ECLI:NL:RBAMS:2022:584

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 januari 2022
Publicatiedatum
15 februari 2022
Zaaknummer
RK 21/3347
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Teruggave van in beslag genomen snorfiets na klaagschrift ex artikel 552a Sv

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 januari 2022 uitspraak gedaan op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klaagster, geboren in 1999. Het klaagschrift betreft de teruggave van een snorfiets, merk Piaggio C38, die in beslag was genomen van de beslagene, geboren in 1980. De snorfiets was in beslag genomen op 14 februari 2021, nadat de beslagene was aangehouden voor rijden onder invloed en zonder geldig rijbewijs. Klaagster heeft aangevoerd dat de snorfiets van haar is en dat zij nooit toestemming heeft gegeven aan de beslagene om deze mee te nemen. De officier van justitie heeft in raadkamer aangegeven zich niet langer te verzetten tegen de teruggave van de snorfiets aan klaagster, omdat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de rechter de snorfiets zal verbeurd verklaren in een eventuele hoofdzaak.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek in raadkamer een summier karakter heeft en dat het niet mogelijk is om ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak te treden. De rechtbank heeft beoordeeld of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert. Aangezien de officier van justitie zich niet langer verzet tegen de teruggave en de snorfiets op naam van klaagster is geregistreerd, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beslag moet worden opgeheven. De rechtbank heeft besloten dat klaagster als rechthebbende moet worden beschouwd en heeft gelast dat de snorfiets aan haar wordt teruggegeven. De beslissing is openbaar uitgesproken en klaagster heeft de mogelijkheid om binnen veertien dagen beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
RK: 21/3347
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:

[klaagster] ,

geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres klaagster] ,
klaagster.
[beslagene] , geboren op [geboortedag beslagene] 1980 te [geboorteplaats beslagene] , wonende [adres beslagene] , is de beslagene.

Procesgang

Het klaagschrift is op 15 juni 2021 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
De rechtbank heeft op 17 november 2021 de behandeling van het klaagschrift op verzoek van klaagster aangehouden. De officier van justitie heeft op die datum zijn standpunt kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 27 januari 2022 klaagster en de officier van justitie in openbare raadkamer gehoord.
De beslagene is, hoewel geldig opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.

Inhoud van het klaagschrift

Het klaagschrift strekt tot teruggave van het in beslag genomen voorwerp, te weten:
- een snorfiets, merk Piaggio C38, kenteken [kenteken] (goednummer: 5904890).
Klaagster heeft naar aanleiding van het standpunt van het Openbaar Ministerie en ter toelichting op het klaagschrift kort samengevat het volgende aangevoerd. De snorfiets is van haar. Klaagster heeft nooit geweten dat de beslagene haar snorfiets meenam. Zij woont in [wijk] en neemt de snorfiets niet altijd mee. De sleutel van de snorfiets ligt dan in huis. Dat zou veilig moeten zijn. Klaagster heeft de beslagene nooit toestemming gegeven om de snorfiets mee te nemen. De beslagene had een stoplichtrelatie met de moeder van klaagster. Die relatie is voorbij. Het zal niet meer gebeuren dat de beslagene haar snorfiets zonder haar toestemming mee neemt. Klaagster zit al een jaar zonder haar snorfiets en wil die graag terug hebben.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft zich in raadkamer niet langer verzet tegen teruggave van de in beslag genomen snorfiets aan klaagster. De snorfiets is in beslag genomen nadat de beslagene op 14 februari 2021 weer werd aangehouden op deze snorfiets, hij onder invloed was en hij zonder geldig rijbewijs reed. Het was de tweede keer dat hij op deze snorfiets werd aangehouden en de vierde keer in totaal dat hij reed zonder dat hij daarvoor een geldig rijbewijs had. De vraag is of het hoogst onwaarschijnlijk dat als de zaak van de beslagene op zitting komt, die snorfiets die van klaagster is, door de rechter zal worden verbeurd verklaard. Klaagster heeft in raadkamer verklaard dat de beslagene uit haar leven is. Onder die omstandigheden acht de officier van justitie het hoogst onwaarschijnlijk dat de rechter, later oordelend, de snorfiets verbeurd zal verklaren. De officier van justitie heeft voorts aangegeven dat de snorfiets op naam van klaagster is geregistreerd.

De beoordeling

Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
Op 14 februari 2021 is op de voet van artikel 94 Sv voornoemd voorwerp in beslag genomen.
De beslagene wordt – kort gezegd – verdacht van het rijden onder invloed van drugs en zonder een geldig rijbewijs.
De rechtbank stelt voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechtbank niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden. Daarvoor is in de beklagprocedure geen plaats, omdat ten tijde van een dergelijke procedure veelal het dossier zoals dat uiteindelijk aan de zittingsrechter in de hoofd- of ontnemingszaak zal worden voorgelegd, nog niet compleet is en omdat voorkomen moet worden dat de beklagrechter vooruitloopt op het in de hoofd- of de ontnemingszaak te geven oordeel. Het beperkte karakter van de beklagprocedure komt tot uitdrukking in enkele van de aan te leggen toetsingsmaatstaven (Hoge Raad 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823, NJ 2010/654).
In geval van een beklag van de beslagene tegen een op de voet van artikel 94 Sv gelegd beslag dient de rechtbank a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen, b. de teruggave van het in beslag genomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer het inbeslaggenomene kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Voorts verzet het door artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, met betrekking tot het voorwerp de verbeurdverklaring zal uitspreken of onttrekking aan het verkeer zal bevelen, al dan niet naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4°, Sr in verbinding met art 552f Sv.
In het onderhavig geval is sprake van een voorwerp dat volgens het Openbaar Ministerie
vatbaar is voor verbeurdverklaring.
De rechtbank dient in dit geval te beoordelen of het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van het voorwerp zal uitspreken.
Op grond van de zich thans in het dossier bevindende stukken, het verhandelde in raadkamer waarbij de officier van justitie zich niet langer heeft verzet tegen de teruggave van de inbeslaggenomen snorfiets aan klaagster, is de rechtbank van oordeel dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de in beslag genomen snorfiets zal verbeurd verklaren.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat bij het ontbreken van strafvorderlijk belang het beslag dient te worden opgeheven.
De rechtbank is voorts van oordeel dat klaagster en niet iemand anders redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van de snorfiets moet worden beschouwd. Zij zal dan ook gelasten dat het voorwerp aan klaagster dient te worden teruggegeven.
De rechtbank komt tot de volgende beslissing.

De beslissing

De rechtbank verklaart het beklag
gegronden gelast de teruggave aan klaagster van een snorfiets, merk Piaggio C38, kenteken [kenteken] (goednummer: 5904890).
Deze beslissing is gegeven door
mr. H.E. Hoogendijk, rechter,
in tegenwoordigheid van A. Gordon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2022.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank,
binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.