ECLI:NL:RBAMS:2022:6176

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 oktober 2022
Publicatiedatum
27 oktober 2022
Zaaknummer
AMS 22/3524
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure met betrekking tot Wob-verzoek

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 oktober 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, gevestigd te Amsterdam, en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiseres had op 30 augustus 2021 een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), maar het college heeft niet tijdig een besluit genomen. Eiseres heeft in eerdere procedures beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit, waarbij de rechtbank op 28 januari 2022 het beroep gegrond verklaarde en het college een termijn oplegde om alsnog te beslissen. Echter, het beroep dat eiseres op 18 juli 2022 indiende, werd gedaan na de termijn van de rechterlijke dwangsom, waardoor het beroep tijdig was ingediend.

Eiseres heeft in de tussentijd meerdere keren haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft overwogen dat eiseres niet tweemaal tegen hetzelfde besluit beroep kan instellen en dat zij, alvorens opnieuw beroep in te stellen, het eerdere beroep had moeten intrekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderhavige beroep is ingediend terwijl er al een ander beroep aanhangig was, waardoor de bestuursrechter zich onbevoegd had moeten verklaren als het beroep niet was ingetrokken.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen, omdat er geen sprake was van tegemoetkoming. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 22/3524

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , te Amsterdam, eiseres,

(gemachtigde: A.A. Loonstein),
en

het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder.

Procesverloop

De rechtbank heeft op 18 juli 2022 een beroepschrift ontvangen gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit op het verzoek dat eiseres op 30 augustus 2021 op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) bij verweerder heeft ingediend. [1]
Op 23 augustus 2022 heeft eiseres het beroep ingetrokken en verzocht om verweerder te veroordelen in de proceskosten.

Overwegingen

Wat is er gebeurd?
1. Eiseres heeft op 12 november 2021 beroep ingesteld tegen het niet op tijd nemen van een besluit door verweerder op het Wob-verzoek van 30 augustus 2021. [2] De rechtbank heeft bij uitspraak van 28 januari 2022, verzonden op 30 januari 2022, dat beroep gegrond verklaard en verweerder onder oplegging van een rechterlijk dwangsom een termijn gesteld op alsnog op het Wob-verzoek te beslissen. In de uitspraak van 21 maart 2022 heeft de verzetsrechter het door eiseres tegen de uitspraak van 28 januari 2022 ingediende verzetschrift ongegrond verklaard. [3] De laatste dag van de rechterlijke dwangsomtermijn is vrijdag 15 juli 2022. Het onderhavige beroep is ingediend na 15 juli 2022 en dus op tijd ingediend.
2. Eiseres heeft bij brief van 17 juni 2022, ter griffie ontvangen op 22 juni 2022 opnieuw beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op het Woo-verzoek van 30 augustus 2021. Per e-mail van 23 augustus 2022 heeft eiseres het beroep ingetrokken.
3. Tegen het uitblijven van een beslissing op het Woo-verzoek van 30 augustus 2022 heeft eiseres bij brief van 18 juli 2022, ter griffie ontvangen op 18 juli 2022, een beroepschrift ingediend. Bij besluit van 5 augustus 2022 heeft verweerder het laatste deelbesluit op het Woo-verzoek genomen. Eiseres heeft vervolgens het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten.
Wettelijk kader
4. Eiseres heeft bij de intrekking van het beroep verzocht om vergoeding van de proceskosten, bestaande uit de forfaitaire vergoeding in beroep. [4] De rechtbank sluit het onderzoek en zal uitspraak doen buiten zitting. Het verzoek is kennelijk ongegrond. [5]
5. In de wet staat dat het niet tijdig nemen van een besluit hetzelfde is als een wel
genomen besluit. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan dan ook een beroepschrift
bij de rechtbank worden ingestuurd. [6]
Beoordeling
6. Uit de systematiek van de Awb volgt dat een belanghebbende niet tweemaal tegen hetzelfde besluit beroep bij de rechter kan instellen. [7] In het geval van het niet op tijd nemen van een besluit betekent dat de belanghebbende op hetzelfde moment geen twee of meer afzonderlijke beroepen tegen het niet op tijd nemen van een besluit terzake van dezelfde casus aan de rechter kan voorleggen. In dat geval is de bestuursrechter enkel bevoegd om van het eerst ingestelde beroep kennis te nemen. Belanghebbende kan deze situatie voorkomen door, alvorens opnieuw beroep in te stellen, het eerdere beroep in te trekken.
7. Eiseres heeft hangende het beroep met zaaknummer AMS 22/3092 het onderhavige beroep ingediend. Dat betekent dat de bestuursrechter zich, als het beroep niet was ingetrokken, zich onbevoegd had moeten verklaren om van het onderhavige beroep kennis te nemen. Van een tegemoetkomen kan dan ook geen sprake zijn. Het verzoek om vergoeding van de proceskosten wordt afgewezen.
8. Er is niet tegemoetgekomen. Vergoeding van het griffierecht is dus niet aan de orde.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om verweerder te veroordelen in de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.C. Langendoen, rechter, in aanwezigheid van
M.P. Osinga Sanders, de griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
20 oktober 2022
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Bent u het niet eens met deze uitspraak, dan kunt u een verzetschrift opsturen naar deze rechtbank. U kunt een verzetschrift opsturen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. In het verzetschrift kunt u vragen om te worden gehoord. In dat geval vindt alsnog een zitting plaats.
Coll: M.P.O.
D: B

Voetnoten

1.de afkorting Wob staat voor de Wet openbaarheid van bestuur. De Wob is per 1 mei 2022 vervangen
2.dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer AMS 21/5496
3.uitspraak in de zaaknummers AMS 22/1031 (voorlopige voorziening) en AMS 21/5496 V
4.onder toepassing van artikel 8:75a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
5.onder toepassing van artikel 8:54, eerste lid, Awb op grond van artikel 8:75a, derde lid, Awb
6.artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb