Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[eiser]
[gedaagde] B.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Uitgangspunten
Vordering en verweer
Beoordeling
‘een beding tussen de werkgever en de werknemer waarbij deze laatste wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de overeenkomst op zeker wijze werkzaam te zijn’. Algemeen wordt aangenomen dat dit ook van toepassing is op een relatiebeding, omdat (ook) dat beding de werknemer beperkt om op zekere wijze werkzaam te zijn, zij het dat dit zich met name richt tegen het benaderen en bedienen van zakelijke relaties van de (voormalige) werkgever. Dit brengt mee dat voor de geldigheid van een relatiebeding aan de wettelijke vereisten daarvoor dient te zijn voldaan (ECLI:NL:HR:2017:364).
relatieszoals bekend in de ‘relation database’ en ‘in the social media of Employer’. Het beding beperkt zich expliciet tot relaties van [gedaagde] . In de toelichting staat eveneens wat het doel van het
relatiebedingis. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter kwalificeert dit beding niet als een concurrentiebeding, omdat het alleen betrekking heeft op de relaties van [gedaagde] en niet, zoals [gedaagde] betoogt, ook op haar concurrenten. Het belang dat [gedaagde] mede beoogt te beschermen (zie 11) heeft betrekking op de bescherming van bedrijfsspecifieke kennis en expertise die [eiser] bij [gedaagde] heeft opgedaan. Hiervoor is een concurrentiebeding in het leven geroepen, maar partijen zijn dat niet, zoals gebruikelijk is, overeengekomen, ook niet bij de opvolgende addenda. Het verweer faalt op dit punt.