ECLI:NL:RBAMS:2022:5936

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 oktober 2022
Publicatiedatum
18 oktober 2022
Zaaknummer
C/13/707120 / HA ZA 21-809
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling uit kortdurende leningsovereenkomst met uitleg volgens Haviltex en de vraag of de overeenkomst enkel is opgesteld ter omzeiling van interne voorschriften

In deze zaak vordert EMC Fund 2010 betaling van € 1.500.000,- van Recorti, voortvloeiend uit een leningsovereenkomst. De rechtbank Amsterdam heeft op 19 oktober 2022 uitspraak gedaan in deze civiele zaak. De procedure begon met een incident op 13 april 2022, gevolgd door een tussenvonnis op 18 mei 2022 en een mondelinge behandeling op 24 augustus 2022. Recorti, een Spaanse vennootschap, heeft samen met anderen 25% van de aandelen in twee Spaanse vennootschappen, terwijl EMC Fund 2010 75% van de aandelen in deze vennootschappen bezit. De leningsovereenkomst, gedateerd 8 november 2017, betrof een bedrag van € 1,5 miljoen, dat door Recorti zou moeten worden terugbetaald. Recorti betwistte de verplichting tot terugbetaling en stelde dat de leningsovereenkomst enkel was opgesteld om interne regels te omzeilen. De rechtbank oordeelde dat de tekst van de leningsovereenkomst leidend is en dat Recorti onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat er geen lening was. De rechtbank heeft de vordering van EMC Fund 2010 toegewezen, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten. Recorti werd veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met rente en kosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/707120 / HA ZA 21-809
Vonnis van 19 oktober 2022
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
EUROMICROCAP FUND 2010, L.P.,
gevestigd te George Town (Kaaimaneilanden),
eiseres,
advocaat mr. P.A. Josephus Jitta te Amsterdam,
en
de rechtspersoon naar buitenlands recht
EUROMICROCAP FUND-C, L.P.,
gevestigd te George Town (Kaaimaneilanden),
gevoegde partij aan de zijde van eiseres,
advocaat mr. P.A. Josephus Jitta te Amsterdam,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
RECORTI INVERSIONES, S.L.,
gevestigd te Madrid (Spanje),
gedaagde,
advocaat mr. N. Bekri te Rotterdam.
Partijen zullen hierna EMC Fund 2010, EMC Fund-C en Recorti genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis in incident van 13 april 2022 en de daarin genoemde processtukken (hierna: het incidentele vonnis),
  • het tussenvonnis van 18 mei 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 24 augustus 2022 en de daarin genoemde processtukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Recorti is een vennootschap naar Spaans recht. Recorti houdt samen met anderen 25% van de aandelen in twee Spaanse vennootschappen genaamd Ombuds Compañia de Seguridad S.A. en Ombuds Servicios S.L. (hierna gezamenlijk: Ombuds). EMC Fund 2010 houdt 75% van de aandelen in Ombuds.
2.2.
Bij e-mailbericht van 7 november 2017 schrijft de heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ), financieel directeur van JZI International Ltd., aan Recorti:

Hola [naam 1]
Te he llamado para coment’artelo pero necesitamos que manana la BV te transfiera el 1,5m y que tu se los devuelvas en cuanto los recibas a GEDESCO. Por facor firma manana los contratos de préstamo y nos los pasas a primera hora para que de tiempo a hacer todas las transferencias. (…)
Dit betekent, vrij vertaald:

Hallo [naam 1]
Ik heb je gebeld om het met je te bespreken maar het is nodig dat morgen de BV de 1,5 miljoen naar jou overmaakt en dat jij die terugbetaalt aan GEDESCO zodra jij het hebt ontvangen. Onderteken alsjeblieft morgen de leningsovereenkomsten en stuur ons deze vroeg in de ochtend zodat er tijd is om alle overboekingen te verrichten. (…)”
2.3.
Bij e-mailbericht van 8 november 2017 schrijft de heer [naam 2] (hierna: [naam 2] ), bestuurder van Ombuds en Toro U. (hierna: Toro), aan Recorti:

Esto esta resuelto ya? Es urgente.
Dit betekent, vrij vertaald:

Is dit al opgelost? Het is dringend.
2.4.
Een schriftelijke leningsovereenkomst tussen JZ Energy Services B.V. (hierna: JZES) en Recorti, gedateerd 8 november 2017, vermeldt als lening een bedrag van € 1,5 miljoen (hierna: de Leningsovereenkomst en de Lening).
2.5.
Artikel 2 van de Leningsovereenkomst heeft als opschrift ‘INTEREST’ en luidt als volgt:

The Principal Amount shall accrue interest at a rate of 3,5% per annum (het “Interest”).
The interest shall be calculated on the basis of a 360-day year and the actual number of days elapsed. The accrued interest must be repaid at the end of the term of the Loan.
Default interest rate applicable to past due Principal Amount, interest and other payments hereunder and otherwise upon default will be 5,5% per annum and will be payable on demand.
2.6.
Een akte van cessie vermeldt dat de Leningsovereenkomst en de Lening door JZES met ingang van 8 november 2017 zijn gecedeerd aan EMC Fund-C.
2.7.
Op 9 november 2017 heeft Recorti op haar rekening een bedrag van € 1.500.000,- ontvangen van JZES.
2.8.
Op 10 november heeft Recorti een bedrag van € 1.500.000,- overgemaakt, met Toro Finance als begunstigde.
2.9.
Een akte van cessie vermeldt dat de Leningsovereenkomst en de Lening door EMC Fund-C met ingang van 31 december 2017 zijn gecedeerd aan EMC Fund 2010.
2.10.
In het register van de Kamer van Koophandel is geregistreerd dat JZES met ingang van 22 augustus 2018 is opgeheven.
2.11.
Bij brief van 4 november 2020 heeft EMC Fund 2010 Recorti verzocht en voor zover nodig gesommeerd om over te gaan tot betaling van het door haar aan EMC Fund 2010 verschuldigde bedrag.

3.Het geschil

3.1.
EMC Fund 2010 vordert Recorti bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis te veroordelen tot betaling van € 1.500.000,-, te vermeerderen met rente en vertragingsrente op de voet van artikel 2 van de Leningsovereenkomst, met veroordeling van Recorti in de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente, en in de nakosten.
3.2.
EMC Fund 2010 legt aan haar vordering de Leningsovereenkomst ten grondslag. Recorti is in gebreke gebleven met het terugbetalen van de Lening. De Leningsovereenkomst en de Lening zijn gecedeerd aan EMC Fund-C en vervolgens aan EMC Fund 2010, aldus EMC Fund 2010.
3.3.
Recorti voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank oordeelt dat de vorderingen van EMC Fund 2010 dienen te worden toegewezen. Daartoe is het volgende redengevend.
De inhoud van de rechtsverhouding tussen Recorti en (initieel) JZES
4.2.
EMC Fund 2010 beroept zich op de Leningsovereenkomst en stelt zich op het standpunt dat de tekst daarvan een juiste weergave is van de inhoud van de rechtsverhouding tussen Recorti en (initieel) JZES. Er is sprake van een kortlopende lening en Recorti is gehouden het geleende bedrag met rente terug te betalen.
4.3.
Recorti betwist dit. De kern van haar betoog is dat partijen niet beoogd hebben dat Recorti geld zou lenen. De Leningsovereenkomst zou enkel zijn opgesteld – ter omzeiling van interne regels van de JZ-Groep – voor het doorschuiven van geld tussen vennootschappen die tot de JZ-Groep behoren. Recorti zou het ontvangen bedrag direct aan Toro overboeken en het was van meet af aan niet de bedoeling dat zij JZES zou terugbetalen.
4.4.
De rechtbank stelt voorop dat het bij de uitleg van een overeenkomst niet alleen gaat om de bewoordingen die bij het maken van de afspraak zijn gebruikt, maar ook om de zin die partijen in de gegeven omstandigheden daaraan redelijkerwijs mochten toekennen en om wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. EMC Fund 2010 is de partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten en op grond van de hoofdregel van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering draagt EMC Fund 2010 de bewijslast van die feiten. Deze hoofdregel is ook toepasselijk waar het gaat om het bestaan en de uitleg van overeenkomsten.
4.5.
In navolging van de stellingen van EMC Fund 2010 ziet de rechtbank aanleiding om bij het vaststellen van de inhoud van de rechtsverhouding tussen Recorti en (initieel) JZES groot gewicht toe te kennen aan bewoordingen van de Leningsovereenkomst. Redengevend hiervoor is dat Recorti en JZES professionele partijen zijn en redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten dat beide partijen hebben nagedacht over de mogelijke consequenties van het opstellen van de Leningsovereenkomst en van de daarin gekozen bewoordingen.
4.6.
Dat neemt niet weg dat op zichzelf sprake kan zijn van een inhoud van de rechtsverhouding die afwijkt van de tekst van de Leningsovereenkomst, zoals de door Recorti voorgestane uitleg van hetgeen partijen in werkelijkheid met elkaar hebben afgesproken. De rechtbank is echter van oordeel dat Recorti onvoldoende concrete feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die tot die conclusie kunnen leiden. Het door Recorti gestelde doel kan namelijk niet worden bereikt met de Leningsovereenkomst. De tekst van deze overeenkomst rechtvaardigt immers geen betaling aan Toro, maar aan JZES, EMC Fund-C (na de eerste cessie) en aan EMC Fund 2010 (na de tweede cessie). Hier komt nog bij dat, zo is tijdens de mondelinge behandeling van de zijde van Recorti verklaard, Recorti vaker op basis van vertrouwen zou zijn ingezet om dit soort klusjes te doen voor de JZ-groep maar dat niet telkens een schriftelijke leningsovereenkomst werd opgesteld. Een verklaring waarom in dit geval wél een schriftelijke leningsovereenkomst is opgesteld heeft Recorti niet kunnen geven, anders dan dat zij op basis van vertrouwen enkel heeft ondertekend wat aan haar is toegestuurd omdat haar bestuurder zijn contactpersonen heeft willen helpen.
4.7.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Recorti de door EMC Fund 2010 gestelde uitleg onvoldoende heeft betwist en daarom baseert de rechtbank zich in dit geval op de tekst van de Leningsovereenkomst. Bij deze stand van zaken wordt niet toegekomen aan bewijslevering terzake. Dit betekent dat Recorti gehouden is tot terugbetaling van het geleende bedrag.
Bevrijdende betaling?
4.8.
Recorti heeft zich op het standpunt gesteld dat zij reeds betaald heeft. Daartoe heeft zij aangevoerd dat zij op 10 november 2017 een bedrag van € 1.500.000,- heeft overgeboekt naar Toro, in lijn met telefonische instructies.
4.9.
EMC Fund 2010 betwist die betaling als zodanig niet, maar betwist wel dat deze betaling Recorti heeft bevrijd. Ook wijst EMC Fund 2010 erop dat er eind 2017 meerdere betalingen van Recorti aan Toro hebben plaatsgevonden en stelt EMC Fund 2010 dat Recorti een bedrag van € 8.500.000,- van Toro heeft geleend, waarvan nog een groot gedeelte verschuldigd is.
4.10.
Het beroep van Recorti op bevrijdende betaling betreft een zelfstandig verweer, waarvan de stelplicht op Recorti rust. De rechtbank is van oordeel dat Recorti onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit zou kunnen worden afgeleid dat zij op redelijke gronden heeft mogen aannemen dat aan Toro moest worden betaald. Recorti stelt niet méér dan dat zij ‘
telefonisch instructies [ontving] om de gelden niet naar GEDESCO doch naar Toro over te maken.’ Zie par. 33 van de conclusie van antwoord; vergelijkbare bewoordingen zijn opgenomen in de spreekaantekeningen van Recorti, p. 2, tweede en negende alinea. Van wie zij deze telefonische instructies zou hebben ontvangen heeft Recorti niet gesteld, en dat is ook overigens niet gebleken. Aan bewijslevering wordt dus niet toegekomen en de rechtbank verwerpt het beroep van Recorti op bevrijdende betaling.
4.11.
Overigens kan ook in het midden blijven of [naam 1] en [naam 2] zeggenschap hebben bij JZES en of Recorti er daarom op zou hebben mogen vertrouwen dat zij hun instructies namens JZES hebben gegeven, zoals Recorti heeft gesteld en EMC Fund 2010 heeft betwist. Recorti heeft immers niet voldaan aan hun instructies: het staat namelijk vast dat Recorti niet heeft betaald aan leninggever JZES, eerste cessionaris EMC Fund-C, tweede cessionaris EMC Fund 2010, Ombuds of Gedesco (zoals [naam 1] per e-mail instrueerde).
Geldigheid van de eerste en tweede cessie
4.12.
Uit het incidentele vonnis volgt dat de geldigheid van de cessies naar Nederlands recht beoordeeld dient te worden.
4.13.
Recorti heeft de akte van de eerste cessie ondertekend en de rechtsgeldigheid van die cessie wordt door haar niet betwist. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Recorti kenbaar gemaakt dat haar betwisting van de rechtsgeldigheid van de tweede cessie enkel nog erop is gebaseerd dat de lening reeds door Recorti was terugbetaald zodat de lening niet langer kon worden gecedeerd.
4.14.
De rechtbank heeft hiervoor uiteengezet dat zij van oordeel is dat Recorti de lening niet heeft terugbetaald. Dat betekent dat met de tweede cessie de vordering door EMC Fund-C rechtsgeldig is overgedragen aan EMC Fund 2010.
Rente
4.15.
EMC Fund 2010 maakt ten aanzien van de Leningsovereenkomst aanspraak op twee soorten rente: een rente van 3,5% per jaar tijdens de looptijd van de lening, en een vertragingsrente van 5,5% per jaar vanaf 19 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
4.16.
De verschuldigdheid van de rente en de in de Leningsovereenkomst opgenomen percentages zijn door Recorti niet op andere wijze betwist dan met de door de rechtbank verworpen stelling dat van een lening geen sprake is geweest. Ook voor wat betreft de rente is de vordering van EMC Fund 2010 dus toewijsbaar.
4.17.
De rente die tijdens de looptijd is verschenen kan reeds worden berekend. Blijkens artikel 2 van de Leningsovereenkomst dient daarbij te worden uitgegaan van een jaar met 360 dagen. Van 8 november 2017 tot 19 januari 2018 zijn 72 dagen verstreken, zodat deze rente € 10.500,- bedraagt (te weten: 72/360 x 3,5% x € 1.500.000,-).
4.18.
Recorti is aldus op grond van de Leningsovereenkomst een bedrag verschuldigd van € 1.510.500,-, te vermeerderen met de vertragingsrente van 5,5% per jaar vanaf 19 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.19.
EMC Fund 2010 maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, met wettelijke rente.
4.20.
De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is.
4.21.
Recorti betwist dat EMC Fund 2010 de gevorderde kosten heeft gemaakt. Die stelling is niet ter zake dienend en wordt gepasseerd; relevant is enkel dat buitenrechtelijke incassowerkzaamheden hebben plaatsgevonden. Daarvan blijkt reeds met de door EMC Fund 2010 overgelegde sommatiebrief.
4.22.
Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief. Het bedrag van € 6.775,- zal worden toegewezen.
4.23.
Ook de gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten, met ingang van datum dagvaarding, zal worden toegewezen.
Proceskosten
4.24.
Recorti zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van EMC Fund 2010 worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van EMC Fund 2010 worden begroot op:
- dagvaarding € 98,52
- griffierecht 4.200,00
- salaris advocaat
7.998,00(2,0 punten × tarief € 3.999,00)
Totaal € 12.296,52
4.25.
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling ten gunste van EMC Fund-C als gevoegde partij. EMC Fund-C is in het incidentele vonnis toegestaan om zich in de hoofdzaak te voegen aan de zijde van EMC Fund 2010, waarbij de proceskosten in dat incident reeds zijn gecompenseerd. EMC Fund-C heeft nadien geen zelfstandige proceshandelingen verricht.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Recorti om aan EMC Fund 2010 te betalen een bedrag van € 1.510.500,-, vermeerderd met de contractuele vertragingsrente van 5,5% per jaar met ingang van 19 januari 2018 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Recorti om aan EMC Fund 2010 te betalen een bedrag van € 6.775,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 27 juli 2021,
5.3.
veroordeelt Recorti in de proceskosten, aan de zijde van EMC Fund 2010 tot op heden begroot op € 12.296,52, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na het wijzen van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4
veroordeelt Recorti in de na dit vonnis aan de zijde van EMC Fund 2010 ontstane nakosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en Recorti niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na de bedoelde aanschrijving tot de dag der algehele voldoening,
5.5.
verklaart dit vonnis in zoverre uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. van Eekeren en in het openbaar uitgesproken op 19 oktober 2022.