Uitspraak
beslissing
RECHTBANK AMSTERDAM
hierna: de rechters.
1.De procedure
2.De feiten
“
Geachte raadslieden,
Rechtbank Amsterdam
Op 24 oktober 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoeker, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. R.D.A. van Boom. Het verzoek was gericht tegen de rechters mr. C.M. Berkhout, mr. B.M. Visser en mr. E. Weller, die betrokken waren bij de behandeling van een strafzaak. Verzoeker stelde dat de rechters blijk gaven van vooringenomenheid door in hun motivering van de beslissingen op de onderzoekswensen het vertrouwensbeginsel voorop te stellen, wat volgens hem zijn recht op een eerlijk proces zou schaden. De wrakingskamer heeft de processtukken en de reacties van de rechters en het Openbaar Ministerie in overweging genomen. De rechters gaven aan dat hun motivering summier was en dat zij zich niet zouden verschonen. De wrakingskamer concludeerde dat de vrees van verzoeker voor partijdigheid niet objectief gerechtvaardigd was. De beslissing van de rechters om het verzoek tot onderzoekswensen grotendeels af te wijzen, werd niet als blijk van vooringenomenheid gezien. Het verzoek tot wraking werd dan ook ongegrond verklaard.