Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Circuit Court in Gliwice(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
enforceable decision on provisional arrest, te weten:
III Kp 465/20 (PK IX WZ Ds 59.2018 – Case Of The National Prosecutor’s Office – Silesian Branch Division Of The Department For Organised Crime And Corruption.
KP-nummerziet altijd op het nationale bevel; het
Kop-nummerziet op het Europese bevel. Dit is tevens terug te vinden in het bijbehorende A-formulier. De officier van justitie verzet zich tegen het aanhoudingsverzoek van de raadsman nu over de referentienummers wat haar betreft geen onduidelijkheid bestaat.
4.Strafbaarheid: feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5. Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6. Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU: redelijke termijn
Aan het stelsel van het EAB ligt het wederzijdse vertrouwen van de lidstaten ten grondslag “dat hun respectieve nationale rechtsordes in staat zijn een effectieve en gelijkwaardige bescherming te bieden van de op Unieniveau, in het bijzonder in het Handvest van de grondrechten, erkende grondrechten, zodat de personen tegen wie een Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd dus binnen de rechtsorde van de uitvaardigende lidstaat eventuele rechtsmiddelen kunnen aanwenden ter betwisting van de rechtmatigheid van de procedure van strafvervolging (…)” (HvJ EU 30 mei 2013, zaak C-168/13 PPU, ECLI:EU:C:2013:358 (Jeremy F.), punt 50). Nu het EAB strekt tot strafvervolging, zal de opgeëiste persoon zich dus bij de strafrechter in Luxemburg kunnen beroepen op zijn recht op berechting binnen een redelijke termijn.”
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[naam opgeëiste persoon]aan
the Circuit Court in Gliwice(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.