Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het verkorte proces-verbaal van de op 30 mei 2022 gehouden mondelinge behandeling en de daarin genoemde (proces)stukken,
- het e-mailbericht van mr. E. Meuwissen van 31 mei 2022, met als bijlagen de spreekaantekeningen zoals deze zijn gebruikt op de mondelinge behandeling alsmede de akte voortzetting procedure na overlijden,
- het e-mailbericht van mr. Jagt van 14 juni 2022, met als bijlage de antwoordakte van ABN AMRO.
2.De feiten
[erfgenaam 2] en [erfgenaam 3] , hebben besloten de procedure tegen ABN AMRO voort te zetten.
tresholds(drempelwaarden) bleef. De melding is daardoor niet door een analist van ABN AMRO onderzocht.
I’m crazy to help you Sweety, but I trust you and I love you.” en “
Ok, this crazy guy is going to transfer 85000 € to the account in Holland for my loved [naam 1] , to solve the incredible bloody situation. In the future we should better be business partners at 50/50% to make money and enjoy trading.(..)”. [erflater] heeft vervolgens een bedrag van € 85.000,-- overgemaakt naar de Bankrekening.
I’m really sorry, but I’m supporting you for more then 120k and it is a never ending story. Now we reached the limit.(..)”
Do you understand that I have no prove of anything. No prove of your existence. No prove that your voice is corresponding with your picture and your writing. (..) No prove that after paying import duty other problems will not appear. No prove I’ll get my investment back. I have to believe in somebody I never met and who proved having no clou of export. This a 100% risk. I’m not blaming you my love, but just painting the real situation.”
Fraud & Investigation-afdeling van ABN AMRO een onderzoek naar de Bankrekening gestart. Uit het onderzoek is gebleken dat de bedragen die [erflater] in de periode van 15 januari 2020 tot en met 31 januari 2020 naar de Bankrekening heeft overgemaakt (in totaal € 305.040,--), direct na bijschrijving op de rekening door [naam 2] zijn overgeboekt naar een bankrekening in Nigeria.
Home affairs Zuid Afrikaen van
US Customs and Border Protection. RBZ heeft geconcludeerd dat beide documenten - met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid - vals zijn.
3.Het geschil
4.De beoordeling
voorde aanvang van deze procedure die aanhangig is gemaakt met de dagvaarding op 19 januari 2022 aan ABN AMRO. Op die datum waren de erfgenamen (en niet [erflater] ) bevoegd om de vorderingen in te stellen als gevolg van het overlijden van [erflater] . De in de artikelen 225 e.v. Rv neergelegde regeling is volgens ABN AMRO slechts toepasselijk indien [erflater]
nade aanvang van deze procedure zou zijn overleden, hetgeen niet het geval is. De beoogde voortzetting van deze procedure door de erfgenamen kan daarmee op geen enkele regel van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering worden gebaseerd, zodat [erflater] niet-ontvankelijk moet worden verklaard, aldus steeds ABN AMRO.
Safe Havenen HR 27 november 2015, ECLI:NL:HR:2015:3399,
ABN AMRO/ Van den Berg).
Foot Locker). Verder bestaat de bijzondere zorgplicht jegens derden onafhankelijk van de mate van onoplettendheid, onvoorzichtigheid en roekeloosheid die een derde valt te verwijten. Deze aspecten kunnen wel worden meegewogen in de mate van eigen schuld die de derde te verwijten valt.
€ 20.000,--. Hoewel dit voor een gemiddelde natuurlijke persoon hoge bedragen kunnen zijn, zijn deze bedragen binnen het totale girale verkeer als geheel niet uitzonderlijk van omvang, en het met de overboekingen gemoeide totaalbedrag evenmin. Dit was anders bij de latere overboekingen van de Bankrekening vanaf 21 januari 2020. Toen was het aantal en de (totale) hoogte van de overboekingen, als gevolg van de toename van de grootte en het aantal van de overboekingen door met name [erflater] naar de Bankrekening, van een geheel andere orde, waardoor verklaarbaar is dat het systeem op 9 februari 2020
weleen melding afgaf. Hiermee is in lijn dat, zoals ABN AMRO heeft toegelicht, op 12 januari 2020 het transactiemonitoringsysteem van ABN AMRO weliswaar een melding ten aanzien van een transactie op de Bankrekening heeft gegenereerd, maar dat het systeem die vervolgens ook zelf weer automatisch heeft gesloten als gevolg van het feit dat de transactie onder bepaalde drempelwaarden bleef. Daarbij komt dat de erfgenamen niet hebben betwist dat de tenaamstelling van de overboekingen aan [naam 2] , en het daarbij vermelde rekeningnummer telkens juist waren, en daarom geen aanleiding gaven voor het vermoeden van onregelmatigheden. Uit het voorgaande volgt dat niet kan worden aangenomen dat het transactiemonitoringsysteem al eerder dan 9 februari 2020 meldingen moet hebben gegenereerd, zodat het op deze stelling van de erfgenamen gebaseerde verwijt faalt.
zelfheeft verricht, terwijl hij dat deed onder zodanige omstandigheden die hem, als gepensioneerd ondernemer, tenminste aanleiding hadden moeten geven om al bij de eerste transacties onderzoek te doen naar het daadwerkelijke bestaan van de zakelijke transactie waarover [naam 1] berichtte, de betrokkenheid van [naam 2] bij de transactie en de identiteit van [naam 1] en [naam 2] . Het gaat dan om de omstandigheden dat 1) [erflater] en [naam 1] elkaar alleen van een datingsite kenden, maar elkaar nog nooit fysiek hadden ontmoet en 2) [naam 1] [erflater] in het kader van een zakelijke transactie die plaatsvond in Canada vroeg een bedrag voor te schieten
ten behoeve van een bedrijf, maar hem vervolgens instrueerde om het geld naar een bankrekening
ten name van een particulierin Nederland over te boeken. Deze onlogische gang van zaken had vragen bij [erflater] moeten oproepen. Nog nadrukkelijker lag het op zijn weg om onderzoek te doen bij de volgende transacties, omdat toen nog steeds geen ontmoeting tussen [erflater] en [naam 1] had plaatsgevonden, maar [naam 1] hem wel steeds grotere bedragen vroeg over te maken die in geen enkele verhouding meer stonden tot het eerste verzochte bedrag, en zij daarvoor telkens een andere reden gaf. Uit de hiervoor in 2.6, 2.8 en 2.9 geciteerde e-mailberichten van 18, 26 en 28 januari 2020 volgt dat [erflater] zich bewust was van de grote risico’s die hij liep en bedenkingen had over de transacties. Hij heeft immers geschreven dat hij [naam 1] nog nooit had ontmoet, en dat hij geen bewijs had dat hij zijn investering terug zou krijgen. Dat heeft hem er echter niet van weerhouden om nadien nog bedragen van € 125.000,--, € 41.000,-- , € 170.000,-- en
€ 75.000,-- naar de Bankrekening over te maken.
€ 6.428,-- (2 punten, tarief VII)