6.1.3.Heeft verdachte giften aangenomen?
De rechtbank zal hierna beoordelen of sprake is geweest van door de aannemers verleende giften, beloften of diensten die door verdachte zijn aangenomen. Dit zal zij doen per aannemer en vervolgens per vermeende gift. Als zij tot dit oordeel komt, zal zij vervolgens – onder 6.1.5. – bezien of de omvang, aard en frequentie van deze giften, beloften of diensten zodanig zijn dat deze niet anders kunnen worden geïnterpreteerd dan als bedoeld om voor deze aannemers of één van hun bedrijven, een voorkeursbehandeling te verkrijgen. Daarbij zal de rechtbank ook bezien of er mogelijk contra-indicaties aanwezig zijn om dit aan te nemen.
[naam 1] ( [bedrijf 1] ., [bedrijf 2] en [bedrijf 3] )
Op 12 april 2013 stuurde [naam 1] vijf e-mails naar de e-mailadressen van verdachte en [naam 7] , ook werkzaam bij de gemeente Amsterdam, met steeds een offerte in de bijlage. Het betreft een offerte ‘Westerpark’ voor € 15.398,75, een offerte ‘grasveld gashouder’ voor € 7.822,50, een offerte ‘hondenschool’ voor € 12.786,20, een offerte ‘div bestratingen’ voor € 7.896en een offerte ‘schooltuinen’ voor € 3.530,35.
De volgende WhatsApp-gesprekken tussen verdachte en [naam 1] vonden hierna plaats:
[verdachte] : [naam 1] , als het goed is heb ik een motor gevonden voor me BMW!vandaag hoor ik het,kan jij die factuur voor mij betalen als verrekening op het werk in het park!
[naam 1] : Hoeveel is het?
[verdachte] : Hoor ik vanmiddag nog!
[naam 1] : Goedemorgen welke 2 (fact) kan ik weg doen?
[verdachte] : Goedemorgen die van de gashouder en die van de transformatorhuis
[verdachte] : [naam 1] !voor dat motorblok het ik €2500 euro nodig!is dat te regelen?
[verdachte] : [naam 1] , weet je al wat!want motoren zijn niet voor het oprapen!
[naam 1] : Goedemorgen, ja dat kan.
Ga er dan wel vanuit dat wij glad zijn op de 5 opdrachten. Hoor het wel
Gr. [naam 1]
: Bedrijfsnaam [bedrijf 3]
Omschrijving : aan u verhuurd bedrijfswagen voor de periode van 6 weken
voor een bedrag van € 2500,- incl btw
[verdachte] : Ok
[verdachte] : Kan die factuur ook gefaxt worden
Op 10 mei 2013 is door het bedrijf FES Tuning per e-mail een rekening gericht aan [bedrijf 3] verzonden naar het e-mailadres: [e-mailadres] . Het gaat om een rekening met factuurnummer 6446 van € 2.500,01 inclusief btw en met omschrijving ‘Auto huur voor zes weken’.
Op 14 mei 2013 is vanaf de rekening van [bedrijf 3] een bedrag van € 2.500,01 overgeboekt naar het rekeningnummer van FES Tuning, met omschrijving ‘factuurnummer 6446’.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij geen motorblok voor zijn BMW heeft aangeschaft en dat hij dus ook nooit een betaling hiervoor van [naam 1] heeft ontvangen.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden bewezen dat verdachte motorblok van een BMW als gift heeft aangenomen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. [naam 1] heeft meermalen laten weten dat de € 2.500,01 die hij heeft overgemaakt naar FES Tuning een factuur betreft voor het huren van een auto, zoals ook staat vermeld op de factuur. De BMW (met het motorblok van FES Tuning) is niet aangetroffen. In het dossier zitten ook geen gegevens van het Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) dat er daadwerkelijk een nieuw motorblok in de BWM is geplaatst, terwijl het vereist is om een dergelijke wijziging bij het RDW te melden. Op basis van de WhatsApp-gesprekken kan tot slot ook niet met zekerheid worden gezegd dat [naam 1] voor het motorblok heeft betaald.
Oordeel van de rechtbank
Uit de WhatsApp-gesprekken blijkt dat verdachte en [naam 1] zijn overeengekomen dat [naam 1] € 2.500,- voor een nieuwe motorblok voor de BMW van verdachte voor zijn rekening neemt ‘
als verrekening op het werk in het park’. [naam 1] laat later ook weten die € 2.500,- te regelen onder de voorwaarde dat ze ‘
glad zijn op de 5 opdrachten’. Tegen de achtergrond van de op 12 april 2013 door [naam 1] gestuurde offertes, kan het niet anders dan dat [naam 1] het heeft over de vijf door hem uit te voeren opdrachten in het Westerpark. Uit het dossier blijkt vervolgens dat [naam 1] aan verdachte laat weten dat de factuur voor het motorblok naar [bedrijf 3] kan worden gestuurd. Ook laat hij weten welke omschrijving er op de factuur moet komen staan. . Twee dagen later stuurt FES Tuning een rekening van € 2.500,01 naar [bedrijf 3] , met daarop de omschrijving die [naam 1] aan verdachte had doorgegeven. Deze factuur is door [bedrijf 3] betaald.
Gelet op het voorgaande, vindt de rechtbank bewezen dat verdachte een motorblok voor een BMW van € 2.500,01 als gift van [naam 1] , dan wel [bedrijf 3] , heeft aangenomen. Dat niet is gebleken dat het motorblok daadwerkelijk in de BMW is geplaatst en het motorblok niet bij verdachte is aangetroffen, vindt de rechtbank voor de bewezenverklaring irrelevant.
€ 4.500,- dan wel € 1.999,99
In het dossier zit een bestelbiljet van 17 april 2013 van Stadsdeel West aan [bedrijf 1] . Op het bestelbiljet is € 47,433,80 opgenomen met de vermelding “
Betreft het uitvoeren van diverse bestratingswerkzaamheden Westerpark. Uitvoering i.o.m. [verdachte] . In opdracht van [naam 7]”. Dit bestelbiljet is op 1 mei 2013 door [naam 8] (van [bedrijf 3] ) doorgezonden aan verdachte met het verzoek om de tenaamstelling te wijzigen in [bedrijf 3] Het bedrag op het bestelbiljet komt overeen met de som van de bedragen vermeld op de hiervoor genoemde vijf offertes die op 12 april 2013 door [naam 1] aan verdachte en [naam 7] zijn gezonden. In het verkoopboek van 2013 van [bedrijf 3] zijn mutaties aangetroffen die correspondeerden met voornoemde vijf offertes.
Op 9 september 2013 stuurde verdachte een WhatsApp-bericht aan [naam 1] met de volgende inhoud:
Goedemiddag [naam 1] ! Even een vraagje van mijn uit! Werkzaamheden in het park heb volgens mij met elkaar verrekend een bedrag van €48382! Daarvan heb ik een totaal gehad van € 4500! Kan jij na gaan of dit klopt! Daarnaast heb jij een overschrijding van €19222 aan extra en meer werk! Hiervan heb ik niks gehad volgens mijn gegevens! Klopt dit!
Standpunt van het Openbaar Ministerie
Uit de stukken blijkt dat verdachte in verband met de door [naam 1] uit te voeren werkzaamheden in het Westerpark in totaal € 4.500,- heeft ontvangen. In verband met deze werkzaamheden had verdachte al een motorblok ter waarde van € 2.500,01 gekregen. De officieren van justitie vinden daarom bewezen dat verdachte daarnaast nog eens € 1.999,99 (€ 4.500,- minus € 2.500,01) als gift heeft aangenomen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman vindt dat er te weinig bewijs is voor ontvangst van de € 4.500,-. Het WhatsApp-bericht van verdachte van 9 september 2013 is daartoe onvoldoende, nu daarop geen bevestigend antwoord komt. Ook is er geen bewijs dat de betaling van een dergelijk bedrag heeft plaatsgevonden.
Oordeel van de rechtbank
Verdachte laat in het WhatsApp-bericht van 9 september 2013 aan [naam 1] weten dat hij een vraag heeft: “
werkzaamheden in het park heb volgens mij met elkaar verrekend een bedrag van €48382! Daarvan heb ik een totaal gehad van € 4500! Kan jij na gaan of dit klopt!”. Hoewel hieruit volgt dat sprake is geweest van laakbaar en corrupt handelen, kan naar het oordeel van de rechtbank niet wettig bewezen worden dat verdachte € 4.500,- heeft ontvangen. Verdachte vraagt immers aan [naam 1] om na te gaan of dit klopt, zonder dat daarop een bevestiging komt. Het dossier bevat ook geen andere bewijsmiddelen waaruit volgt dat verdachte € 4.500,- dan wel € 1.999,99 heeft ontvangen. Verdachte wordt daarom van dit feit vrijgesproken.
Betalingen voor de Mercedes-Benz
Verdachte heeft van 6 september 2013 tot en met 23 september 2014 een auto van het merk Mercedes-Benz op naam gehad. De vorige eigenaar was [naam 9] (uitvoerder bij het bedrijf van [naam 1] ).
Op 25 oktober 2013 stuurde verdachte een WhatsApp-bericht naar [naam 1] , waarin hij hem vroeg: “
wil jij met [naam 9] om tafel gaan zitten en met hem een paar betalingen doen die gij krijgt van de auto waar ik in reed maar nog niet op mijn naam stond en hij voor mij betaald heeft!”. Verdachte schreef verder dat het geen enorm bedrag betrof, “
een lachertje” voor [naam 1] . [naam 1] liet weten dat dit goed was en hij het ging regelen. Verdachte moest hem dan wel een keer “
met iets anders matsen”.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden bewezen dat verdachte betalingen voor Mercedes-Benz als gift heeft aangenomen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Uit het WhatsApp-gesprek blijkt niet om welke bedragen het gaat, terwijl andere bewijsmiddelen ter onderbouwing van de verdenking ontbreken.
Oordeel van de rechtbank
De WhatsApp-gesprekken tussen verdachte en [naam 1] worden onvoldoende ondersteund door andere bewijsmiddelen. De rechtbank vindt daarom niet bewezen dat betalingen door [naam 1] voor een Mercedes-Benz hebben plaatsgevonden. De rechtbank spreekt verdachte vrij van dit feit.
Op 14 februari 2014 vond het volgende WhatsApp-gesprek plaats tussen verdachte en [naam 1] :
[naam 1] : Als ik iets moet regelen vandaag die €200,- jan ik die wel bij je laten bezorgen in envelop? (…) Ik zit nu vast met de kids kan niet weg.
Verdachte: Ok dat is niet zo mooi! Ik vraag nooit veel van je maar kan het
vandaag krijg nog wat van andere maar die komen hun afspraken weer niet na!gr [verdachte]
[naam 1] : Ja ga ik regelen
[naam 9] belt je zo om het af te geven ik ga tegen hem zeggen dat ik een laptop van je heb gekocht vorige week
Verdachte: Ok is goed hahaha
Enkele uren later laat verdachte weten:
Verdachte: [naam 1]
Bedankt voor het regelen
[naam 1] heeft verklaard dat hij dacht dat verdachte deze € 200,- ook heeft ontvangen. Het ging volgens hem waarschijnlijk om een lening. Hij had dit niet tegen [naam 9] gezegd, omdat niemand hoefde te weten dat verdachte om € 200,- verlegen zat.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de € 200,- waarover wordt gesproken nog tegoed had van [naam 1] in verband met een privéklus, die hij zwart voor hem had uitgevoerd.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden bewezen dat verdachte € 200,- als gift heeft aangenomen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Er kan niet worden vastgesteld dat verdachte de € 200,- heeft ontvangen, laat staan dat dit een gift is geweest die te maken had met de positie die verdachte bij de gemeente had.
Oordeel van de rechtbank
Uit de WhatsApp-gesprekken volgt dat verdachte € 200,- van [naam 1] heeft ontvangen. Dat wordt ook bevestigd door [naam 1] . Uit de WhatsApp-gesprekken blijkt dat [naam 9] het geld aan verdachte heeft overhandigd, maar dat [naam 9] niet de ware aard van de betaling mocht weten. Dit wijst er nadrukkelijk op dat sprake is geweest van een (ongeoorloofde) gift en niet van een lening, zoals [naam 1] heeft verklaard. Dat het zou gaan om een betaling in verband met een privéklus, zoals verdachte heeft verklaard, vindt de rechtbank om die reden eveneens niet aannemelijk. Daar komt nog bij dat verdachte pas op de zitting van 12 augustus 2022 voor het eerst met deze uitleg is gekomen. Uit het dossier blijkt bovendien ook niet dat verdachte privé-werkzaamheden voor [naam 1] heeft verricht. [naam 1] heeft dit zelf niet verklaard en ook anderszins is dit niet aannemelijk geworden.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte € 200,- als gift van [naam 1] , dan wel één van zijn bedrijven, heeft ontvangen.
€ 2.000,- en factuur FES Tuning
In maart 2014 vonden de volgende WhatsApp-gesprekken plaats tussen verdachte en [naam 1] :
Verdachte: 2K?
Joehoe
[naam 1] : K staat voor duizend
Verdachte: Oh ok
Is wel heel scherp he
[naam 1] : Nee das niet waar!
Naar redelijkheid en biddelijkheid
Verdachte: Weet het goed gemaakt met je!ligt nog een rekening van de garage schijfremmen enzo plus die 2K!rekening is 750
En kan je morgen die 2K mee nemen aub
Verdachte: Wil je ook je e-mail adres door geven voor de factuur op te sturen!!!
[naam 1] : Factuur op [bedrijf 2]
[adres]
[postcode] .
Omschrijving.
Voertuig Opel movano
Onderhoudsbeurt groot incl vervangen van remblokken
Voor € 750 incl btw
[e-mailadres]
Verdachte: En hoor net dat voor de auto ex btw is maar dat regelen wel wel weer met werk toch?
Geen probleem hoop ik!
[naam 1] : Ok
Op 20 maart 2014 heeft FES Tuning een factuur gericht aan [bedrijf 2] gezonden naar het e-mailadres van [naam 1] ( [e-mailadres] ). De factuur zag op een grote beurt en remblokken voor een Opel Movano voor € 750,- exclusief btw (€ 907,50 inclusief btw). Het factuurnummer betrof 6975.
Op 25 maart 2014 stuurde verdachte het volgende WhatsApp-bericht naar [naam 1] :
[naam 1] ! Kan jij misschien ervoor zorgen dat de rekening betaald wordt van de garage als het kan graag voor het weekend!
Op 28 maart 2014 is vanaf de rekening van [bedrijf 2] € 907,50 overgeschreven naar FES Tuning onder vermelding van “
factnr 6975 opel movano”.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de € 2.000,- waarover wordt gesproken in het WhatsApp-bericht van 19 maart 2014 waarschijnlijk nog tegoed had van [naam 1] in verband met een privé-klus die hij zwart voor hem had uitgevoerd.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden bewezen dat verdachte € 2.000,- als gift heeft aangenomen alsook betaling van de factuur van FES Tuning.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit.
Oordeel van de rechtbank
Uit het WhatsApp-gesprek van 19 maart 2014 volgt dat [naam 1] voornemens is om € 2.000,- aan verdachte te betalen. Ook blijkt hieruit het voornemen om de factuur van FES Tuning voor verdachte te betalen. Dat de factuur ook daadwerkelijk is betaald door [naam 1] leidt de rechtbank af uit het WhatsApp-gesprek van 20 maart 2014. In dat gesprek laat [naam 1] aan verdachte weten dat de factuur op naam kan worden gezet van [bedrijf 2] met omschrijving: “
voertuig Opel Movano onderhoudsbeurt groot incl vervangen van remblokken”. De factuur die enkele dagen later door FES Tuning aan [naam 1] wordt toegezonden, is vervolgens ook gericht aan [bedrijf 2] en bevat de hiervoor genoemde omschrijving. Deze factuur is ook betaald door [bedrijf 2] De rechtbank vindt daarom bewezen dat verdachte betaling van de factuur van FES Tuning van € 907,50 als gift heeft aangenomen. Aangezien betaling van deze factuur een
package dealvormde met betaling van de € 2.000,-, gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte ook de € 2.000,- heeft ontvangen. De verklaring van verdachte dat het zou gaan om een betaling in verband met een privé-klus vindt de rechtbank niet aannemelijk. Zij verwijst daarbij naar hetgeen zij over deze verklaring heeft overwogen onder het kopje “
€ 200,-”.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte € 2.000,- en de betaling van een factuur van FES Tuning van € 907,50 als giften van [naam 1] , dan wel [bedrijf 2] , heeft aangenomen.
In juli 2014 vonden de volgende WhatsApp-gesprekken plaats tussen verdachte en [naam 1] :
Verdachte: [naam 1] laat maar verkoop me auto wel! Er zit niets anders op want als het woensdag of donderdag niet lukt heb ik nog niks! alleen ik trek me handen af van alle werkzaamheden van [bedrijf 1] we maken alles zelf wel dicht en begin maar aan het asfalt na de vakantie! Je kan stoppen met zoeken voor een oplossing!
[naam 1] : Beste [verdachte] ,
Ik ben een beetje geschrokken van je berichtje.
Ik vind het dan ook jammer te moeten lezen dat je alles terug trekt mbt de werkzaamheden zoals eerder besproken.
Nu ik je (tot nu toe) niet kan helpen waar we over gesproken hebben.
Ik dacht echt dat we anders met elkaar bezig waren, ik had anders toch ook niet die stenen geleverd!Ik denk nog steeds dat het een impulsieve reactie is geweest (ben me van geen kwaad bewust).
Mocht je hier toch anders over denken sluit ik me (jammer genoeg) aan bij je mening.
En zullen we de huidige werkzaamheden (zoals afgesproken) uiteraard netjes verwerken als volwassen mensen.
Nog een prettige zondag en spreek je volgende week.
Gr [naam 1]
Verdachte: Je weet mijn situatie en donderdag is te laat!ik help jou veel meer aan werk dan het mij wat op brengt en je hebt me daar nooit over gehoord!toen ik het hoorde dat je het niet lukte vond ik dat je niet genoeg je best heeft gedaan ik heb jou namelijk nooit laten vallen en altijd aan me afspraken na gekomen ook met de blokken!gr [verdachte]
[naam 1] : [verdachte]
Kunnen wij elkaar vanmiddag ff zien rond 13.30 14.00 uur ik zit in A’dam bloemgracht
Daar kunnen we ff rustig praten
Verdachte: Ja is goed komt mij eigenlijk beter uit
Ok zie ik je daar
Verdachte: Goedenavond [naam 1] !ik heb ergens €750 bij elkaar kunnen regelen, kan jij nog voor van de week €1250 bij elkaar krijgen dat zou helemaal top zijn gr, [verdachte]
[naam 1] : € 1000,- heb ik geregeld.
€ 250,- weet ik morgen.
Zal ik het dan in envelop aan [naam 9] meegeven ?
Verdachte: [naam 1] dat is heel goed nieuws wordt ik blij van!geef maar aan [naam 9] mee dan spreek ik morgen wel wat met hem af.
[naam 1] : Geef het vanavond mee aan [naam 9] .
Heb 1k voor elkaar gekregen( heb m’n best gedaan).
Alvast een super vakantie !!
(…)
[naam 1] heeft verklaard dat door de berichten hem het gevoel bekroop dat hij lichtelijk onder druk werd gezet. [naam 1] liet weten: “
Het feit dat er wordt geschreven dat ik mijn werk kan kwijtraken voel ik als het onder druk zetten.” Hij bevestigt ook dat hij verdachte € 1.000,- heeft gegeven, maar laat daarbij weten dat geen sprake was van een gift: “
Afspraak is altijd geweest dat ik geld dat ik aan hem leende altijd retour zou krijgen.”
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zich niet kan herinneren dat hij dit geldbedrag heeft aangenomen.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden bewezen dat verdachte € 1.000,- als gift heeft aangenomen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit en daarbij verwezen naar de verklaring van [naam 1] dat sprake was van een lening en niet van een gift.
Oordeel van de rechtbank
Uit de WhatsApp-gesprekken blijkt dat [naam 1] , na aandringen van verdachte,
€ 1.000,- heeft geregeld. [naam 1] heeft ook verklaard dat hij € 1.000,- aan verdachte heeft gegeven. [naam 1] spreekt weliswaar over een lening, maar dit vindt geen steun in de (dwingende) aard noch de inhoud van de gesprekken.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte een geldbedrag van € 1.000,- als gift van [naam 1] , dan wel één van zijn bedrijven, heeft aangenomen.
In augustus en september 2014 vonden de volgende WhatsApp-gesprekken plaats tussen verdachte en [naam 1] :
Verdachte: [naam 1] ! (…) en nog even een vraagje ik 30000 km terug nieuwe achterbanden genomen bij jou maar zijn nu al versleten vraag me hoe dit kan maar hen echt nieuwe nodig! kan ik een factuur naar jou laten mailen die jij dan betaalt of moet ik echt richting jou op komen!
[naam 1] : Weet je hoeveel het bij jou kost om de banden te doen? (…)
Verdachte: (…) zal even navragen over de banden misschien is het goedkoper om een setje wielen met banden te kopen! jr hoort van me!
Verdachte: Kosten 425 per stuk incl balanceren!
[naam 1] : [e-mailadres]
(De) monteren 4 stuks banden voor Opel movano bestelbus.
Voor een bedrag van € 850,-
Op 3 september 2014 heeft FES Tuning een factuur gericht aan [bedrijf 2] gezonden naar het e-mailadres van [naam 1] ( [e-mailadres] ). De factuur betrof € 850,- exclusief btw (€ 1.028,50 inclusief btw) voor vier banden voor een Opel Movano met factuurnummer 7317.
Op 22 september 2014 stuurde verdachte het volgende WhatsApp-bericht aan [naam 1] :
[naam 1] ! Ik hoorde net dat de rekening nog niet betaald is voor die banden als dat niet betaald wordt krijg ik me banden niet!
Op 29 september 2014 is vanaf de rekening van [bedrijf 2] € 1.028,50 overgeschreven naar FES Tuning, met in de omschrijving het factuurnummer 7317.
Op 29 september 2014 stuurde [naam 1] het volgende WhatsApp-bericht aan verdachte:
[naam 1] heeft verklaard dat het bij FES Tuning was begonnen met het verlenen van btw-voordeel aan verdachte, maar dat het “
van kwaad tot erger” werd en dat verdachte uiteindelijk vond dat [naam 1] hele facturen voor hem moest betalen. Hij heeft de facturen betaald, omdat verdachte hem het gevoel gaf dat als hij niet vlotjes over de brug kwam met betalingen, hij geen werk meer zou krijgen. Verdachte had hem ook gevraagd om deze rekening voor hem te betalen. Het kan echter ook zijn dat verdachte alleen het btw voordeel heeft gekregen. [naam 1] wilde op de factuur in de omschrijving “
Opel Movano” vermeld hebben, omdat hij op die manier de factuur in zijn boekhouding kwijt kon.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zich de WhatsApp-gesprekken niet kan herinneren, maar dat mogelijk sprake is geweest van een verrekening in verband met een privéklus die hij voor [naam 1] heeft gedaan.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden bewezen dat verdachte autobanden ter waarde van € 1.028,50 als gift heeft aangenomen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit, omdat er geen relatie bestaat met werkzaamheden van [naam 1] voor de gemeente Amsterdam.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat [naam 1] , via zijn bedrijf [bedrijf 2] , op verzoek van verdachte nieuwe autobanden voor de auto van verdachte heeft betaald. Dat blijkt uit de genoemde WhatsApp-gesprekken in combinatie met de factuur van FES Tuning die is gericht aan en betaald door [bedrijf 2] De verklaring van verdachte, dat de betaling van de factuur mogelijk verband hield met privéklussen die hij voor van [naam 1] verrichtte, vindt de rechtbank niet aannemelijk. Zij verwijst daarbij naar hetgeen zij over deze verklaring heeft overwogen onder het kopje “
€ 200,-”.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte autobanden ter waarde van € 1.028,50 als gift van [naam 1] , dan wel [bedrijf 2] , heeft aangenomen.
VIP kaarten en VIP parkeerkaart Amsterdams Sevens rugby toernooi
Op 2 en 3 mei 2015 vonden de volgende WhatsApp-gesprekken plaats tussen verdachte en [naam 1] :
[naam 1] : Hoi [verdachte] Ik zou je graag willen uitnodigen en verwelkomen onder het genot van een hapje en drankje op zondag 24 mei op het amsterdam sevens toernooi (wel bekend). Zou je mij willen laten weten met hoeveel personen je aanwezig zou willen zijn (als het je past)? Dan kan ik je in de loop van de week de v.i.p toegangsbandjes overhandigen. Gr. [naam 1]
Verdachte: [naam 1] ! Lijkt me heel gezellig en ik kom met 4 personen geen kinderen zoals verleden jaar hahahaha heb het al inmijn agenda gezet! heb ik dan ook weer een v.i.p parkeerplaats?
[naam 1] : Jazeker ook parkeerplaats
Verdachte: [naam 1] kan er nog eentje bij!
[naam 1] : Yub
Geregeld
Op 21 en 22 mei 2015 werd verdachte door [naam 1] middels een WhatsApp-bericht geïnformeerd over het klaarliggen van de entreebandjes onder vermelding van [bedrijf 3] bij de VIP ingang. Daarnaast ontving verdachte per e-mail een parkeerkaart voor het VIP terrein.
[naam 1] heeft verklaard dat hij verdachte voor een evenement had uitgenodigd. Het ging om een rugby toernooi.
Uit onderzoek kwam naar voren dat een VIP-kaart destijds tussen de € 125,- en € 140,- kostte.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij van [naam 1] kaartjes voor een rugby-toernooi heeft gekregen, maar dat hij zich niet meer kon herinneren wanneer dat is geweest.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden bewezen dat verdachte 5 VIP kaarten en een VIP parkeerkaart voor het Amsterdams Sevens rugby toernooi heeft aangenomen van [naam 1] .
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Verdachte is wellicht naïef geweest door de uitnodiging voor het rugby toernooi aan te nemen, maar dit levert nog geen ambtelijke corruptie op.
Oordeel van de rechtbank
Gelet op de WhatsApp-gesprekken en de verklaring van [naam 1] , staat vast dat verdachte de VIP kaarten en VIP parkeerkaart heeft ontvangen. Verdachte heeft dit ook bevestigd. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich moet hebben gerealiseerd dat met deze kaarten een aanzienlijk bedrag was gemoeid en dat een dergelijke gift niet belangeloos door [naam 1] werd gedaan, zeker nu zij enkel een zakelijke relatie hadden.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte 5 VIP kaarten en een VIP parkeerkaart voor het Amsterdams Sevens rugby toernooi van [naam 1] , dan wel [bedrijf 3] , als gift heeft aangenomen en gaat er daarbij – ten gunste van verdachte – vanuit dat deze gift een waarde vertegenwoordigt van € 625,- (5x € 125,-).
€ 625,- voor 18 fietsaanleunbeugels
Op 29 en 30 april 2015 vonden de volgende WhatsApp-gesprekken plaats tussen verdachte en [naam 1] en [naam 1] en [naam 10] (uitvoerder bij het bedrijf van [naam 1] ):
[naam 1] : Mocht het zijn dat ik het niet zou redden in tijd morgen, kan ik het dan ook overmaken naar je rekening ? Onder vermelding van aankoop 2 fietsen ?
(…)
Verdachte: [naam 1] geen probleem hoor als je in tijd nood zit maar maak het maar vast over en we praten vlug bij anders kom ik jou kant op volgende week ofzo en zet maar aankoop 2 fietsen op maak er maar wat van!
(…)
[naam 1] : Oke
Hou je op de hoogte
Verdachte: Oké [naam 1] !
[rekeningnummer]
Is mijn rekeningnummer!
[naam 1] : [naam 10] weet jij zo hoeveel nietjes wij in totaal van [verdachte] hebben gehad?
[naam 10] : Eerste keer zeven daarna nog een zending
Weet niet precies hoeveel dat er waren
[naam 1] : 7 & 11 denk ik?
[naam 10] : Zou goed kunnen
[naam 10] : Ik had er 16 nodig
[naam 10] : Volgens mij nog 2 over
[naam 1] : Ok
30 april 2015
Verdachte: Goedemorgen [naam 1] !weet jij al iets over onze afspraak!
[naam 1] : Ja
Ik maak het ff over rond middag
Verdachte: Oh ik dacht misschien had je nog even tijd maar dat komt volgende week wel
[naam 1] : Oke dank u
Verdachte: Groetjes en alvast rustige dagen toe gewenst
[naam 1] : Het waren 16?st toch.
1x7 1x9?
Verdachte: 1x7 en 1x11
[naam 1] : Ok
Op 30 april 2015 is € 625,- overgeschreven vanaf de privérekening van [naam 1] naar de privérekening van verdachte onder vermelding “
[verdachte] Aankoop fiets”
.
Verdachte stuurde vervolgens op 30 april 3015 het volgende WhatsApp-bericht naar [naam 1] :
[naam 1] !bedankt voor de storting!alleen hiervoor ga ik niet meer een scheve schaats voor lopen op me werk!moet me namelijk verantwoorden waar de nietjes geplaatst zijn en voor dat bedrag ga ik je niet meer helpen!
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat [naam 1] had € 625,- aan hem overgemaakt voor twee fietsen die hij aan [naam 1] had verkocht.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden bewezen dat verdachte € 625,- (voor 18 fietsnietjes) als gift heeft aangenomen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, uitgaande van de verklaring van verdachte, vrijspraak bepleit.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 30 april 2015 € 625,- heeft ontvangen van [naam 1] , nadat hij aan hem 18 fietsnietjes (ook wel fietsaanleunbeugels) had geleverd. De rechtbank is van oordeel dat de betaling van € 625,- ziet op de levering van deze fietsnietjes en niet op de aankoop van fietsen, zoals verdachte heeft verklaard. Uit de zinsnede “
en zet maar aankoop 2 fietsen op maak er maar wat van!” is af te leiden dat het geldbedrag niets met fietsen van doen had, maar dat slechts een omschrijving werd gegeven die de werkelijke aard van de transactie moest verbloemen. Uit het gesprek van 30 april 2015 valt bovendien af te leiden dat de geleverde 18 fietsnietjes in eigendom toebehoorden aan de gemeente Amsterdam. Verdachte heeft dit ter terechtzitting ook bevestigd. De verklaring van verdachte dat hij de fietsnietjes op ruilbasis aan [naam 1] zou hebben uitgeleend, vindt de rechtbank – gelet op hetgeen zij hiervoor heeft overwogen –onaannemelijk.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte € 625,- voor 18 fietsnietjes als gift van [naam 1] , dan wel één van zijn bedrijven, heeft aangenomen.
Op 5 juni 2015 vroeg verdachte in een WhatsApp-bericht aan [naam 1] of hij hem kon helpen aan “
2K” en liet hem daarbij weten: “
Je weet zit bij mij altijd goed en komt ook goed!”.[naam 1] vroeg hem daarop of hij toevallig nog nietjes had. Verdachte liet weten dat hij voor hem ging kijken.
Op 15 juni 2015 vroeg verdachte aan [naam 1] of hij nog fietsnietjes nodig had en hoeveel. [naam 1] liet weten dat hij wel 20/25 stuks kon gebruiken.
Op 16 juni 2015 vroeg [naam 1] aan verdachte of hij nog 12 fietsnietjes had. Verdachte liet weten dat dit het geval was en vroeg waar ze naar toe moesten. [naam 1] gaf vervolgens een adres door. Kort daarna vroeg verdachte: “
!kunnen die fietsnietjes ook bij die 2K? heb nog andere werkzaamheden voor je snap je!”. [naam 1] antwoordde dat hij zijn best ging doen.
[naam 1] heeft verklaard dat verdachte hem waarschijnlijk vroeg om een lening van € 2.000,-, omdat hij verdachte weleens had geholpen met wat geld.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niet meer wist wat hij bedoelde met “
2k” in het WhatsApp-gesprek van 5 juni 2015.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden bewezen dat verdachte € 2.000,- als gift heeft aangenomen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, uitgaande van lezing van verdachte, vrijspraak bepleit.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat verdachte aan [naam 1] om € 2.000,- (“
2K”) heeft gevraagd. De rechtbank kan echter niet vaststellen dat hij dit geld ook daadwerkelijk heeft ontvangen. Dit blijkt niet uit de WhatsApp-gesprekken noch uit de verklaring van [naam 1] . Dat verdachte € 2.000,- als gift heeft ontvangen, kan daarom niet bewezen worden. De rechtbank vindt ook niet dat er voldoende bewijs is dat verdachte de belofte heeft aangenomen van € 2.000,-. In de WhatsApp-gesprekken wordt namelijk niet een duidelijke toezegging gedaan door [naam 1] . De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van dit feit.
€ 1.145,76 (33 x € 34,72) voor 33 fietsaanleunbeugels
In juni 2015 vonden de volgende WhatsApp-gesprekken plaats tussen verdachte en [naam 1] :
Verdachte: Goedemorgen [naam 1] had jij nog fietsnietjes nodig en hoeveel?
[naam 1] : Ja kan wel 20/25 St gebruiken.
Verdachte: Kan niet in 1 keer.
[naam 1] : Heb je morgen of overmorgen 12 St nietje?
Verdachte: Ja, die heb ik voor je. Waar moeten ze naartoe?
[naam 1] : Naar de Egelantiersgracht.
Op 16 juni 2015 bestelde verdachte bij de afdeling logistiek van de gemeente Amsterdam 12 fietsnietjes.
Op 18 juni 2015 vonden de volgende WhatsApp-gesprekken plaats tussen verdachte en [naam 3] :
Verdachte: Naar de Egelantiersgracht
(Zijn ze al eerder geweest)
Tel nr [telefoonnummer]
Daar kunnen die nietjes naar toe!
[naam 3] : Okee hij had er 12 gebracht
En moet vandaag ?
Verdachte: Ja kan dat
Alle 12
[naam 3] : Ok alleen neerzetten ?
Verdachte: Spaarndammerstraat
[naam 3] : Jaa
Verdachte: Ja even nummer bellen
neerzetten en weer weg
Afgeven
[naam 3] : Okee gaan we doen
En de volgende WhatsApp-gesprekken vonden op 18 juni 2015 plaats tussen verdachte en [naam 1] :
Verdachte: Is het nog goed gekomen met die nietjes!kon helaas niet even meer van maken
[naam 1] : Niets gehoord hoeveel zijn er gebracht dan ?
Verdachte: 12
In juli 2015 vonden de volgende WhatsApp-gesprekken plaats tussen verdachte en [naam 1] en tussen verdachte en [naam 2] :
[naam 1] : Yo
Kun je op korte termijn nog aan nietjes komen ?
Zit er om verlegen
Verdachte: Ja ga ik voor je regelen
[naam 1] : Wanneer ?
Verdachte: Deze week
Ga echt mijn best doen!
[naam 1] : Top
Wanneer weet je het denk je ?
Verdachte: Morgen ochtend vroeg
8 stuks
[naam 1] : Ok
Liefst 20
Kijk maar wat kan,altijd goed
Verdachte: Ga kijken wat ik kam doen
[naam 1] : Lukt het nog? Zit er om verlegen (nietje)
Verdachte: [naam 1] , einde van de week heb ik wat nietjes voor je in totaal zo een tien stuks. (…)
Verdachte: Goedemorgen [naam 1] ! Morgenochtend worden de nietjes gebracht
Verdachte: [naam 1] Nietjes zijn afgeleverd en het zijn er 21 geworden
[naam 1] : [afbeelding van een opgestoken duimpje]
Verdachte: [naam 1] . (…) Kunnen we woensdag die 21 nietjes afrekenen?
Op een factuur van 8 juli 2015 van het Materiaalbureau van de gemeente Amsterdam aan Stadsdeel West staan (onder andere) 12 fietsnietjes (“
rijwielbijzethekken”) à € 104,-.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij denkt dat hij de fietsnietjes op ruilbasis aan [naam 1] heeft uitgeleend. Dat gebeurde wel vaker. Hij is niet voor de fietsnietjes betaald.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden bewezen dat verdachte € 1.145,76,- voor in totaal 33 fietsnietjes als gift heeft aangenomen. Het gaat om twee ‘partijen’, 12 fietsnietjes en daarna nog eens 21 fietsnietjes.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, uitgaande van verklaring van verdachte, vrijspraak bepleit. Er is ook geen bewijs dat verdachte voor de fietsnietjes betaald heeft gekregen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte 12 en later nog eens 21 fietsnietjes, die eigendom waren van de gemeente Amsterdam, aan [naam 1] heeft geleverd. De verklaring van verdachte dat hij de fietsnietjes op ruilbasis aan [naam 1] heeft uitgeleend vindt de rechtbank onaannemelijk. Verdachte spreekt in het WhatsApp-gesprek over het ‘afrekenen’ van de 21 fietsnietjes, wat er toch duidelijk op wijst dat verdachte voor deze fietsnietjes betaald wenste worden. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte ook daadwerkelijk betaald is voor deze fietsnietjes. Dit was immers de afspraak tussen [naam 1] en verdachte.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte een geldbedrag voor de in totaal 33 fietsnietjes als gift van [naam 1] , dan wel één van zijn bedrijven, heeft aangenomen. De rechtbank zal de waarde van deze gift schatten aan de hand van het geldbedrag dat [naam 1] in april 2015 heeft betaald voor de levering van 18 fietsnietjes, namelijk € 34,72 per fietsnietje. De rechtbank gaat er daarmee vanuit dat verdachte voor de 33 fietsnietjes € 1.145,76 (33 x € 34,72) heeft ontvangen.
€ 1.000,- voor de Mercedes
Op 18 februari 2016 vond een telefoongesprek plaats tussen verdachte en [naam 2] , waarin [naam 2] tegen verdachte zei dat ze ‘die auto’ gingen halen.
Op 20 februari 2016 heeft verdachte een auto van het merk Mercedes op zijn naam gesteld. Uit een factuur van het bedrijf Auto-Point van 20 februari 2016 blijkt dat deze auto aan verdachte is verkocht voor € 6.000,-. Na inruil van de oude auto van verdachte bleef een te betalen bedrag over van € 3.250,-. Op de factuur stond: “
2250 per kas betaald 1000 per bank door [naam 2] voldaan”.
Op 22 februari 2016 is op de bankrekening van Auto-Point € 1.000,- bijgeschreven vanaf de bankrekening van [naam 2] met de omschrijving: “
[kenteken]”.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij bij het ophalen van de Mercedes te weinig geld bij zich bleek te hebben. [naam 2] heeft toen de resterende € 1.000,- naar Auto-Point overgemaakt. Eén of twee weken later heeft hij het geld contant aan [naam 2] teruggegeven.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden bewezen dat verdachte € 1.000,- als gift heeft aangenomen. Van een privélening was geen sprake. Een bewijs van terugbetaling ontbreekt, terwijl ook geen contante opnames vanaf de rekening van verdachte hebben plaatsgevonden. Bovendien lijkt het geldbedrag van € 1.000,- via twee overboekingen, afkomstig van het bedrijf van [naam 2] .
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, uitgaande van verklaring van verdachte, vrijspraak bepleit.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt het bewijs onvoldoende voor het oordeel dat [naam 2] de
€ 1.000,- die hij aan Auto-Point heeft overgemaakt aan verdachte geschonken heeft. De verklaring van verdachte en [naam 2] dat sprake is geweest van een lening is op zichzelf niet onaannemelijk. Verdachte en [naam 2] kenden elkaar namelijk ook privé. Bovendien is bij de doorzoeking op het woon- en bedrijfsadres van [naam 2] op 8 maart 2016, enkele weken na het ophalen van de Mercedes, € 1.000,- aangetroffen, waarvan [naam 2] heeft verklaard dat hij dit bedrag van verdachte heeft gekregen als terugbetaling van de lening. Dit is in lijn met de verklaring van verdachte dat hij het geleende bedrag één of twee weken later contant aan [naam 2] heeft teruggegeven. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van dit feit.
[naam 2] ( [bedrijf 4] ) en [naam 3] ( [bedrijf 5] )
€ 200,- met betrekking tot het bestraten op de [adres]
Bij de doorzoeking in de woning van verdachte op 8 maart 2016 is een papier aangetroffen, met daarop de volgende aantekening:
Zwager [naam 11] /Waternet
[telefoonnummer]
€ 200 Tuin [adres]
woensdag
[adres] 20:30 uur
Het telefoonnummer [telefoonnummer] is van [naam 12] .
Op 8 september 2015 vond er een telefoongesprek plaats tussen verdachte en [naam 2] :
Verdachte: Hé luister, ik zat te bedenken, als ik die voortuintjes aanneem, een meter of tien-vijfentwintig vierkante meter. Als jullie dan de mogelijkheid zien om dat die vrijdag dichttikt, snapie....kan toch?
(…)
Nee ik ben nog bezig, ik moet morgen nog naar twee voortuintje kijken. Ik denk wel dat dat doorgaat. Als je nou vrijdag... vrijdag is (NTV) er niet. Dan vangen jullie gewoon die dagdinges en ik vang geld voor het tuintje. Goed hè, haha. Trekker, goed hè. Snap je.
(…)
Als je gewoon doorgaat en ik schrijf jou dan die hele dag door en jij maakt voor mij dat voortuintje en ik vang geld voor het voortuintje en jij hebt dagproductie. He he. (…)
Zit wel wat op. Maffia, maffia.
Op 17 september 2015 sprak ‘ [naam 12] ’ vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer] de voicemail van verdachte in met de volgend tekst:
Hi [verdachte] met [naam 12] . Ik vroeg mij af hoe jouw dag er morgen uit ging zien. Oftewel lukt het nog om morgen bij ons ‘de kamper’ (FON) te bestraten en hoe laat ben je er dan?
Een klein half uur later belde verdachte terug naar het telefoonnummer van [naam 12] . De vrouw van [naam 12] nam de telefoon op. Verdachte zei tegen haar:
Hé. Uhm, ik had zijn voicemail gehoord en uh, ik ... nou ja, ik heb het morgen verschrikkelijk druk, maar twee collega's van mij die komen rond half negen kwart voor negen.
De volgende morgen, vrijdag 18 september 2015, om 08:10 uur, belde [naam 2] naar verdachte en liet hem weten dat hij alles had geladen en wegreed.
Uit een telefoongesprek diezelfde dag om 09:07 uur tussen verdachte en [naam 2] blijkt dat de bestratingsklus tegenviel, omdat de stenen allemaal andere maten hadden.
Om 11:38 uur belde [naam 12] naar verdachte:
Verdachte: Ik heb net die jongen gesproken maar hij zegt dat het komt door het uitgooien. En met
de trilplaat...uh, ze zijn keihard die stenen dus uh, naar mijn weten gaan ze niet kapot
ofzo.
[naam 12] : Nee, nee maar uh.
Verdachte: Dat komt helemaal goed.
[naam 12] : Nou mooi, super.
Verdachte: Ja?
[naam 12] : Ja perfect. Afrekenen, doe ik dat met jou? of doe ik dat...
Verdachte: Nee, geef maar aan hun mee. Ik zie ze toch zo want ik zit toch aan een klussie, want uh gisteren was het een beetje in het water gelopen. Anders was ik zelf aan geweest, maar ik zit nog aan een klus die afgemaakt moet worden dus vandaar.
Verdachte belde vervolgens naar het telefoonnummer in gebruik bij [bedrijf 5] . [naam 3] nam de telefoon op en gaf deze op verzoek van verdachte door aan [naam 2] . Verdachte liet toen (onder meer) aan [naam 2] weten:
ja hij belt me net op en zegt van ja, trillen...niet kapot trillen.. ze zijn gewoon te hard man. Ik zeg nee niks aan de hand. En nu is er weer niks aan de hand. Ik ben een beetje klaar met die kerel. Je gooit het er maar in en je trilt het af en jij krijgt geld mee en ik zie je vanmiddag. (…)
Vervolgens belde [naam 2] om 13:24 uur met verdachte:
[naam 2] : Wat heb je afgesproken met die vrouw?
Verdachte: Uh volgens mij 200.
[naam 2] : Ok, nee is goed.
Verdachte: Klopt dat?
[naam 2] : Ja, ik heb 200. Ik denk, voordat ik wegrijd, weetje.
Verdachte: Heeft ze meer gegeven?
[naam 2] : Nee 200.
Verdachte: Ja, ik heb me weer vergist. Dat doe ik ook niet meer.
[naam 2] : Wat dan?
Verdachte: Volgens mij (NVT) een metertje erbij en nu dat die stenen zo dik waren wist ik niet.
[naam 2] : Hoe het heet het uh, komt goed. Hoe heet het, ik rijd nou weg, waar ben je?
Verdachte: Ik rijd zo naar (NTV) toe.
[naam 2] : Ok, uh anders zal ik zondag geven aan je? Heb je het nodig?
Verdachte: Weet ik niet.
[naam 2] : Maakt mij niet uit.
Verdachte: Maakt mij niet uit. Anders kom ik straks wel richting jou rijden.
[naam 2] : Ja, mag ook jongen is ook goed.
[naam 2] heeft op 13 oktober 2015 op verzoek van verdachte een factuur van [bedrijf 4] voor Stadsdeel West aan verdachte gemaild. Deze factuur zag op de verhuur van een grondwerker in week 38, voor in totaal 40 uur, waarbij een totaalbedrag in rekening is gebracht van € 1.694,-.
[naam 12] heeft verklaard dat hij het telefoonnummer van verdachte had gekregen van zijn zwager, omdat hij zijn tuin wilde laten bestraten. Verdachte is langsgekomen en ze hebben een prijs afgesproken van € 200,-. De tuin is uiteindelijk bestraat door twee jongens. Ze hadden vreselijk slecht werk geleverd. Zijn vrouw heeft contant betaald.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij een klusje had aangenomen, maar uiteindelijk geen tijd had om dit zelf te doen. [naam 2] heeft dit toen uitgevoerd. Hij heeft zelf geen geld voor het bestraten gekregen.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden bewezen dat verdachte € 200,- als gift heeft aangenomen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, uitgaande van de verklaring van verdachte, vrijspraak bepleit.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank leidt uit de telefoongesprekken af dat verdachte en [naam 2] zijn overeengekomen dat [naam 2] voor verdachte bestratingswerk à € 200,- bij [naam 12] zou uitvoeren en dat verdachte in ruil daarvoor voor [naam 2] een dag werk bij de gemeente Amsterdam zou schrijven. Verdachte zou dan de € 200,- krijgen, terwijl [naam 2] een dag extra uitbetaald zou worden door de gemeente Amsterdam. Nadat verdachte en [naam 2] dit plan hadden besproken, zei verdachte “
maffia, maffia”, hetgeen het malafide karakter ervan nog eens onderstreept. Het bestratingswerk is nadien door [naam 2] en [naam 3] uitgevoerd en de vrouw van [naam 12] heeft daar € 200,- voor betaald. [naam 2] en verdachte hebben vervolgens een afspraak gemaakt om dit geld aan verdachte te overhandigen. [naam 2] is de betreffende week voor 40 uur door de gemeente Amsterdam uitbetaald, inclusief de vrijdag waarop hij en [naam 3] het bestratingswerk bij [naam 12] hadden uitgevoerd.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte € 200,- als gift van [naam 2] en/of [naam 3] , dan wel hun bedrijven, heeft aangenomen.
€ 3.000,- althans € 2.650,- met betrekking tot project “Pleintje IJzicht”
Op 4 juni 2015 heeft verdachte een offerte van [bedrijf 4] doorgezonden aan [naam 5] met [naam 13] (gebiedsmakelaar binnen stadsdeel West) in CC. De offerte ziet op het aanbrengen van straatwerk op het pleintje IJzicht bij de Silodam in Amsterdam voor € 17.937,- exclusief btw.
Op 9 juni 2015 vond een WhatsApp-gesprek plaats tussen verdachte en [naam 2] :
Verdachte: Goed nieuws
Met die offerte niets aan de hand alleen moet ik voor die stenen achter aan
die daar al liggen die willen dat graag we moeten na mijn advies van die stenen snel beginnen nog voor de zomer vakantie!
[naam 2] : Top gappie lekker
(…)
Ja alleen die stenen gaan er dan vanaf
Verdachte: Heb ook al je facturen door gestuurd
[naam 2] : Ja oké dat is zonde maar we verdienen zoiezo wel lekker.
Op 24 juni 2015 stuurde verdachte het volgende WhatsApp-bericht aan [naam 2] :
Verdachte: Donderdag beginnen hè op de silodam
Op 25 juni 2015 vond het volgende WhatsApp-gesprek plaats tussen verdachte en [naam 2] :
[naam 2] : Hoeveel was dat bedrag van die offerte ook al weer
Verdachte: 17000 of zo iets
Op 29 juni 2015 vond het volgende WhatsApp-gesprek plaats tussen verdachte en [naam 2] :
[naam 2] : Ja ongeveer weten niet wat [naam 14] kost ja 6 € de m2
(…) Dus laat staan [naam 14] rond 6500 grof
[naam 2] : (…) 700 m2 was t he
Verdachte: Ja je geeft hem 1500 kado.
[naam 2] : dus 4200
700 x 6 is 4200
Verdachte: (…) Ja dus rond 5000
[naam 2] (…) Hou je 12000 over als je alles kan pakken aan stene en weet ik t
Verdachte: Jaa hahahaha
[naam 2] : Zeg maar dat je ongeveer mag reken op 3000 de man
Verdachte: dat is beter
[naam 2] : Als je t daar op houd is tog top kan altijd meer worden of iets minder maar
dat ongeveer.
(…) Dat is een topper. Daar moeten we ff meer van vinden
Verdachte: Ja daar moeten we meer van hebben.
[naam 14] is waarschijnlijk [naam 14] ( [naam 14] ), die namens [naam 2] de uitvoering van de bestratingsopdracht heeft gedaan.
Op 17 juli 2015 vond een WhatsApp-gesprek plaats tussen verdachte en [naam 2] :
[naam 2] : Wanneer kan je die bkk laten komen
Verdachte: Ja, die zou ik regelen via [bedrijf 1] maar kon geen fietsnietjes leveren dus zou
wat moeilijker zijn denk ik.
En vervolgens op 21 juli 2015:
Verdachte: [naam 1] einde van de week heb ik wat nietjes voor je in totaal zo een tien stuks!
Echter heb ik een probleem op een klus die ik samen met die vriend heb
aangenomen en het gaat om 100m2 zwarte bkk mag b keus zijn. kan jij die regelen voor morgen in Amsterdam?
[naam 1] : Pff. Met de beste wil ik krijg dat niet geregeld ivm bouwvak.
Hierna vond een WhatsApp-gesprek plaatst tussen verdachte en [naam 2] :
Verdachte: Die [naam 1] net gesproken maar omdat het bouwvak is lukt het hem niet
[naam 2] : En kunnen we niet bij [naam 15] stenen regelen?
Verdachte: Nee, die heb niks man.
[naam 2] : En materialen dienst lukt niet?
Verdachte: Die [naam 16] is met vakantie pfffffff
[naam 2] : Ga wel ff bellen
Verdachte: Ze sturen toch over een maar weken die factuur naar je toe
[naam 2] : Ja dat maakt me ook niet uit
Als ik ze morgen maar heb
Verdachte: Ik koop ze wel via jou terug voor de gemeente
Hahahaha
(…)
Ja man dat kan hoor
[naam 2] : Oké pik regelen we t zo
(…)
Kan jij ze regelen Voor me voor morgen
Bij hun
Verdachte: Nee vriend dat lukt mij nou niet want dan gaat de bon naar ons toe en dan moet ik weer van alles uit gaan leggen snap je!
Je moet gewoon zegen ben voor de gemeente bezig en heb echt stenen
morgen nodig.
Brengen vanuit de fabriek rechtstreeks
Redden ze wel.
Op 30 juli 2015 stuurde [naam 2] per e-mail een factuur naar verdachte. Deze factuur zag op € 31.490,25 inclusief btw. Het factuurnummer betrof 201556. Verdachte stuurde deze factuur op 3 augustus 2015 door naar [naam 13] met de opmerking: “
Hierbij de factuur van het pleintje. Graag voordat je op vakantie laten betalen svp zoals afgesproken.”
Op 10 september 2015 is vanaf de zakelijke betaalrekening van [naam 2] € 2.650,- opgenomen.[naam 2] heeft verklaard dat hij degene is geweest die dit geld van zijn rekening heeft opgenomen.
Op 10 september 2015 vond het volgende telefoongesprek plaats tussen verdachte en [naam 2] :
[naam 2] : He gap, he jongen ik was ook net even bij die bank natuurlijk, de ING weetje
Verdachte: Ja
[naam 2] : maar die grote staat er nog niet op hè.
Verdachte: Nou dan ga ik effe [naam 5] bellen
[naam 2] : Dat duurt wel lang met die vrouw
Verdachte: En die van dat straatwerk van de (NTV)
[naam 2] : Nee, die staat er ook nog niet op. En de (NTV) staat er niet op.
Verdachte: Nou daar moet ik effe allemaal achteraan
[naam 2] : Als je zou willen. Als je even een belletje geeft.
De volgende dag, 11 september 2015, vond het volgende gesprek plaats tussen verdachte en [naam 2] :
[naam 2] : Vriend waar zit jij?
Verdachte: Ik sta aan de voorkant bij de Praxis.
[naam 2] : Voorkant van de Praxis oké je gaat niet, loop je nu naar dat maaiveld toe dan komen wij er ook aan.
Verdachte: ja kom er aan
Op 14 september 2015 werd door de gemeente Amsterdam een geldbedrag van
€ 32.206,57 overgemaakt op de bankrekening van [naam 2] / [bedrijf 4] , met vermelding van de omschrijving
Fact: 201557 201556.
[naam 2] heeft verklaard dat hij door verdachte was gevraagd om een offerte in te dienen. Hij heeft de werkzaamheden aan pleintje IJzicht aangenomen en het is uitgevoerd door [bedrijf 6] en [bedrijf 7] .
[naam 13] heeft verklaard dat zij verdachte kende via [naam 5] . Verdachte zou als assistent-wijkbeheerder de herstratingsopdracht van pleintje IJzicht begeleiden. Zij heeft het zoeken naar een geschikte aannemer overgelaten aan [naam 5] en zijn personeel. In verband hiermee heeft verdachte haar op 4 juni 2015 een offerte van [bedrijf 4] toegestuurd. Zij heeft deze offerte toen zelf beoordeeld.
Een bepaalde steensoort bleek echter niet tijdig leverbaar. Van verdachte vernam zij op 24 juni dat men al met de werkzaamheden was begonnen, waarbij sprake was van een tijdelijke oplossing, bestaande uit het opvullen met betonkeien. Begin augustus 2015 werd zij geconfronteerd met een factuur die bijna € 8.000,- meer was dan het offertebedrag, in verband met gedeclareerd meerwerk.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [naam 2] op diens verzoek advies heeft gegeven. Verdachte weet niet wat [naam 2] bedoelde met de opmerking: “
Zeg maar dat je ongeveer mag reken op 3000 de man.” Hij heeft geen € 3.000,- of € 2.650,- van [naam 2] ontvangen bij de Praxis.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden bewezen dat verdachte € 2.650,- als gift heeft aangenomen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Door [naam 2] is gesproken over € 3.000,- en er is door hem een geldopname gedaan van € 2.650,-, maar nergens blijkt dat verdachte daadwerkelijk een betaling heeft ontvangen.
Oordeel van de rechtbank
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [naam 2] op verzoek van verdachte met zijn bedrijf [bedrijf 4] een offerte heeft uitgebracht voor de herbestrating van pleintje IJzicht. Deze offerte is goedgekeurd door de leidinggevende van verdachte, gebiedsmakelaar [naam 13] . De te gebruiken steensoort bleek echter niet tijdig leverbaar. De werkzaamheden zijn niettemin van start gegaan waarbij sprake was van het tijdelijk opvullen met betonkeien. Uit de diverse WhatsApp-gesprekken tussen verdachte en [naam 2] blijkt dat verdachte zich intensief met de offerte en de uit te voeren werkzaamheden heeft bemoeid, en dat tussen hen is besproken op welke wijze er financieel meer uit dit project gehaald kon worden. Verdachte attendeerde [naam 2] er op dat de kosten voor [naam 14] , de door [naam 2] ingehuurde onderaannemer, volgens hem te hoog waren. In dit gesprek merkte [naam 2] vervolgens op dat als ze ook de stenen kunnen bemachtigen ze € 12.000,- overhouden, hetgeen verdachte lachend bevestigde. [naam 2] zei hierop dat “
je mag rekenen op 3000 de man”, maar het “
kan altijd meer worden of iets minder maar dat ongeveer.” Kennelijk moest het bedrag van rond de € 12.000,- worden verdeeld onder vier personen. Dat verdachte één van deze vier personen was blijkt uit het vervolg van het gesprek. [naam 2] zei: “
daar moeten we ff meer van vinden”, waarop verdachte antwoordde: “
Ja daar moeten we meer van hebben”. Ook het gesprek op 21 juli 2015 tussen [naam 1] en verdachte, waarin verdachte tevergeefs stenen tegen fietsnietjes probeerde te ruilen, bevestigt dat verdachte zou delen in de opbrengst. Hij stelde dat hij een probleem had op een klus die hij
samen met die vriendheeft aangenomen. Omdat de stenen via [naam 1] niet waren gelukt probeerden verdachte en [naam 2] op een andere manier om gratis aan stenen te komen, ten laste van gemeente Amsterdam. Op 30 juli 2015 werd door [naam 2] een factuur ingediend waarvan het factuurbedrag op 14 september 2015 door de gemeente Amsterdam aan [naam 2] werd overgemaakt. Een paar dagen daarvoor, op 10 september 2015 heeft [naam 2] € 2.650,- opgenomen bij een geldautomaat van de ING. In het WhatsApp-gesprek van 10 september 2015 liet [naam 2] aan verdachte weten dat hij net even bij de ING was geweest. Verdachte leek te weten waarom. Vervolgens zei [naam 2] dat ‘
die grote’ er nog niet opstaat’, waarop verdachte verklaarde dat hij [naam 5] gaat bellen en dat hij er achteraan gaat. Aldus blijkt van een verband tussen de geldopname van 10 september 2015 en het project Pleintje IJzicht. Blijkens het WhatsApp-gesprek van 11 september 2015 heeft de volgende dag een ontmoeting plaatsgevonden in de buurt van de Praxis. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er voldoende bewijs is dat verdachte op 11 september 2015 een geldbedrag van € 2.650,- heeft ontvangen. Uit het dossier is op te maken dat ook [naam 3] mogelijk een rol heeft gehad bij de bestrating van Pleintje IJzicht en wellicht samen met [naam 2] naar de Praxis is gekomen voor de ontmoeting met verdachte, maar het is niet gebleken dat verdachte van hem of zijn bedrijf [bedrijf 5] een gift heeft aangenomen. De rechtbank vindt bewezen dat verdachte een geldbedrag van € 2.650,- als gift van [naam 2] , dan wel zijn bedrijf [bedrijf 4] , heeft aangenomen.