Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
office of the state attorney Eisenstadt(Oostenrijk) – met goedkeuring van de
Eisenstadt Regional Court(Oostenrijk) op 18 juni 2020 [1] – en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
order for arrest,uitgevaardigd door de
office of the state attorney Eisenstadt(Oostenrijk) op 17 juni 2020 (referentie 13 St 12/18z).
“a large number of individual offences”gaat, wat te abstract is. Het IRC spreekt, in een mail waarin om aanvullende informatie wordt gevraagd, van zes feiten en de uitvaardigende justitiële autoriteit spreekt van drie feiten. Nu het exacte aantal feiten onbekend blijft, moet de overlevering worden geweigerd.
4.Strafbaarheid
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- het onderzoek is in Oostenrijk aangevangen;
- de medeverdachten worden in Oostenrijk vervolgd;
- de verdovende middelen zijn in Oostenrijk aangetroffen;
- de verdovende middelen waren bestemd voor de Oostenrijkse markt en
- het Nederlandse Openbaar Ministerie is niet voornemens de opgeëiste persoon te vervolgen.
- aan de regeling van het EAB ten grondslag ligt dat overlevering de hoofdregel is en toepassing van een facultatieve weigeringsgrond de uitzondering dient te zijn;
- de weigeringsgrond ertoe strekt te voorkomen dat Nederland zou moeten meewerken aan overlevering voor een zogenoemd lijstfeit dat geheel of ten dele in Nederland is gepleegd en dat hier niet strafbaar is of hier niet pleegt te worden vervolgd.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsartikelen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
office of the state attorney Eisenstadt(Oostenrijk) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.