Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
17 april 2019 door de
Circuit Court in Gorzów Wielkopolski Second Criminal Division(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
Provincial Court in Gorzów Wielkopolskivan 24 januari 2012 met referentie
VII K 126/09.
4.Strafbaarheid: feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
tijdigdienen te worden overgelegd. De rechtbank is van oordeel dat een termijn van uiterlijk 10 dagen voorafgaand aan de zitting in beginsel redelijk is, zodat de stukken door de rechtbank en de officier van justitie kunnen worden bestudeerd en de officier van justitie nog in de gelegenheid is vragen te stellen aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) over de verwachting dat de opgeëiste persoon al dan niet het recht op verblijf in Nederland verliest als gevolg van de opgelegde straf of maatregel, zoals bepaald in artikel 6a, negende lid, OLW. [1]
2 november 2022. De IND acht een verblijfsbeëindiging ten gevolge van de opgelegde straf niet aan de orde.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[naam opgeëiste persoon]aan de
Circuit Court in Gorzów Wielkopolski Second Criminal Division(Polen).
[naam opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf. Dit bevel is apart opgemaakt.