ECLI:NL:RBAMS:2022:441

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
8 februari 2022
Zaaknummer
C/13/691368 / HA ZA 20-1046
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op auteursrecht op foto's in webshop en slaafse nabootsing

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen CONCEPT S2 B.V. (eiseres) en een gedaagde partij die onder de handelsnaam 'Soleil District' opereerde. Eiseres vorderde onder andere een verklaring voor recht dat de website van Red Prestige auteursrechtelijk beschermd is en dat de gedaagde inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Red Prestige door gebruik te maken van foto’s die door eiseres zijn gemaakt. De rechtbank oordeelde dat de website van Red Prestige als geheel niet auteursrechtelijk beschermd is, omdat de creatieve keuzes die door eiseres zijn gemaakt niet voldoende origineel zijn. Echter, de rechtbank erkende dat de creatieve productfoto’s en de foto’s waarop modellen de zonnebrillen dragen, wel auteursrechtelijk beschermd zijn. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde inbreuk heeft gemaakt op deze auteursrechten en verbood verdere inbreuk. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 3.500,00 aan schadevergoeding aan eiseres, alsook in de proceskosten. De rechtbank benadrukte dat de gedaagde niet voldoende had onderbouwd dat er geen verwarring bij het publiek zou ontstaan door de gelijkenis van de websites.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/691368 / HA ZA 20-1046
Vonnis van 9 februari 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONCEPT S2 B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. A. Das Gupta te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,gedaagde,
advocaat mr. S.R. van der Boom te Alkmaar.
Partijen zullen hierna Red Prestige en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 oktober 2020, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 7 juli 2021, waarin een datum voor een mondelinge behandeling van de zaak is bepaald,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 10 december 2021, met de daarin genoemde processtukken,
- de brief van [gedaagde] naar aanleiding van het proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Red Prestige voert onder de handelsnaam “Red Prestige” sinds 23 december 2019 een online onderneming (een webshop), die zich onder meer toelegt op de (online)verkoop van zonnebrillen via de website www.redprestige.com. De zonnebrillen die Red Prestige verkoopt, koopt zij als merkloze zonnebrillen (zogenoemde 'whitelabel') in China. Red Prestige laat op deze merkloze zonnebrillen de naam Red Prestige aanbrengen: op één lens en soms ook op de veer. Daarnaast bedenkt zij voor elk model zonnebril een naam. Voor de presentatie van de zonnebrillen op de website maakt Red Prestige gebruik van foto’s die door haar, of in haar opdracht, in fotostudio’s worden gemaakt. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van fotomodellen die worden ingehuurd voor een fotoshoot. Ten slotte staan op de website van Red Prestige en op social media foto’s van zogenoemde influencers, die tegen betaling door Red Prestige zichzelf poserend met een zonnebril van Red Prestige hebben laten fotograferen.
2.2.
[gedaagde] heeft onder de handelsnaam 'Soleil District' een webshop gedreven die zich net als Red Prestige toelegde op de verkoop van zonnebrillen. Ook daarbij gaat het om de verkoop van zogenoemde whitelabel zonnebrillen die afkomstig zijn uit China. [gedaagde] maakte voor de verkoop van de zonnebrillen gebruik van de websites [website 1] en [website 2] .
2.3.
Op enig moment is door Red Prestige geconstateerd dat de websites van [gedaagde] zeer grote gelijkenissen vertoonden met de website van Red Prestige en dat foto’s die Red Prestige op haar websites gebruikte waren overgenomen door [gedaagde] .
2.4.
Als productie 15 heeft Red Prestige een door haar gemaakte vergelijking van de websites van Red Prestige en [gedaagde] overgelegd. Daarin is onder meer de volgende vergelijking te vinden, waarbij steeds links de website van Red Prestige is afgebeeld en rechts de websites van [gedaagde] :
Gewone productfoto’s
Creatieve productfoto’s en gewone productfoto’s
Foto’s waarop zonnebrillen worden gedragen door modellen
2.5.
Bij brief van 23 juni 2020 heeft Red Prestige aan [gedaagde] meegedeeld dat [gedaagde] met de websites een inbreuk maakt op de auteursrechten van Red Prestige en dat [gedaagde] daarmee jegens Red Prestige onrechtmatig handelt. [gedaagde] is daarbij gesommeerd een bij die brief gevoegde onthoudingsverklaring te ondertekenen en in totaal
€ 31.500,00 aan schadevergoeding en juridische kosten over te maken naar de derdenrekening van de advocaat van Red Prestige.
2.6.
Bij brief van 2 juli 2020 heeft [gedaagde] aan Red Prestige meegedeeld dat zij betwist dat zij inbreuk maakt op auteursrechten van Red Prestige, maar dat zij wel als blijk van goede wil de webshop van internet heeft verwijderd. Verder heeft [gedaagde] in die brief betwist dat Red Prestige schade heeft geleden als gevolg van de website van [gedaagde] , maar dat zij wel bereid is een bedrag van € 750,00 aan Red Prestige te voldoen als bijdrage in de juridische kosten van Red Prestige. Deze brief bevatte als bijlage een door [gedaagde] zelf opgestelde onthoudingsverklaring, waarin [gedaagde] , zonder enige erkenning van een inbreuk op een recht van Red Prestige, verklaart op geen enkele wijze gebruik te zullen maken of een website te zullen exploiteren met daarop foto’s die overeenstemmen met die op de website van Red Prestige. Als boete op overtreding hiervan, is een bedrag van € 1.000 per dag met een maximum van € 25.000,- in de door [gedaagde] opgestelde onthoudingsverklaring opgenomen.

3.Het geschil

3.1.
Red Prestige vordert samengevat – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis,
a.
primair,voor recht te verklaren dat de website van Red Prestige kwalificeert als een werk in de zin van de Auteurswet en dat [gedaagde] met de Websites inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Red Prestige daarop en dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op Red Prestige's auteursrechten op de onderscheidenlijke foto's,
subsidiair, voor recht te verklaren dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens Red Prestige door de website van Red Prestige zodanig slaafs na te bootsen dat zij daarmee bewust en nodeloos verwarring heeft veroorzaakt;
b.
primair[gedaagde] te verbieden iedere verdere inbreuk op de auteursrechten van Red Prestige te maken,
subsidiair[gedaagde] te verbieden de website van Red Prestige slaafs na te bootsen, zulks op straffe van een dwangsom van € 2.000,- per dag dat [gedaagde] nalaat hieraan te voldoen;
c. [gedaagde] te veroordelen een door Red Prestige aangewezen onafhankelijke registeraccountant binnen veertien dagen volledige toegang te verschaffen tot de administratie van [gedaagde] , teneinde de registeraccountant in de gelegenheid te stellen de nettowinst vast te stellen die met de auteursrechtelijke inbreuk dan wel het slaafs nabootsen is gegenereerd, waarvan een accountantsrapport wordt opgemaakt, en te bepalen dat de kosten daarvan door [gedaagde] zullen worden gedragen, op straffe van een dwangsom van € 2.000,- per dag dat [gedaagde] nalaat hieraan te voldoen;
d.
primair,[gedaagde] te veroordelen, binnen zeven dagen na ontvangst door Red Prestige van het accountantsrapport zoals bedoeld onder c., bij wijze van schadevergoeding de door de registeraccountant vastgestelde nettowinst, vermeerderd met de wettelijke rente af te dragen aan Red Prestige op een door Red Prestige aan te wijzen bankrekening,
subsidiair, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding aan Red Prestige waarvan de hoogte door de rechtbank in goede justitie wordt bepaald;
e. [gedaagde] op grond van artikel 1019h Rv te veroordelen in de daadwerkelijke gemaakte proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Kern van het geschil

4.1.
In geschil is primair de vraag of [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op een auteursrecht van Red Prestige op de website www.redprestige.com en/of [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van Red Prestige op de foto’s op de website. Subsidiair stelt Red Prestige dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door slaafs de website van Red Prestige na te bootsen. [gedaagde] voert als verweer aan dat Red Prestige geen belang meer bij de onderhavige procedure heeft omdat [gedaagde] na de brief van Red Prestige van 23 juni 2020 de websites offline heeft gezet, er een onthoudingsverklaring is ondertekend en er een bedrag van € 750,00 is voldaan. Verder betwist [gedaagde] dat Red Prestige een auteursrecht heeft op de website www.redprestige.com en op de op die website opgenomen foto’s. Voor zover Red Prestige wel als auteursrechthebbende kan worden aangemerkt betwist [gedaagde] dat hij een inbreuk op dat auteursrecht heeft gemaakt. Daarnaast betwist [gedaagde] dat hij de website van Red Prestige slaafs heeft nagebootst. Al deze stellingen zullen hierna afzonderlijk worden beoordeeld.
Heeft Red Prestige nog een belang?
4.2.
Anders dan door [gedaagde] aangevoerd is de rechtbank van oordeel dat Red Prestige nog steeds een belang heeft bij beoordeling van het geschil. Weliswaar heeft [gedaagde] de websites [website 1] en [website 2] offline gezet, een onthoudingsverklaring ondertekend en een bedrag van € 750,00 betaald, maar Red Prestige wordt gevolgd in haar stelling dat die onthoudingsverklaring nog steeds ruimte biedt voor inbreuk op het door Red Prestige gestelde auteursrecht op de website van Red Prestige of de daarop geplaatste foto’s. In de onthoudingsverklaring die [gedaagde] zelf heeft opgesteld en ondertekend is door [gedaagde] immers niet erkend dat zij een inbreuk heeft gemaakt op de door Red Prestige gestelde auteursrechten. Daarnaast stelt Red Prestige als gevolg van de handelwijze van [gedaagde] een hoger bedrag aan schade te hebben geleden dan het bedrag van
€ 750,00 dat [gedaagde] aan Red Prestige heeft betaald. Niet is gebleken dat [gedaagde] bereid is om een hoger schadebedrag aan Red Prestige te voldoen. Om te kunnen beoordelen of Red Prestige recht heeft op een hoger schadebedrag zal eerst moeten vaststaan dat [gedaagde] een inbreuk heeft gemaakt op het gestelde auteursrecht van Red Prestige, dan wel dat [gedaagde] anderszins onrechtmatig heeft behandeld. Red Prestige heeft dus belang bij een beoordeling van die vragen.
Inbreuk op auteursrecht op de website?
4.3.
Allereest zal worden beoordeeld of, zoals door Red Prestige gesteld en door [gedaagde] betwist, de website www.redprestige.com auteursrechtelijk beschermd is en of [gedaagde] een inbreuk op dat auteursrecht heeft gemaakt. De rechtbank stelt daarbij voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat de website van Red Prestige ouder is dan de website van [gedaagde] .
4.4.
Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen, is vereist dat het desbetreffende werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Het werk moet oorspronkelijk zijn, in de zin dat het een eigen intellectuele schepping van de maker is die de persoonlijkheid van de maker weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk (de zogenoemde werktoets).
4.5.
Red Prestige stelt dat zij bij het maken van de website eigen creatieve keuzes heeft gemaakt. Die keuzes bestaan volgens Red Prestige, naast vlakverdeling, onder meer uit de grootte en rangschikking van de wervende foto’s, de gebruikte glans, de gecentreerde plaatsing van de naam Red Prestige, het gebruik en de situering van de slogans “
Global. Made from different cultures. Represent yours”, de wijze van presentatie van de zonnebrillen met daaronder gecentreerd de modelnaam en daaronder gecentreerd de prijs, de combinaties van de zonnebrillen, waarbij soms een duo (twee zonnebrillen in één foto) of triple (drie zonnebrillen in één foto) wordt geplaatst. Als een zonnebril wordt aangeklikt volgen de details van die zonnebril waarbij weer keuze zijn gemaakt zoals plaatsing van de zonnebril in het midden, links daarvan een fotoladder met kleinere foto’s van die zonnebril uit allerlei hoeken, rechts daarvan de naam van de zonnebril en daaronder de details, aldus steeds Red Prestige.
4.6.
Overwogen wordt dat niet in geschil is dat Red Prestige bij de bouw van haar website gebruik heeft gemaakt een door het bedrijf Shopify aangeboden pakket om websites te bouwen. Red Prestige heeft daarbij gebruik gemaakt van het door Shopify aangeboden thema “prestige”. Binnen die tool staat een aantal keuzes wat betreft de inrichting van de website reeds vast. Zo is door [gedaagde] onbetwist gesteld dat het thema “prestige” is voorzien van een hoofdmenu, recht onder het logo, gecentreerd in een balk met zwarte letters tegen een witte achtergrond, dat het lettertype dat Red Prestige heeft gebruikt bij het thema prestige hoort en dat het thema prestige de plaats van de namen van de zonnebrillen bepaalt en de prijs onder het gepresenteerde product. Ter onderbouwing daarvan heeft [gedaagde] informatie over het door Shopify aangeboden pakket overgelegd, alsmede screenprints van diverse andere webshops die eveneens met gebruikmaking van het thema “prestige” van Shopify zijn gebouwd. De rechtbank is op grond daarvan van oordeel dat [gedaagde] voldoende heeft onderbouwd dat de website van Red Prestige in grote mate de stempel draagt van de keuzes die reeds in het thema “prestige” door Shopify zijn vastgelegd en dat de keuzes die Red Prestige in aanvulling op het pakket van Shopify heeft gemaakt niet van dien aard zijn dat de website van Red Prestige daardoor een (nieuw) eigen, oorspronkelijk karakter heeft. De rechtbank ziet daarbij wel dat Red Prestige tijd en geld heeft geïnvesteerd om haar webshop aantrekkelijk te laten ogen, maar de keuzes die Red Prestige in aanvulling op de reeds in het thema “prestige” vastgelegde keuzes heeft gemaakt zijn te weinig oorspronkelijk ten opzichte van wat reeds in andere vergelijkbare webshops, het zogenoemde reeds bestaande vormgevingserfgoed, wordt gebruikt. De rechtbank is daarom van oordeel dat op de website van Red Prestige (als geheel) geen auteursrecht rust. Dat, waarover hierna meer, de website van Red Prestige foto’s bevat waarop wel een auteursrecht van Red Prestige rust, maakt dat niet anders. Dat betekent niet dat als gevolg daarvan de gehele website van Red Prestige auteursrechtelijk beschermd is. Het auteursrecht beperkt zich dan tot die foto’s. Nu op de website van Red Prestige (als geheel) geen auteursrecht rust, is de primair gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde] een inbreuk maakt op het auteursrecht op de website niet toewijsbaar.
Slaafse nabootsing van de website
4.7.
Red Prestige stelt subsidiair dat [gedaagde] met haar websites de website van Red Prestige slaafs heeft nagebootst. De doctrine van de Hoge Raad over slaafse nabootsing houdt in dat nabootsing van een stoffelijk product dat niet wordt beschermd door een absoluut recht van intellectuele eigendom in beginsel vrijstaat, zij het dat dit beginsel uitzondering lijdt wanneer door die nabootsing verwarring bij het publiek valt te duchten en de nabootsende concurrent tekortschiet in zijn verplichting om bij dat nabootsen alles te doen wat redelijkerwijs, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid of bruikbaarheid van zijn product, mogelijk en nodig is om te voorkomen dat door gelijkheid van beide producten gevaar voor verwarring ontstaat. Nabootsing op een wijze die nodeloos verwarring veroorzaakt, is een vorm van oneerlijke mededinging, waartegen met een vordering uit onrechtmatige daad kan worden opgekomen. Van verwarring ten aanzien van een nagebootst product kan echter eerst sprake zijn indien dat product een ‘eigen gezicht’ heeft op de relevante markt, dat wil zeggen zich in uiterlijke verschijningsvorm onderscheidt van andere, gelijksoortige producten op die markt.
4.8.
Nog daargelaten de vraag of de website van Red Prestige kan worden aangemerkt als een “stoffelijk product” en of de op slaafse nabootsing gebaseerde jurisprudentie van de Hoge Raad dus ook kan worden toegepast op de bouw en inrichting van websites en meer in het bijzonder webshops, heeft Red Prestige tegenover de gemotiveerde betwisting door [gedaagde] niet onderbouwd dat de website van Red Prestige een eigen gezicht op de relevante markt inneemt. De rechtbank verwijst naar wat zij hiervoor onder 4.6 heeft overwogen over het vormgevingserfgoed. Het enkele feit dat Red Prestige wellicht meer dan andere webshops tijd en geld heeft gestoken in het aantrekkelijk laten ogen van de website is daarvoor niet genoeg. Nu Red Prestige nagelaten heeft te onderbouwen dat de website zich in uiterlijke verschijningsvorm onderscheidt van andere, gelijksoortige websites, hetgeen wel op haar weg had gelegen, dient ook verklaring voor recht dat [gedaagde] de website van Red Prestige slaafs heeft nagebootst en het daarmee samenhangende gevorderde verbod te worden afgewezen.
Auteursrecht op de foto’s?
4.9.
Voorts is aan de orde de vraag Red Prestige auteursrecht toekomt op de foto’s die zij op haar website heeft geplaatst. De foto’s die op de website van Red Prestige zijn geplaatst en door [gedaagde] zijn overgenomen, zijn globaal zijn te verdelen in drie categorieën:
- gewone productfoto’s (foto’s met daarop alleen een zonnebril, waarvan de rechtbank op grond de overgelegde stukken schat dat dit ongeveer 95% van de door Red Prestige op haar website geplaatste en door [gedaagde] overgenomen foto’s betreft),
- creatieve productfoto’s (foto’s van een of meer zonnebrillen waarbij een bepaalde achtergrond en/of een bepaalde compositie is gebruikt),
- artistieke/creatieve foto’s waarop modellen en of zogenoemde influencers de zonnebrillen dragen).
4.10.
Ten aanzien van de gewone productfoto’s is door Red Prestige niet betwist dat daarbij geen sprake is van zodanig creatieve keuzes dat de foto’s als auteursrechtelijk werk moeten worden beschouwd. Gezien de foto’s en gegeven het gebruiksdoel gaat het veeleer om functioneel en technisch bepaalde keuzes en niet om vrije, creatieve keuzes waarmee Red Prestige de foto’s een eigen oorspronkelijk karakter en een persoonlijke stempel heeft weten te geven. [gedaagde] wordt daarom gevolgd in haar stelling dat op die productfoto’s geen auteursrecht rust.
4.11.
Anders wordt geoordeeld ten aanzien van de creatieve productfoto’s en de foto’s waarop de zonnebrillen door modellen en influencers worden gedragen. Bij die foto’s zijn de zonnebrillen tegen een bepaalde achtergrond en of in een bepaalde compositie geplaatst. Red Prestige heeft voldoende onderbouwd dat bij die foto’s wel vrije, creatieve keuzes zijn gemaakt, waardoor de foto een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt.
4.12.
Niet in geschil is dat Red Prestige voormelde foto’s niet zelf heeft gemaakt en dat hij de creatieve foto’s in China heeft laten maken door professionele fotografen en dat de foto’s waarop de zonnebrillen worden gedragen door modellen door professionele fotografen in Europa zijn gemaakt. De rechtbank is van oordeel dat Red Prestige voldoende heeft onderbouwd dat de makers van die foto’s het auteursrecht op die foto’s, als onderdeel van de met Red Prestige gemaakte contractuele afspraken, aan Red Prestige hebben overgedragen. Dat op de door Red Prestige overgelegde overeenkomsten namen zijn weggelakt, doet daar niet aan af. Anders wordt geoordeeld ten aanzien van de foto’s waarop de zonnebrillen door influencers worden gedragen. Uit wat Red Prestige over die foto’s heeft verklaard blijkt dat de influencers, na ontvangst van zonnebrillen van Red Prestige, die foto’s tegen betaling zelf hebben gemaakt en die op social media hebben gezet en aan Red Prestige hebben gestuurd. Een overeenkomst of verklaring waaruit blijkt dat de auteursrechten op die foto’s aan Red Prestige zijn overgedragen ontbreekt in de overgelegde stukken. Red Prestige heeft daarmee tegenover de betwisting door [gedaagde] onvoldoende onderbouwd dat ook die influencers hun auteursrechten op de foto’s aan Red Prestige hebben overgedragen. Red Prestige kan [gedaagde] het gebruik van laatstgenoemde foto’s dus niet verbieden. Het zogenoemde taggen van die foto’s door [gedaagde] laat de rechtbank daarom onbesproken.
4.13.
Uit het voorgaande volgt dat [gedaagde] , door het zonder toestemming van Red Prestige op haar website plaatsen van de creatieve productfoto’s en de foto’s van de modellen, in strijd met het auteursrecht van Red Prestige op die foto’s heeft gehandeld. De gevorderde verklaring voor recht dat [gedaagde] in strijd met het auteursrecht van Red Prestige heeft gehandeld is in zoverre toewijsbaar. Tevens is in zoverre toewijsbaar de vordering om [gedaagde] te verbieden om nog een inbreuk op de auteursrechten van Red Prestige te maken. De dit verband gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd.
Afdracht winst
4.14.
Op grond van artikel 27a van de Auteurswet (Aw) kan de auteursrechthebbende in geval van inbreuk op zijn auteursrecht een vordering tot afdracht van de genoten winst instellen en dienaangaande rekening en verantwoording vorderen. Red Prestige vordert op grond daarvan dat [gedaagde] wordt veroordeeld om aan een registeraccountant toegang tot de administratie van [gedaagde] te verschaffen, zodat door deze kan worden vastgesteld welke nettowinst met de auteursrechtinbreuk op de foto’s is gemaakt. Tevens vordert Red Prestige dat [gedaagde] wordt veroordeeld de door die registeraccountant berekende winst af te dragen.
4.15.
Bij de beoordeling van deze vorderingen wordt voorop gesteld dat artikel 27a Aw de rechter een grote mate van vrijheid laat bij het vaststellen van de wijze van winstberekening (vgl. HR 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY1533). Artikel 27a Aw heeft betrekking op de daadwerkelijk genoten winst. Deze dient te worden begroot met inachtneming van alle relevante feiten en omstandigheden (zie HR 14 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3241).
4.16.
Het gaat in deze zaak om inbreuk op het auteursrecht op een beperkt deel van de foto’s van de website van Red Prestige. De vorderingen – rekening en verantwoording over de winst die is behaald met de verkoop van zonnebrillen en afdracht daarvan – passen bij een situatie waarin producten zijn verkocht die inbreuk maken op een auteursrecht. Daarvan is hier geen sprake; voor zover er al een verband zou kunnen worden gelegd tussen een door [gedaagde] op de website geplaatste inbreukmakende foto en een door [gedaagde] verkochte zonnebril, maakt die zonnebril geen inbreuk op een auteursrecht van Red Prestige. De berekening van de door [gedaagde] als gevolg van de inbreuk op het auteursrecht genoten winst dient naar het oordeel van de rechtbank daarom in het onderhavige geval niet plaatst te vinden door middel van het door een registeraccountant laten vaststellen van de winst die [gedaagde] per verkochte zonnebril heeft gemaakt.
4.17.
Red Prestige heeft, anders dan [gedaagde] , kosten gemaakt en moeite heeft gedaan, in het bijzonder door professionele fotografen in te schakelen, om haar webshop aantrekkelijk te laten ogen. [gedaagde] heeft die kosten niet gemaakt en heeft geparasiteerd op de inspanningen van Red Prestige. Zo heeft zij kosten bespaard en heeft zij meer winst kunnen maken. De rechtbank ziet daarom aanleiding, en acht het passen binnen artikel 6:97 BW, en zoveel mogelijk recht te doen aan de gedachte achter artikel 27a Aw, om de door Red Prestige geleden schade te begroten op de kosten die [gedaagde] zich heeft bespaard door te parasiteren op de foto’s van Red Prestige. Gelet op de door Red Prestige overgelegde stukken (de contracten met fotografen) en wat op terechtzitting daarover door Red Prestige is verklaard, begroot de rechtbank de winst die [gedaagde] met de auteursrechtinbreuk heeft gemaakt op een bedrag van € 3.500,00. Dit bedrag zal daarom aan Red Prestige worden toegewezen.
Proceskosten
4.18.
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden veroordeeld. Red Prestige maakt aanspraak op vergoeding van de volledige proceskosten als bedoeld in artikel 1019h Rv en heeft haar kosten opgegeven tot een bedrag van € 19.660,82. De rechtbank overweegt dat 1019h Rv van toepassing is op de procedure voor zover deze betrekking heeft op handhaving van IE-rechten en niet op het deel dat ziet op de gestelde onrechtmatige daad (slaafse nabootsing). De rechtbank rekent 70% van de kosten toe aan handhaving van IE-rechten. De overige 30% wordt begroot volgens het liquidatietarief. Ten aanzien van de handhaving van de IE-rechten is de rechtbank van oordeel dat deze zaak moet worden aangemerkt als een gewone zaak in de zin van de Indicatietarieven in IE-zaken (versie april 2017). Een gewone zaak kent daarin een maximum te vergoeden bedrag van € 17.500. Op de door [gedaagde] te betalen proceskosten dient voorts in mindering te worden gebracht het bedrag van € 750,00 dat [gedaagde] reeds aan Red Prestige als bijdrage in de kosten voor rechtsbijstand heeft betaald. Aldus worden de redelijke en evenredige proceskosten van Red Prestige begroot op
€ 12.250 (= 70% van 17.500,00) - € 750,00 + € 337,78 (30% van € 1.126,00), te vermeerderen met griffierecht ad € 656,- en de kosten dagvaarding ad € 87,99, derhalve in totaal op € 12.581,77.
4.19.
De nakosten worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart voor recht dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Red Prestige op de creatieve productfoto’s en de foto’s van de modellen,
5.2.
verbiedt [gedaagde] verdere inbreuk op de auteursrechten van Red Prestige op die foto’s te maken,
5.3.
bepaalt dat [gedaagde] bij overtreding van het hiervoor onder 5.2 vermelde verbod aan Red Prestige een dwangsom verbeurt van € 2.000,- per overtreding, voor elke dag of deel van een dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van in totaal € 30.000,00.
5.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan Red Prestige te betalen een bedrag van € 3.500,00 (drieduizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 9 februari 2022 tot de dag van volledige betaling,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Red Prestige tot op heden begroot op € 12.581,77.
5.6.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.A.J. Purcell, rechter, bijgestaan door mr. P.J. van Vliet, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2022. [1]

Voetnoten

1.type: PJvV