Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Vrijspraak
6.Bewijs
7.Waardering van het bewijs
8.Strafbaarheid van de feiten
9.Strafbaarheid van verdachte
10.Motivering van de straffen
11.Vorderingen benadeelde partijen
materiële schadeis toegebracht. Op grond van het dossier kan worden vastgesteld dat het
€ 500,-komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor.
immateriële schadeis toegebracht. Op grond van artikel 6:106 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde partij recht op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van de immateriële schade aangezien er een ernstige inbreuk is gepleegd op zijn persoonlijke levenssfeer door de gewelddadige beroving. Op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend is de rechtbank van oordeel dat een bedrag van
€ 500,-toewijsbaar is, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Nu de benadeelde partij zijn vordering tot immateriële schadevergoeding niet met stukken heeft onderbouwd, wordt de benadeelde partij voor het overige van zijn vordering tot immateriële schadevergoeding niet ontvankelijk verklaard.
in totaaltoegewezen bedrag van
€ 1.000,-aan de benadeelde partij te vergoeden, te vermeerderen met de wettelijke rente.
schadevergoedingsmaatregelopleggen, aangezien verdachte jegens [benadeelde partij] , naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder feit 1 bewezen geachte feit is toegebracht. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van
€1.000,- (duizend euro)(te weten € 500,- materiële schade en € 500,- immateriële schade) te vermeerderen met de wettelijke rente en hoofdelijk opgelegd.
12.Toepasselijke wettelijke voorschriften
13.Beslissing
,daarvoor strafbaar.
een jeugddetentie van 120 dagen.
56 dagen, van deze jeugddetentie
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
de benadeelde partij [benadeelde partij]toe tot een bedrag van € 1.000,- (duizend euro) (te weten € 500,- materiële schade en € 500,- immateriële schade), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (14 juli 2020) tot aan de dag van de algehele voldoening.