ECLI:NL:RBAMS:2022:4283
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening gedupeerden kindertoeslagenaffaire
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 25 juli 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een gedupeerden van de kindertoeslagenaffaire, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen, waarin zij na een lichte toets niet als gedupeerde ouder werd aangemerkt en geen compensatie van € 30.000 ontving. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om haar als gedupeerde ouder te erkennen en een voorschot van € 30.000 toe te kennen. Tijdens de zitting op 19 juli 2022 was verzoekster aanwezig met haar gemachtigde, terwijl de verweerder zich niet liet vertegenwoordigen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster recht heeft op vrijstelling van het griffierecht, gezien haar inkomen onder de bijstandsnorm ligt. Echter, de rechter oordeelde dat verzoekster onvoldoende bewijs heeft geleverd dat haar huidige problemen voortkomen uit de kindertoeslagenaffaire. De voorzieningenrechter vond de motivering van de Belastingdienst karig, maar concludeerde dat verzoekster niet had aangetoond dat zij ooit kinderopvangtoeslag had ontvangen of dat zij deze had moeten terugbetalen. Hierdoor was er geen begin van bewijs dat haar problemen gerelateerd zijn aan de toeslagenaffaire.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen spoedeisend belang was aangetoond dat de afwijzing zou rechtvaardigen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.