ECLI:NL:RBAMS:2022:6176
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure met betrekking tot Wob-verzoek
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, gevestigd te Amsterdam, en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiseres had op 30 augustus 2021 een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), maar het college heeft niet tijdig een besluit genomen. Eiseres heeft in eerdere procedures beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit, waarbij de rechtbank op 28 januari 2022 het beroep gegrond verklaarde en het college een termijn oplegde om alsnog te beslissen. Echter, het beroep dat eiseres op 18 juli 2022 indiende, werd gedaan na de termijn van de rechterlijke dwangsom, waardoor het beroep tijdig was ingediend.
Eiseres heeft in de tussentijd meerdere keren haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft overwogen dat eiseres niet tweemaal tegen hetzelfde besluit beroep kan instellen en dat zij, alvorens opnieuw beroep in te stellen, het eerdere beroep had moeten intrekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderhavige beroep is ingediend terwijl er al een ander beroep aanhangig was, waardoor de bestuursrechter zich onbevoegd had moeten verklaren als het beroep niet was ingetrokken.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen, omdat er geen sprake was van tegemoetkoming. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.