In deze zaak heeft eiser op 27 december 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaar door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De rechtbank Amsterdam heeft op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in deze bestuursrechtelijke procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar op 13 april 2022 heeft beslist op zowel het bezwaar als de ingebrekestelling. Eiser was het echter niet eens met de vaststelling van de hoogte van de proceskosten in bezwaar, die door verweerder abusievelijk op € 265,- was vastgesteld in plaats van het juiste bedrag van € 269,-. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser geen belang meer heeft bij het beoordelen van het niet tijdig nemen van een besluit, waardoor het beroep in dat opzicht niet-ontvankelijk is verklaard. Echter, de rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard voor wat betreft de proceskosten en het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank heeft de proceskosten in bezwaar vastgesteld op € 269,- en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 569,25. De uitspraak is openbaar gedaan door rechter M. Greebe, in aanwezigheid van griffier N. van der Kroft.