Op 7 juli 2022 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam een wrakingsverzoek van verzoeker buiten behandeling gesteld. Het verzoek was ingediend op 8 juni 2022 en had betrekking op de zaak met zaaknummer AMS 22/1708WOB. Verzoeker stelde dat hij niet op de hoogte was gesteld van de rechter die zijn zaak zou behandelen en dat zijn zaak buiten zitting zou worden afgehandeld. Dit zou volgens hem de schijn van partijdigheid wekken, waardoor hij geen eerlijk proces zou hebben gekregen. De griffier van de Wrakingskamer vroeg om informatie aan de teamvoorzitter van het team bestuursrecht, maar er was nog geen definitieve beslissing genomen over de behandeling van de zaak. De teamvoorzitter gaf aan dat de keuze om de zaak zonder zitting te behandelen nog niet definitief was en dat verzoeker ten onrechte de indruk had gekregen dat er al een beslissing was genomen. De Wrakingskamer concludeerde dat het wrakingsverzoek buiten behandeling moest worden gesteld, omdat er nog geen rechter aan de zaak was verbonden. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.