ECLI:NL:RBAMS:2022:4642
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming tot verhuizing met kind naar Zuid-Afrika
Op 1 juni 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak over gezamenlijke gezagsuitoefening tussen een moeder en een vader. De moeder verzocht om vervangende toestemming om met hun minderjarige kind naar Zuid-Afrika te verhuizen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder verzoeken en verweren van beide partijen, en heeft op 3 mei 2022 een mondelinge behandeling gehouden. De moeder heeft aangegeven dat de verhuizing noodzakelijk is voor haar carrière in de modellenwereld en dat het in het belang van het kind is, omdat het kind in Nederland gezondheidsproblemen heeft. De vader heeft zich verzet tegen de verhuizing en verzocht om een zorgregeling waarbij hij meer contact met het kind kan hebben.
De rechtbank heeft de belangen van beide ouders en het kind afgewogen. De moeder heeft voldoende onderbouwd dat de verhuizing noodzakelijk is en dat zij goede voorzieningen in Zuid-Afrika heeft getroffen, zoals werk, huisvesting en kinderopvang. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader een beperkte rol speelt in het leven van het kind en dat de voorgestelde zorgregeling voldoende compensatie biedt voor de verhuizing. De rechtbank concludeert dat de verhuizing naar Zuid-Afrika niet een zodanig ingrijpende wijziging van het contact tussen het kind en de vader zal veroorzaken dat hun relatie daarmee zal worden doorbroken. De rechtbank verleent de moeder daarom de gevraagde toestemming om met het kind naar Zuid-Afrika te verhuizen en stelt een zorgregeling vast die de belangen van beide ouders en het kind waarborgt.