Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
EU – VK Justitie en Veiligheid (Uitvoeringswet) juncto artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank.
the Westminster Magistrates Court(Verenigd Koninkrijk) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Toetsingskader
rechtbank: als bedoeld in het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie) door een staat zijn uitgevaardigd, indien de gezochte persoon niet voor het eind van de overgangsperiode met het oog op de tenuitvoerlegging ervan is aangehouden.
hierna: Uitvoeringswet).
4.Grondslag en inhoud van het AB
first instance warrantuitgevaardigd door
the Westminster Magistrates Courtop 13 februari 2019.
5.Strafbaarheid: feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
6.Detentieomstandigheden in het Verenigd Koninkrijk
[detentieplaats] .Gelet hierop, dient de rechtbank in de onderhavige zaak alleen de detentieomstandigheden in de penitentiaire inrichting
[detentieplaats]te onderzoeken.
[detentieplaats]zijn gedetineerd, onmenselijk of vernederend worden behandeld. Op grond van het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende basis is om een algemeen gevaar op schending van artikel 4 Handvest aan te nemen.
7.Proportionaliteits- en evenredigheidsverweer
- De opgeëiste persoon woont sinds begin 2018 in Nederland;
- Hij heeft een vaste baan en een woning en woont met zijn minderjarige dochter voor wie hij de zorg heeft;
- Inmiddels zijn 6 jaar verstreken tussen de feiten en het verzoek om overlevering en tussen het verzoek om overlevering en de daadwerkelijke aanhouding tweeënhalf jaar;
- Onduidelijk is de verwachte straf en nog belangrijker de duur van mogelijke voorlopige hechtenis, nu er sprake is van aanzienlijke achterstanden in de behandeling van strafzaken en er thans geen zicht is op een datum voor de behandeling van zijn strafzaak.
Oordeel van de rechtbank
8.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 2 Uitvoeringswet
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Westminster Magistrates Court(Verenigd Koninkrijk) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het AB.