ECLI:NL:RBAMS:2022:5423

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 juli 2022
Publicatiedatum
15 september 2022
Zaaknummer
22/2135
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift te laat ingediend; telefoongesprekken niet als bezwaarschrift aangemerkt

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 29 juli 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke kwestie tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. S.L. Soedamah, en de raad van bestuur van de sociale verzekeringsbank, vertegenwoordigd door mr. L.M.J.A. Erkens-Hanssen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen twee besluiten van verweerder, waarbij een bedrag van € 3.658,80 aan te veel ontvangen AOW-pensioen werd teruggevorderd en een betalingsregeling werd vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat het bezwaarschrift van eiseres, ingediend op 7 februari 2022, te laat was en dat de rapporten van telefoongesprekken niet als een (voorlopig) bezwaarschrift konden worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat verweerder de bezwaren van eiseres terecht niet-ontvankelijk had verklaard, waardoor het beroep ongegrond werd verklaard. Eiseres kreeg geen terugbetaling van het griffierecht en ook geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 22/2135

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juli 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , uit Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: mr. S.L. Soedamah),
en

de raad van bestuur van de sociale verzekeringsbank (verweerder)

(gemachtigde: mr. L.M.J.A. Erkens-Hanssen).

Inleiding

Met een besluit van 19 oktober 2021 (het primaire besluit 1) heeft verweerder een bedrag van € 3.658,80 aan te veel ontvangen AOW-pensioen van eiseres teruggevorderd.
Met een besluit van 8 november 2021 (het primaire besluit 2) heeft verweerder een betalingsregeling vastgesteld met betrekking tot het hiervoor genoemde teruggevorderde bedrag.
Eiseres heeft tegen de primaire besluiten bezwaar gemaakt.
Met twee afzonderlijke besluiten op bezwaar van 8 maart 2022 (de bestreden besluiten), heeft verweerder de bezwaren van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij het bezwaarschrift te laat heeft ingediend.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de bestreden besluiten.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 27 juli 2022 op zitting behandeld. Partijen hebben zich afgemeld voor de zitting.

Beoordeling door de rechtbank

1. De rechtbank oordeelt dat verweerder de bezwaarschriften van eiseres terecht
niet-ontvankelijk heeft verklaard
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt.
2. Tussen partijen is niet in geschil dat het bezwaarschrift van 7 februari 2022 buiten de bezwaartermijn – en daarmee dus te laat – is ingediend. De vraag is of de rapporten van de telefoongesprekken van 4 november 2021, 7 december 2021 en/of 17 december 2021 als bezwaarschrift kunnen worden aangemerkt.
3. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht moet bezwaar worden gemaakt door het indienen van een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Dit betekent dat uitsluitend schriftelijk bezwaar kan worden gemaakt. Op grond van de rechtspraak kan een schriftelijke weergave van een klantcontact in uitzonderlijke situaties worden aangemerkt als voorlopig bezwaarschrift.
4. De door de dochter van eiseres en de maatschappelijk werkster gevoerde telefoongesprekken met verweerder zijn naar het oordeel van de rechtbank niet als een (voorlopig) bezwaarschrift aan te merken. Uit de inhoud van de telefoonnotities kan niet worden afgeleid dat eiseres bezwaar wilde maken tegen de betalingsregeling en/of de terugvordering. Uit de telefoonnotities blijkt slechts dat de maatschappelijk werkster en de dochter van eiseres melden dat eiseres met de door haar afgesproken betalingsregeling niet kan rondkomen en dat haar daarom een nieuw formulier draagkracht wordt toegezonden. Over de terugvordering wordt in de notities helemaal niet gesproken. Van een uitzonderlijke situatie is dan ook geen sprake.
5. Nu de telefoongesprekken niet als bezwaarschrift kunnen worden aangemerkt en het bezwaarschrift van 7 februari 2022 te laat is ingediend, heeft verweerder de bezwaren van eiseres terecht niet-ontvankelijk verklaard.
6. Omdat de bezwaren van eiseres terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard, komt de rechtbank niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak.

Conclusie

7. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.E.J.M. Gielen, rechter, in aanwezigheid van mr. I.N. van Soest, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 juli 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.