Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 oktober 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres
de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [derde partij] , te Utrecht,
Inleiding
Netwerkuitbreiding Toekomstbeeld OV” in de documenten 167, 172 en 173 niet meer in geschil is. Hetzelfde geldt voor de weigering tot openbaarmaking van tekst onder “
Resultaten externe review i.r.t. marktverkenning
3a. Internationale verbindingen” in documenten 168 en 170 dan ook ten onrechte buiten de reikwijdte van het Wob-verzoek verklaard. Ter zitting heeft eiseres haar standpunt nader toegelicht. Volgens eiseres vallen internationale verbindingen onder gunning van het hoofdrailnet, omdat het sneller of frequenter rijden op bepaalde trajecten impact kan hebben op ordeningsvraagstukken.
Consequenties van mogelijke netwerkindelingen’ [3] en heeft geen reden om aan het standpunt van verweerder te twijfelen. Daar waar het discussiedocument afwijkt van het definitieve rapport, mocht verweerder het belang van goede samenwerking van betrokken partijen en het belang van vrijelijk en zonder terughoudendheid informatie en kennis uitwisselen zwaarder laten wegen dan het algemeen belang bij openbaarmaking van het document 62. Voor wat betreft de documenten 79, 90, 95 en 111 stelt de rechtbank vast dat dit conceptversies zijn van het hiervoor genoemde eindrapport. Ook voor deze documenten geldt dat voor zover de conceptversies afwijken van het definitieve rapport verweerder het belang van voorkomen van onevenredige benadeling zwaarder mocht laten wegen dan het belang van openbaarmaking. Voor zover het discussiedocument en de concepten overeenkomen met het definitieve rapport geldt dat deze passages reeds openbaar zijn en dat de Wob daarop niet van toepassing is.
conclusies’ in document 158 het belang van betrokken rechtspersonen zoals ProRail onevenredig schaden. Volgens verweerder is de conclusie een eerste inschatting van ProRail over varianten en spoorwegveiligheid. Openbaarmaking kan de gesprekken met de betrokken partijen (en toekomstige overleggen) over spoorknelpunten bemoeilijken, aldus verweerder.
conclusies’ volgt de rechtbank verweerder niet in zijn standpunt. Verweerder heeft, gelet op de informatie die voorafgaand aan de ‘conclusies’ in hetzelfde document wel openbaar zijn gemaakt, niet deugdelijk gemotiveerd dat de gevolgen van openbaarmaking dermate nadelig zijn voor verweerder als bestuursorgaan dan wel een andere betrokken partij dat openbaarmaking van deze informatie krachtens artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob mag worden geweigerd. Het beroep is in zoverre gegrond.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover openbaarmaking van document 158 van de inventarislijst deels is geweigerd zoals geoordeeld in rechtsoverweging 4.2.5 en laat het bestreden besluit voor het overige in stand;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 365,- aan eiseres te vergoeden.
Informatie over hoger beroep
Bijlage 1: het volledige Wob-verzoek
Hoofdlijnen integrale besluit marktordening op het spoor na 2024, hierna de “brief”) dat u voornemens bent om de concessie voor het hoofdrailnet (“HRN”) (wederom) onderhands te gunnen aan de Nederlandse Spoorwegen (“NS”) voor de periode 2025-2035.