6.1Feiten en omstandigheden
In de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] is komen vast te staan dat hij zich gedurende ruim een jaar schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel door middel van uitbuiting in de prostitutie van [slachtoffer] . Hij heeft [slachtoffer] ertoe gebracht om zich te prostitueren en (een groot deel van) haar verdiensten aan hem af te staan, door bij haar het (valse) vooruitzicht op een gezamenlijke toekomst te voor te spiegelen en in stand te houden. Haar verdiensten kwamen in werkelijkheid voor het overgrote deel ten gunste van hemzelf en [medeverdachte 2] . Hiervan werden door hen onder andere luxe goederen gekocht. [medeverdachte 1] heeft misbruik gemaakt van de kwetsbare en afhankelijke positie waarin [slachtoffer] zich ten opzichte van hem bevond en daarbij ook gedreigd met geweld en het openbaren van voor [slachtoffer] compromitterende foto’s en filmpjes. Door de werkzaamheden van [slachtoffer] te faciliteren en haar daarbij te controleren werd het [slachtoffer] bemoeilijkt om zich aan de situatie te onttrekken. [medeverdachte 1] heeft ervoor gezorgd dat [slachtoffer] niet in vrijheid kon beslissen of zij wel of niet in de prostitutie wilde (blijven) werken. [medeverdachte 2] heeft zich als medepleger schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer] , door voordeel te trekken uit die uitbuiting van [slachtoffer] .
Wat betreft de rol van de verdachte bij de mensenhandel kan op grond van het dossier het volgende worden vastgesteld.
Omgang met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij vanaf 2017 bevriend was met [medeverdachte 1] , waarbij hij vaak bij haar over de vloer kwam maar dat dit andersom niet vaak gebeurde. Verdachte bracht [medeverdachte 1] wel eens in contact met vriendinnen van haar omdat hij van vrouwen en seks hield. Het contact met [medeverdachte 1] werd minder nadat hij in januari 2020 een relatie kreeg met [slachtoffer] . Verdachte had in die periode een jong kind waar zij voor moest zorgen, dus zij kon vaak niet zomaar met [medeverdachte 1] op pad. Verdachte kende [medeverdachte 2] al sinds de middelbare school, maar zij ging pas echt met haar om nadat [medeverdachte 1] was aangehouden in februari 2021.
Omgang met [slachtoffer]
Verdachte heeft verklaard dat zij [slachtoffer] heeft leren kennen in het casino. Verdachte wist dat [slachtoffer] in een woongroep woonde en in het verleden in de prostitutie had gewerkt. Verdachte was door haar moeder al gewaarschuwd om niet in de buurt van [slachtoffer] te komen, omdat [slachtoffer] altijd problemen had met mannen in het casino. Ze wist dat [slachtoffer] een relatie had met [medeverdachte 1] en dat zij zich gedurende die relatie bezighield met prostitutiewerk. Verdachte had het idee dat [slachtoffer] niet wilde dat zij met [medeverdachte 1] omging en [slachtoffer] deed weleens raar tegen haar zonder dat zij wist wat er speelde. Verdachte had soms met [slachtoffer] te doen doordat zij wist van haar thuissituatie, en wilde haar helpen.
Het in contact brengen van [slachtoffer] met [medeverdachte 1]
[slachtoffer] heeft verklaard [medeverdachte 1] te hebben leren kennen in januari 2020 via verdachte. [slachtoffer] en verdachte zouden samen in een hotelkamer hebben ‘gechilld’ en [medeverdachte 1] zou daar later bij gekomen zijn. Volgens [slachtoffer] is zij bij die ontmoeting direct met [medeverdachte 1] in gesprek geraakt over escortwerk. [medeverdachte 1] heeft verklaard [slachtoffer] te hebben leren kennen in een Best Western Hotel. Volgens hem was verdachte bij die ontmoeting aanwezig. Verdachte heeft verklaard dat het klopt dat zij in januari 2020 onder andere met [slachtoffer] en [medeverdachte 1] op een hotelkamer heeft verbleven, maar dat [slachtoffer] daarvoor al kende. Ze had [slachtoffer] ook op de hotelkamer die zij met vriendinnen had geboekt uitgenodigd. Omdat [slachtoffer] eigenlijk terug moest naar haar woongroep maar dit niet meer mogelijk was vanwege het late tijdstip, heeft verdachte haar aangeboden te overnachten in de hotelkamer.
Het boeken van hotelkamers
Volgens [slachtoffer] heeft verdachte begin januari 2020 een hotelkamer geboekt voor één dag. Er is onderzoek gedaan naar de bankrekening van verdachte. Op 6 januari 2020 heeft er een afschrijving van de rekening van verdachte voor een bedrag van € 80,- plaatsgevonden voor het Best Western Hotel. Verdachte heeft verklaard dat zij één keer, in januari 2020, uit liefdadigheid, op verzoek van [medeverdachte 1] een hotelkamer heeft geboekt bij het Best Western hotel.
Het maken van foto’s en/of video’s voor seksadvertenties
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] spraken via WhatsApp over het maken van foto’s voor seksadvertenties van [slachtoffer] , waarbij [medeverdachte 2] opmerkte: “Kan [verdachte] (naar de rechtbank begrijpt verdachte) dat niet weer doen”.
Het kopen van douchespullen en condooms
[slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte douchespullen en condooms voor haar heeft gekocht op haar eerste werkdag.
Het afpakken van verdiensten
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij haar verdiensten aan verdachte heeft afgegeven toen [medeverdachte 1] op vakantie was in Turkije. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bespraken in juli 2020 via WhatsApp dat verdachte geld op zou halen bij [slachtoffer] en het die dag daarna zou komen afgeven bij [medeverdachte 2] . Uit WhatsApp-gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer] op dezelfde data kan worden afgeleid dat [slachtoffer] met hulp van verdachte geld zou overmaken naar [medeverdachte 1] . Verdachte heeft verklaard dat [medeverdachte 1] haar één keer, toen hij voor een operatie in Turkije was, gevraagd had om geld op te halen bij [slachtoffer] . [medeverdachte 2] heeft dat geld bij haar opgehaald. Uit onderzoek naar de bankrekeningen van verdachte is gebleken dat in de periode van 18 februari 2021 tot en met 5 maart 2021 meerdere grote contante bedragen door verdachte op haar rekening zijn gestort, die meteen werden doorgestort naar de bankrekening van [medeverdachte 2] . Toen [medeverdachte 1] was aangehouden heeft verdachte naar eigen zeggen meerdere keren uit liefdadigheid geld naar de bankrekening van [medeverdachte 2] gestort dat zij contant van haar had gekregen.