In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 januari 2022 uitspraak gedaan op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klaagster, geboren in 1999. Het klaagschrift betreft de teruggave van een snorfiets, merk Piaggio C38, die in beslag was genomen van de beslagene, geboren in 1980. De snorfiets was in beslag genomen op 14 februari 2021, nadat de beslagene was aangehouden voor rijden onder invloed en zonder geldig rijbewijs. Klaagster heeft aangevoerd dat de snorfiets van haar is en dat zij nooit toestemming heeft gegeven aan de beslagene om deze mee te nemen. De officier van justitie heeft in raadkamer aangegeven zich niet langer te verzetten tegen de teruggave van de snorfiets aan klaagster, omdat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de rechter de snorfiets zal verbeurd verklaren in een eventuele hoofdzaak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het onderzoek in raadkamer een summier karakter heeft en dat het niet mogelijk is om ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak te treden. De rechtbank heeft beoordeeld of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert. Aangezien de officier van justitie zich niet langer verzet tegen de teruggave en de snorfiets op naam van klaagster is geregistreerd, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beslag moet worden opgeheven. De rechtbank heeft besloten dat klaagster als rechthebbende moet worden beschouwd en heeft gelast dat de snorfiets aan haar wordt teruggegeven. De beslissing is openbaar uitgesproken en klaagster heeft de mogelijkheid om binnen veertien dagen beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.