ECLI:NL:RBAMS:2022:5802

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 juni 2022
Publicatiedatum
11 oktober 2022
Zaaknummer
C/13/718859 / HA RK 22-176
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van een rechter in een civiele procedure

Op 27 juni 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker, die zich eerder als eiser had opgesteld in een civiele procedure met rolnummer 9401448 CV EXPL 21-12160. Het wrakingsverzoek was ingediend op 8 juni 2022, na een mondelinge behandeling op 7 februari 2022 en een vonnis dat op 19 april 2022 was gewezen door de rechter, mr. R. Kruisdijk. De verzoeker had geklaagd over de wijze waarop de rechter hem had bejegend tijdens de behandeling van zijn zaak en stelde dat de rechter vooringenomen was vanwege opmerkingen die hij had gemaakt tijdens de zitting.

De wrakingskamer heeft de ingediende stukken, waaronder een e-mailwisseling tussen de verzoeker en de klachtenfunctionaris van de rechtbank, in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de rechter, die al een vonnis had gewezen, niet meer in de zaak kon worden gewraakt. Dit is in overeenstemming met artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat een rechter die een zaak heeft behandeld, niet kan worden gewraakt. Daarom verklaarde de rechtbank het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk.

De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter P.B. Martens en leden N.C.H. Blankevoort en K.A. Brunner, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting. Tegen deze beslissing staat geen voorziening open, zoals bepaald in artikel 39 lid 5 Rv.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Beslissing van 27 juni 2022 op het op 8 juni 2022 gedane en onder zaaknummer C/13/718859 HA/RK 22/176 ingeschreven verzoek van:
[verzoeker] ,wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
welk verzoek strekt tot wraking van mr. R. Kruisdijk, kantonrechter te Amsterdam, hierna: de rechter.

1.1. De procedure

De wrakingskamer heeft kennisgenomen van de navolgende stukken:
- een e-mailwisseling tussen verzoeker en de klachtenfunctionaris van de deze rechtbank, die is uitgemond in een e-mail van 8 juni 2022 waarin verzoeker de rechter heeft gewraakt.

2.De feiten

Verzoeker trad op als eiser in de zaak met rolnummer 9401448 CV EXPL 21-12160. Hij werd bijgestaan door mr. C.P.R.M. Dekker (Kortman Advocaten).
Op 7 februari 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Op 19 april 2022 heeft de rechter een vonnis gewezen.
Nadien heeft verzoeker bij de klachtenfunctionaris van deze rechtbank geklaagd over de wijze waarop de rechter hem heeft bejegend.
In de e-mail van 8 juni 2022 van verzoeker aan de klachtenfunctionaris is onder meer opgenomen dat hij de rechter wraakt.

3.Het verzoek en de gronden daarvan

Het wrakingsverzoek is erop gebaseerd dat de rechter vooringenomen was omdat hij op de mondelinge behandeling tot twee keer toe een bepaalde opmerking heeft gemaakt.

5.5. De gronden van de beslissing

Op grond van het bepaalde in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan een rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. In dit geval heeft de rechter reeds op 19 april 2022 een vonnis gewezen. Hij heeft de zaak dus niet meer in behandeling en kan om die reden niet worden gewraakt. Het verzoek zal niet-ontvankelijk worden verklaard.
BESLISSING
De rechtbank:
- Verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek.
Aldus gegeven door mrs. P.B. Martens, voorzitter, N.C.H. Blankevoort en
K.A. Brunner, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 juni 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39 lid 5 Rv geen voorziening open.