijdig de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf in Nederland bevelen.
7.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
8.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
9.Slotsom
Regional Court in Bydgoszczvan 28 februari 2011 (XVI K 4682/10) te worden geweigerd. De tenuitvoerlegging van die vrijheidsstraf in Nederland zal worden bevolen.
District Court in Bydgoszczvan 24 juli 2019 (PR 1 Ds. 1182/2011) is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW, dat er ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan en dat er geen sprake is van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Ten aanzien van het arrestatiebevel dient de overlevering te worden toegestaan.
10.Toepasselijke wetsbepalingen
11.Beslissing
[naam opgeëiste persoon]aan de
Circuit Court in Bydgoszcz, III Criminal Division(Polen) voor zover het EAB ziet op het vonnis van de
Regional Court in Bydgoszczvan 28 februari 2011 (XVI K 4682/10);
[naam opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf. Dit bevel is apart op schrift gesteld;
[naam opgeëiste persoon]aan de
Circuit Court in Bydgoszcz, III Criminal Division(Polen) voor zover het EAB ziet op het arrestatiebevel van de
District Court in Bydgoszczvan 24 juli 2019 (PR 1 Ds. 1182/2011).