ECLI:NL:RBAMS:2022:5801
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard door de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam
Op 11 juli 2022 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker, dat op 1 juli 2022 was ingediend onder rekestnummer C/13/719794 / HA RK 22/200. Het verzoek strekte tot wraking van mr. R. Hirzalla, bestuursrechter te Amsterdam. De rechtbank heeft kennisgenomen van het wrakingsverzoek, dat op 30 juni 2022 was ingediend, en heeft vastgesteld dat de rechter niet in de wraking berust. De zaak van verzoeker, die in behandeling is bij de rechtbank, betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij zijn beroep kennelijk niet-ontvankelijk was verklaard.
De beoordeling van het wrakingsverzoek is gebaseerd op artikel 8:15 van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb), dat stelt dat een rechter kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De Wrakingskamer heeft als uitgangspunt genomen dat een rechter op grond van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij het tegendeel bewezen kan worden. Ook de objectief gerechtvaardigde schijn van vooringenomenheid kan grond zijn voor wraking.
Verzoeker heeft aangevoerd dat hij de rechter wraakt op gronden van politieke vooringenomenheid en het berokkenen van schade aan de goede procesorde, maar de Wrakingskamer heeft geoordeeld dat verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die zouden kunnen wijzen op vooringenomenheid van de rechter. Daarom is het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en is besloten dat verdere verzoeken tot wraking van de rechter niet in behandeling zullen worden genomen. De beslissing is uitgesproken ter openbare terechtzitting, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.