ECLI:NL:RBAMS:2022:6788

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 oktober 2022
Publicatiedatum
18 november 2022
Zaaknummer
AMS 22/605
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herzieningsverzoek Anw; beoordeling van nieuwe feiten en omstandigheden in bestuursrechtelijke context

In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 6 oktober 2022, zaaknummer AMS 22/605, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek om herziening van een eerder besluit behandeld. Eiseres, afkomstig uit Marokko, had in 2005 een Anw-uitkering toegekend gekregen, maar verzocht in 2020 om terug te komen op dit besluit, omdat zij stelde dat er nieuwe feiten waren die haar aanvraag rechtvaardigden. De rechtbank oordeelt dat eiseres geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden heeft aangevoerd die aanleiding geven om het eerdere besluit te herzien. De rechtbank stelt vast dat de omstandigheden die eiseres aanvoert, zoals problemen met haar trouwboekje en informatie van een publieke spreker in Marokko, al vóór het eerdere besluit bekend waren en dus niet als nieuw kunnen worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om het besluit van 21 oktober 2005 onmiskenbaar onjuist te achten. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 22/605

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 oktober 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , uit Marokko, eiseres

(gemachtigde: M. Zarioh),
en

de raad van bestuur van de sociale verzekeringsbank, verweerder

(gemachtigde: mr. N. Diamant).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van verweerder van het verzoek van eiseres om terug te komen van het besluit van 21 oktober 2005. In dat besluit is aan eiseres per 1 april 2003 een uitkering op grond van de Algemene nabestaanden wet (Anw) toegekend.
Met het bestreden besluit van 21 december 2021 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij haar afwijzing gebleven.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 12 september 2022 op zitting behandeld. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Namens eiseres is ook verschenen: [de persoon] .

Totstandkoming van het bestreden besluit

1. De echtgenoot van eiseres is op [datum] overleden. Op 6 april 2004 heeft eiseres een aanvraag ingediend voor een Anw-uitkering.
2. Met een besluit van 21 oktober 2005 is aan eiseres per 1 april 2003 een Anw-uitkering toegekend. Tegen dit besluit is eiseres in bezwaar en vervolgens in beroep gegaan. In die procedures heeft eiseres geen gelijk gekregen, waardoor het besluit van 21 oktober 2005 in rechte vaststaat.
3. Op 25 mei 2020 heeft eiseres verweerder verzocht om terug te komen van het besluit van 21 oktober 2005 en verzocht om haar een Anw-uitkering toe te kennen over de periode [datum] tot 1 april 2003. Volgens eiseres heeft zij na het overlijden van haar echtgenoot in Marokko het advies gekregen om onder andere het trouwboekje te laten corrigeren door de rechtbank in Marokko, alvorens een aanvraag om Anw-uitkering in te dienen. Volgens eiseres heeft de procedure bij de rechtbank in Marokko enkele jaren in beslag genomen, waardoor zij niet in staat was deze documenten eerder over te leggen.
4. In het bestreden besluit stelt verweerder zich op het standpunt dat eiseres geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden heeft aangevoerd die aanleiding geven om terug te komen van het besluit van 21 oktober 2005. Evenmin is volgens verweerder sprake van een onmiskenbaar onjuist besluit. Als verweerder eerder had geweten dat de aanvraag te laat was ingediend omdat eiseres door een loket in [plaats] onjuist was geïnformeerd, zoals door haar gesteld, was nog steeds geen sprake van een bijzonder geval die een langere terugwerkende kracht dan één jaar rechtvaardigt.

Beoordeling door de rechtbank

5. De rechtbank stelt vast dat verweerder in deze zaak toepassing heeft gegeven aan artikel 4:6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat de bestuursrechter aan de hand van de aangevoerde beroepsgronden toetst of verweerder zich terecht, zorgvuldig voorbereid en deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. Als de bestuursrechter tot het oordeel komt dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn, dan kan dat de afwijzing van het verzoek om herziening van het eerdere besluit in beginsel dragen. De bestuursrechter kan niettemin aan de hand van de beroepsgronden tot het oordeel komen dat het bestreden besluit evident onredelijk is. Als verweerder op dit punt beleid voert, toetst te bestuursrechter in de eerste plaats of verweerder een juiste toepassing heeft gegeven aan haar beleid. [1]
6. Eiseres voert aan dat haar voormalig echtgenoot voor zijn overlijden heeft benadrukt dat zij haar trouwboekje nodig zou hebben om een uitkering aan te kunnen vragen. Na het overlijden van haar echtgenoot is eiseres naar de publieke spreker in Marokko gegaan om aan te tonen dat zij daadwerkelijk getrouwd was met haar voormalig echtgenoot en om te vragen wat zij nodig had om een Anw-uitkering aan te vragen. Volgens eiseres bleek toen dat haar geboortedatum in het trouwboekje niet overeen kwam met haar legitimatie. De publieke spreker had blijkbaar geïnformeerd bij verweerder waar hij te horen had gekregen dat de gegevens in het trouwboekje moeten kloppen, alvorens de aanvraag kan worden ingediend. Volgens eiseres heeft het jaren geduurd voordat de gegevens door de rechtbank gecorrigeerd waren. Volgens eiseres wordt zij ten onrechte benadeeld door een fout van de publieke spreker en verweerder. Ook is volgens eiseres onvoldoende rekening gehouden met haar medische toestand.
Is er sprake van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden?
7. Onder nieuw gebleken feiten en veranderde omstandigheden worden verstaan feiten of omstandigheden die ná het eerdere besluit zijn voorgevallen, dan wel feiten of omstandigheden die weliswaar vóór het eerdere besluit zijn voorgevallen, maar die niet vóór dat besluit konden worden aangevoerd. Nieuw gebleken feiten zijn ook bewijsstukken van al eerder gestelde feiten of omstandigheden, als deze bewijsstukken niet eerder konden worden overgelegd.
8. De rechtbank stelt vast dat eiseres bij haar verzoek van 25 mei 2020 geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden heeft vermeld. De omstandigheden zoals door eiseres naar voren gebracht speelde al in de periode rond de eerste aanvraag. Eiseres heeft voldoende gelegenheid gehad de omstandigheden naar voren te brengen in de eerdere procedure. Dat – zoals door eiseres gesteld – de gemachtigde van eiseres destijds zonder medeweten de procedure is gestart, komt voor rekening en risico van eiseres.
Is het besluit onmiskenbaar onjuist?
9. Op grond van beleidsregel SB1076 acht verweerder het evident onredelijk om zonder terugwerkende kracht terug te komen van een rechtens onaantastbaar besluit indien dit besluit onmiskenbaar onjuist is. De rechtbank volgt verweerder in haar standpunt dat geen aanleiding bestaat om het besluit van 21 oktober 2005 onmiskenbaar onjuist te achten. De omstandigheden die eiseres noemt, namelijk het afgaan op informatie van de publieke spreker in Marokko en een slechte gezondheid, leveren geen bijzonder geval op waardoor verweerder bevoegd was het ouderdomspensioen met een terugwerkende kracht van meer dan één jaar toe te kennen. Verder is er geen bewijs van de stelling van eiseres dat de publieke spreker in Marokko destijds is afgegaan op informatie afkomstig van verweerder. Verweerder heeft gemotiveerd betwist dat een dergelijk gesprek heeft plaats gevonden. Verweerder heeft in zijn systemen geen notitie gevonden van een telefonische contact. Bovendien heeft de gemachtigde op zitting nogmaals toegelicht dat het indienen van het trouwboekje geen vereiste is voor het toekennen van een Anw-uitkering, omdat het vaker voorkomt dat namen in Marokko op meerdere manieren geschreven worden. Dergelijke informatie zal dus niet door de Svb zijn doorgegeven. De rechtbank vindt dat verweerder gelet op het bovenstaande een juiste toepassing heeft gegeven aan haar beleid.
Dat betekent dat verweerder niet had hoeven terug te komen op het besluit van
21 oktober 2005.

Conclusie en gevolgen

10. Het beroep is ongegrond. Dit betekent dat eiseres geen gelijk krijgt.
11. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.A.W. Jansen, rechter, in aanwezigheid van mr. I.N. van Soest, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 6 oktober 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 27 december 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:5115.