ECLI:NL:RBAMS:2022:4559

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 juli 2022
Publicatiedatum
4 augustus 2022
Zaaknummer
AWB 22 / 2297
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herbeoordeling kinderopvangtoeslag en niet tijdig beslissen door de Belastingdienst

In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Belastingdienst/Toeslagen op haar verzoek om herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank Amsterdam heeft op 25 juli 2022 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is, aangezien er geen tijdig besluit is genomen door verweerder. Eiseres heeft verzocht om vaststelling van een bestuurlijke dwangsom, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder deze al op het maximale bedrag had vastgesteld en er geen aanleiding was om dit opnieuw te doen.

De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Verweerder had verzocht om een verlenging van de beslistermijn tot twaalf weken, gezien het grote aantal verzoeken voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft deze termijn goedgekeurd en bepaald dat verweerder uiterlijk op 11 augustus 2022 een besluit moet nemen. Tevens is verweerder veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 569,25, en het vergoeden van het griffierecht van € 50,-. De uitspraak is openbaar gemaakt op 21 juli 2022.

Uitspraak

uitspraak zonder zitting
RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 22/2297 uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres
(gemachtigde: mr. A. Frederiksen),
en
de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder. ( [gem. verweerder] )
Procesverloop
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door verweerder op haar verzoek om een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag (het verzoek).
Verweerder heeft een verweerschrift ingestuurd. Eiseres heeft daarop gereageerd.
Overwegingen
l. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. I Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit
heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.2
3. Tussen partijen is niet in geschil dat het beroep gegrond is. De rechtbank gaat daar ook van uit.
4. Eiseres heeft de rechtbank verzocht om de bestuurlijke dwangsom vast te stellen. De rechtbank stelt vast dat verweerder in het verweerschrift de bestuurlijke dwangsom heeft vastgesteld op het maximale bedrag. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om de bestuurlijke dwangsom (nogmaals) vast te stellen.
5. Nu verweerder nog geen besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen. Op grond van artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb moet verweerder dit doen binnen twee weken na het verzenden van deze uitspraak. Alleen in bijzondere
Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en
onder f, van de Awb.
2 Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb
Zaaknummer: 22/2297 Pagina 2 van 3
Inzake: [eiseres]
gevallen kan de rechtbank een andere termijn bepalen. [1]
6. In dit geval ziet de rechtbank bijzondere omstandigheden om van de standaardtermijn van twee weken afte wijken. Verweerder heeft namelijk een zeer groot aantal verzoeken voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag ontvangen, veel meer dan voorzien was. Deze verzoeken dienen allemaal met een grote zorgvuldigheid te worden beoordeeld. Verweerder heeft in het verweerschrift van 19 mei 2022 verzocht deze termijn te verlengen tot twaalf weken. Eiseres heeft in reactie hierop aangegeven dat geen grond bestaat voor het
afwijken van de standaardtermijn. De rechtbank ziet echter aanleiding om aan verweerder een beslistermijn op te leggen tot uiterlijk I I augustus 2022 (twaalf weken na datum verweerschrift). Deze termijn acht de rechtbank niet onnodig lang, maar ook niet onrealistisch kort. Dit betekent dat verweerder uiterlijk op I I augustus 2022 alsnog een besluit bekend moet maken.
7. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 569,25 (l punt voor het indienen van het beroepsschrift en 0,5 punt voor het indienen van de reactie op het verweerschrift met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 0,5). De rechtbank is van oordeel dat deze zaak van licht gewicht is, omdat de zaak alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden en of er een dwangsom verschuldigd is. Ook moet verweerder het door eiseres betaalde griffierecht vergoeden.
Zaaknummer: 22/2297 Pagina 3 van 3
Inzake: [eiseres]
Beslissing
De rechtbank:
verklaart het beroep gegrond;
draagt verweerder op om uiterlijk op 11 augustus 2022 een besluit te nemen op het verzoek met inachtneming van deze uitspraak;
bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 100,- verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van
€ 15.000,-;
draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 50,- aan eiseres te vergoeden; veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 569,25.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Greebe, rechter, in aanwezigheid van
E.P. W. Kwakman, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2022.
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: 2 5JlJL 2022
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.
KOPI
FORM

Voetnoten

1.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb