ECLI:NL:RBAMS:2022:4461

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 juni 2022
Publicatiedatum
1 augustus 2022
Zaaknummer
13.684472.17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde met focus op resocialisatie en behandeling

In deze jeugdstrafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 28 juni 2022 een beschikking gegeven over de verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde, geboren in 2002, die momenteel verblijft in een Justitiële Jeugdinrichting (JJI). De officier van justitie heeft verzocht om een verlenging van de PIJ-maatregel met twaalf maanden, gebaseerd op verschillende adviezen van deskundigen, waaronder een kinder- en jeugdpsychiater en een GZ-psycholoog. De rechtbank heeft de vordering in een besloten raadkamer behandeld, waarbij de veroordeelde en zijn raadsman aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde gemotiveerd is om te werken aan zijn resocialisatie en dat hij behoefte heeft aan een gestructureerd kader met externe begeleiding. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat eerdere pogingen tot resocialisatie, zoals de plaatsing bij de Kleinschalige Voorziening (KV), niet succesvol waren door onvoldoende ondersteuning en te veel vrijheden. De rechtbank heeft besloten om de PIJ-maatregel met twaalf maanden te verlengen, zodat de veroordeelde de kans krijgt om zich verder te ontwikkelen en te werken aan zijn terugkeer in de samenleving. De rechtbank benadrukt het belang van een gefaseerde aanpak en het bieden van duidelijke stappen voor de veroordeelde, inclusief de mogelijkheid om schematherapie te hervatten. De beslissing is genomen in het belang van zowel de veroordeelde als de veiligheid van de maatschappij.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Team Familie & Jeugd
Parketnummer: 13-684472-17
Beslissing op de op 5 april 2022 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam in de zaak tegen:

[veroordeelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2002, thans verblijvende in [detentieplaats] .
die bij vonnis van deze rechtbank d.d. 19 september 2018 werd veroordeeld tot de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna ook: PIJ-maatregel).
De PIJ-maatregel is laatstelijk bij beschikking van deze rechtbank d.d. 26 november 2020 voor de tijd van achttien maanden verlengd.
De inhoud van de vordering.
De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van de PIJ-maatregel met twaalf maanden.
De procesgang.
De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
- het op 2 maart 2022 en 31 maart 2022 (aanvullend) op grond van artikel 14 van het Besluit tenuitvoerlegging jeugdstrafrecht 1994 uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van de PIJ-maatregel met twaalf maanden, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
- het Psychiatrisch Pro Justitia rapport van 3 juni 2022, opgemaakt door G.C.G.M. Broekman, kinder- en jeugdpsychiater, strekkende tot verlenging van de PIJ-maatregel met 12 maanden;
- het Psychologisch Pro Justitia rapport van 10 juni 2022, opgemaakt door J.S.H. Stolk, GZ-psycholoog, strekkende tot verlenging van de PIJ-maatregel met 8 maanden vanaf de zittingsdatum.
De rechtbank heeft op 28 juni 2022 de vordering in de raadkamer met gesloten deuren behandeld.
Verschenen en gehoord zijn:
  • de veroordeelde (hierna te noemen [veroordeelde] ), bijgestaan door zijn raadsman mr. G.P. Dayala;
  • de ouders, bijgestaan door een tolk Engels;
  • mevrouw [naam behandelcoördinator] , behandelcoördinator bij [naam JJI 1] ;
  • mevrouw [naam gedragswetenschapper] , gedragswetenschapper bij [naam JJI 2] ;
  • mevrouw J.S.H. Stolk, GZ-psycholoog;
  • de heer [naam coach IFA] , coach namens Intensieve Forensische Aanpak (IFA);
  • de heer [naam woonbegeleider] , woonbegeleider bij Wonen met Kansen;
  • mevrouw [naam begeleider KV] , begeleider bij de Kleinschalige Voorziening (KV).
De standpunten
[veroordeelde]vindt een verlenging van een jaar erg lang. Sinds het mislukken van de plaatsing bij de KV zit hij weer vier maanden binnen. [veroordeelde] wil graag met een enkelband naar buiten omdat hij buiten de JJI wil oefenen. Hij zou graag verblijven bij Wonen met Kansen. Hij is gemotiveerd om hard te werken en wil daarnaast zijn dochter zien opgroeien en zijn schematherapie voortzetten. [veroordeelde] geeft aan dat hij schematherapie fijn en prettig vindt. Hij heeft hierdoor geleerd om zich beter te kunnen uiten en praten. De bijeenkomsten bij [verslavingszorg] vindt [veroordeelde] minder belangrijk aangezien zijn urinecontroles allemaal negatief zijn.
De gedragswetenschapperlicht toe dat het advies tot verlenging van acht maanden is geschreven toen [veroordeelde] nog in de KV verbleef. Op dat moment was ook het idee dat [veroordeelde] zou uitstromen naar Wonen met Kansen. De plaatsing bij de KV bleek achteraf niet voldoende strak georganiseerd en [veroordeelde] kon niet goed omgaan met de vrijheden. De incidenten werden te veel en te fors waardoor de plaatsing is beëindigd. [veroordeelde] heeft zich vervolgens onttrokken. Het advies is na de terugplaatsing bijgesteld naar twaalf maanden. De plaatsing in de KV is geëvalueerd en is niet haalbaar gebleken door het minder strakke kader en lagere beveiligingsniveau. Achteraf gezien is er teveel gevraagd van [veroordeelde] . Er liepen ook dingen wel goed zoals het werk. Besloten is tot overplaatsing naar de JJI in [plaats 2] zodat [veroordeelde] wel dichterbij [plaats 3] zit, waar zijn sociale leven zich afspeelt. Het is zaak om nu niet (weer) te snel te willen gaan. De volgende keer dat [veroordeelde] buiten een JJI verblijft moet een succeservaring worden en daarvoor moet een en ander eerst goed verankerd zijn.
De behandelcoördinatorsluit zich aan bij het advies tot verlenging van twaalf maanden. Sinds april 2022 verblijft [veroordeelde] in de JJI in [plaats 2] . Naast kennismaking heeft een evaluatie van de plaatsing bij de KV en een ontrekkingsanalyse plaatsgevonden. [veroordeelde] heeft daar goed aan meegewerkt. Sinds vorige week heeft [veroordeelde] weer onbegeleid verlof. Dit is niet helemaal goed verlopen: hij was anderhalf uur te laat terug. De JJI wil inzetten op het opbouwen en uitbouwen van werk in de directe omgeving van de JJI, het stapsgewijs uitbreiden van de sociale verloven en het voortzetten van de bijeenkomsten bij [verslavingszorg] in [plaats 1] . Schematherapie zou dan op een later moment weer kunnen worden opgepakt tenzij [veroordeelde] daar echt anders overdenkt. Belangrijk is dat [veroordeelde] niet te veel tegelijkertijd moet doen. De bedoeling is nog steeds dat [veroordeelde] uiteindelijk zal uitstromen en zijn STP traject zal starten in [plaats 3] . In de komende maanden is nog stevige externe controle nodig. Tegelijkertijd zal aan [veroordeelde] ook voldoende gelegenheid worden geboden om binding met zijn leven buiten de JJI te houden.
De psycholoogkan zich vinden in het standpunt en het geschetste plan van de behandelcoördinator van [naam JJI 1] , ook voorzover het een verlenging van twaalf maanden zou inhouden.
IFAbrengt naar voren nog steeds betrokken te zijn. [veroordeelde] is erg gemotiveerd en kan niet wachten zijn leven buiten op te bouwen. IFA ondersteunt [veroordeelde] bij allerlei praktische zaken en heeft goed contact met [naam JJI 1] . IFA heeft [veroordeelde] in contact gebracht met Wonen met Kansen.

De woonbegeleider geeft aan dat [veroordeelde] op termijn welkom is bij Wonen met Kansen.

De oudersbrengen naar voren dat zij [veroordeelde] steunen en dat zij dankbaar zijn voor alle hulp die hem wordt geboden. Zij willen graag dat [veroordeelde] binnenkort terugkeert naar huis.
De officier van justitiehandhaaft haar vordering. De stap naar de KV was een te snelle en grote stap. Alle betrokkenen willen dat het zo goed mogelijk gaat en dat [veroordeelde] straks succesvol naar buiten kan gaan. Dit moet in kleine reële stappen gebeuren.
De raadsmanverzoekt een verlenging van maximaal acht maanden. [veroordeelde] verblijft al jaren in het regime van een JJI. Hij kan zich niet goed ontwikkelen en verliest zijn motivatie. Het is niet langer in zijn belang om in een JJI te verblijven. Er zou hem de kans moeten worden geboden om bij Wonen met Kansen te verblijven. [veroordeelde] is gemotiveerd om iets van zijn leven te maken.
De beoordeling.
Gelet op voormelde adviezen, het verhandelde in raadkamer en artikel 6:6:31 van het Wetboek van Strafvordering, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen en een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van veroordeelde eisen dat de termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met
twaalf maandenwordt verlengd.
Verlenging van de PIJ-maatregel is in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van [veroordeelde] , enerzijds omdat hij zich in het kader van het huidige behandeltraject nog verder kan ontwikkelen als persoon en anderzijds omdat de huidige maatregel hem en de maatschappij beschermt tegen het begaan van misstappen gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank constateert dat de overgang van de [naam JJI 2] naar de KV niet goed is verlopen. Achteraf is gebleken dat de overstap niet voldoende strak was geregeld. De benodigde coach en therapie waren (nog) niet beschikbaar. [veroordeelde] is in die periode in onvoldoende mate ondersteund, terwijl hij in de KV wel te maken kreeg met meer vrijheden, waar hij nog niet klaar voor was. Het is de rechtbank duidelijk geworden dat [veroordeelde] enorm zijn best doet en echt gemotiveerd is om vooruit te komen. Daarbij heeft hij op dit moment nog een strak en duidelijk kader met extern toezicht nodig.
Inmiddels verblijft [veroordeelde] een aantal maanden in de [naam JJI 1] in [plaats 2] . [veroordeelde] is zeer gemotiveerd om het resocialiseren weer op te pakken en houdt behandeling en begeleiding niet af. De deskundigen benadrukken dat het risico op recidive zal verhogen tot matig tot hoog als het toezicht en kader worden verminderd. Daarnaast is ook een belangrijk gegeven dat [veroordeelde] kampt met een licht verstandelijke beperking. Het is essentieel dat behandeling en begeleiding hierop worden afgestemd.
De rechtbank is gebleken dat er een plan voor een resocialisatie- en behandeltraject ligt dat [veroordeelde] uitzicht en motivatie biedt op een stapsgewijs leven buiten de JJI. In de komende maanden zal worden ingezet op het werken buiten de JJI, eerst nog in de omgeving van [plaats 2] en op termijn in [plaats 3] , en het steeds verder uitbreiden van resocialisatieverlof zodat een stabiele basis kan ontstaan.
Een volgende stap richting de minimaal 6 maanden durende STP kan op die wijze meer gefaseerd plaatsvinden en meer succesvol verlopen. Een begeleid wonen traject in fasen, zoals bij Wonen met Kansen, is geïndiceerd en staat in de planning. Daarbij is toezicht op het dagelijks functioneren van [veroordeelde] van groot belang naast het voorzetten van (schema)therapie en coaching en het blijvend terugdringen van middelengebruik.
De rechtbank benadrukt dat het belangrijk is dat alle te volgen stappen concreet worden gemaakt voor [veroordeelde] . Op dit moment lijken er veel mogelijkheden te zijn maar het moet voor [veroordeelde] echt duidelijk worden wat de volgende stappen zijn en wat er van hem verwacht wordt. Ook moet rekening worden gehouden met zijn duidelijk uitgesproken wens om schematherapie weer op korte termijn te hervatten.
Duidelijk is geworden dat voor het traject voorafgaande aan STP meer nodig is dan 2 maanden vanaf zittingsdatum. Om die reden is een verlenging van 8 maanden zoals door de raadsman bepleit of een verlenging van 8 maanden vanaf zittingsdatum zoals aanvankelijk door de psycholoog geadviseerd te kort.
Het gehele traject zal, zoals ook door alle deskundigen ter zitting is aangegeven, zo’n 12 maanden nodig hebben. De rechtbank zal daarom de maatregel voor de duur van 12 maanden verlengen.
Beslissing.
De rechtbank:
Wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van [veroordeelde] voornoemd met
twaalf maanden.
Deze beschikking is gegeven in openbare raadkamer van deze rechtbank door
mr. G.S. Crince Le Roy, voorzitter tevens kinderrechter,
mr. E. Dinjens en mr. A.S. Dogan, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F. Nijland, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 juni 2022.