Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Circuit Court in Płock(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
1.Procesgang
mr. K. van der Schaft en officier van justitie mr. M. Westerman. Op beide zittingen is het onderzoek ter zitting geschorst, omdat de opgeëiste persoon wegens dringende medische redenen niet in staat was ter zitting te verschijnen.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
- een
- een
II K 130/18.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
in his hands, heeft ontvangen. Om die reden is niet duidelijk of de opgeëiste persoon op de hoogte is geweest van de behandeling in hoger beroep. De situatie als bedoeld in artikel 12, sub a, OLW is daarmee niet van toepassing. Ook de situatie als bedoeld in artikel 12, sub b, OLW is volgens de raadsvrouw niet van toepassing, nu niet duidelijk is of de advocaat die in hoger beroep is verschenen gemachtigd was om de verdediging te voeren.
the attorney substituting the defense counsel appointed personally by [opgeëiste persoon] was present at the hearing’. Uit die zinsnede kan niet opgemaakt worden of sprake was van een door de opgeëiste persoon gemachtigde advocaat of van een gemachtigd waarnemer van die advocaat. De raadsvrouw heeft hierbij verwezen naar de uitspraak met kenmerk: ECLI:NL:RBAMS:2019:9667, waar een soortgelijke formulering tot een weigering van de overlevering geleid heeft.
5.Strafbaarheid: feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Circuit Court in Płock(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.