Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
bilateral investment treaty) genoemd. Het doel daarvan was om investeringsstromen tussen de verdragsluitende staten te bevorderen door buitenlandse investeerders betere (rechts)bescherming te bieden. In het verdrag is om die reden in artikel 8 een zogenaamde ‘ISDS-clausule’ (
investor-State dispute settlement) opgenomen. Het mechanisme werkt aldus dat de ISDS-clausule een open aanbod is van de staat (in dit geval de Republiek) om een geschil over schending van de materiële beschermingsbepalingen in de IBO door middel van arbitrage te laten beslechten. De buitenlandse investeerder (in dit geval [gedaagde] ), kan op ieder gewenst moment dat aanbod accepteren, waarna een ‘arbitrageovereenkomst’ tot stand komt.
sunset clause, of horizonclausule, en luidt als volgt:
Termination Agreementgenoemd, waarin de in de bijlagen genoemde bilaterale investeringsverdragen worden beëindigd en ook de horizonclausules worden beëindigd. Voor Nederland is het Beëindigingsverdrag op 31 maart 2021 in werking getreden en voor de Republiek op 4 april 2021. In het Beëindigingsverdrag staat onder meer het volgende.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Kompetenz-Kompetenzis verankerd in artikel 30 van de UK Arbitration Act, het formele arbitragerecht dat van toepassing is op deze arbitrage. Ook artikel 21 van de op de arbitrage toepasselijke UNCITRAL Rules 1976 bepaalt dat een scheidsgerecht bevoegd is om over zijn eigen bevoegdheid te oordelen. In Nederland is dit principe neergelegd in artikel 1052 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Pas als het scheidsgerecht zich daarover heeft uitgesproken, en dat heeft geleid tot een arbitraal eindvonnis, is het eventueel aan de nationale overheidsrechter om te oordelen over een vernietigings- of tenuitvoerleggingsprocedure. In dit geval zou dat de Engelse rechter zijn, als de rechter van de plaats van arbitrage.
Supreme Courtgeoordeeld dat het arbitraal vonnis ten uitvoer gelegd kon worden. [3] De kans is dus aanwezig, of zelfs groot, dat het scheidsgerecht zal oordelen dat het bevoegd is, en dat in het geval van een voor de Republiek ongunstig arbitraal vonnis een eventuele vernietigingsvordering op grond van onbevoegdheid zal worden afgewezen.
1.016,00