ECLI:NL:RBAMS:2022:4706
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot nakoming van kredietovereenkomst afgewezen wegens niet voldoen aan opschortende voorwaarde van positief afgerond cliëntonderzoek
In deze zaak vorderden meerdere besloten vennootschappen (hierna gezamenlijk aangeduid als 'eiseressen') van ING Bank N.V. (hierna 'ING') nakoming van een kredietovereenkomst. De eiseressen stelden dat zij op 15 februari 2022 een kredietofferte hadden getekend voor een lening van € 180.000,00, maar dat ING weigerde de overeenkomst na te komen omdat niet voldaan was aan de opschortende voorwaarde van een positief afgerond cliëntenonderzoek. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 juli 2022 hebben de partijen hun standpunten toegelicht. Eiseressen voerden aan dat de kredietofferte een overeenkomst tot stand had gebracht en dat ING onterecht de nakoming weigerde. ING daarentegen stelde dat de kredietofferte een opschortende voorwaarde bevatte die niet was vervuld, omdat het cliëntenonderzoek negatief was afgerond.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiseressen niet aan de bijzondere bepaling in de kredietofferte hadden voldaan, waardoor de opschortende voorwaarde niet was vervuld. De rechter wees erop dat ING gerechtigd was om het krediet niet te verstrekken op basis van de uitkomsten van het cliëntenonderzoek, dat aangaf dat er een risico op witwassen bestond. De rechter concludeerde dat de vorderingen van eiseressen moesten worden afgewezen, en dat zij als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten dienden te worden veroordeeld. Het vonnis werd uitgesproken op 27 juli 2022.