ECLI:NL:RBAMS:2022:41

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 januari 2022
Publicatiedatum
6 januari 2022
Zaaknummer
C/13/709274 / KG ZA 21-893
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtinbreuk op foto door Spaanse uitgever op boekomslag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 3 januari 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een Nederlandse fotografe, eiseres, en de Spaanse uitgever Editorial Planeta S.A., gedaagde. De fotografe vorderde een verbod op het gebruik van haar foto op de omslag van het boek 'Sira', geschreven door Maria Dueñas, omdat zij meende dat dit een inbreuk op haar auteursrecht vormde. De fotografe stelde dat de foto, die zij in 2010 had gemaakt, zonder haar toestemming was gereproduceerd op de boekomslag. De uitgever betwistte de bevoegdheid van de voorzieningenrechter en voerde aan dat de foto oorspronkelijk door V&D openbaar was gemaakt, waardoor V&D als maker zou moeten worden aangemerkt. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de fotografe de auteursrechthebbende was en dat de reproductie van de foto door Editorial Planeta een ongeoorloofde verveelvoudiging vormde. De rechter verklaarde zich bevoegd op basis van de plaats waar het schadebrengende feit zich had voorgedaan, namelijk in Nederland, waar het boek ook verkrijgbaar was. De vorderingen van de fotografe werden in grote lijnen toegewezen, maar de rechter beperkte de reikwijdte van de vorderingen tot Nederland. De uitgever werd veroordeeld tot het staken van de inbreuk, het verstrekken van informatie over de verkoop van het boek in Nederland, en het vernietigen van de ongeoorloofde reproducties.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/709274 / KG ZA 21-893 IHJK/MV
Vonnis in kort geding van 3 januari 2022
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres bij dagvaarding van 17 november 2021,
advocaat mr. N.D.R. Nefkens te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar Spaans recht
EDITORIAL PLANETA S.A.,
gevestigd te Barcelona (Spanje),
gedaagde,
advocaten mrs. A.C.M. van Lier en A.P. Meijboom te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Editorial Planeta worden genoemd.

1.De procedure

Bij de mondelinge behandeling van dit kort geding op 13 december 2021 heeft Editorial Planeta de bevoegdheid van de voorzieningenrechter betwist. Na partijen hierover te hebben gehoord heeft de voorzieningenrechter zich bevoegd geacht van de vorderingen kennis te nemen. Zij heeft daarbij vermeld dat de motivering van die beslissing in dit vonnis wordt opgenomen. Vervolgens heeft [eiseres] de dagvaarding toegelicht en heeft Editorial Planeta verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
met mr. Nefkens;
namens Editorial Planeta: mrs. Van Lier en Meijboon.
Via een digitale verbinding heeft [naam] van Editorial Planeta aan de mondelinge behandeling deelgenomen. M. Verbeij heeft hem hierbij als tolk (in de Engelse taal) ondersteund.
Na verder debat is vonnis bepaald op 3 januari 2022.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is werkzaam als fotografe. In september 2010 heeft zij onderstaande foto gemaakt (hierna: de Foto). De Foto maakte onderdeel uit van een reclamecampagne voor een door modeontwerper [naam modeontwerper] ontworpen theeservies. Dit theeservies werd verkocht door warenhuis V&D.
2.2.
Editorial Planeta is een Spaanse uitgever van boeken. Zij geeft een boek uit met de titel ‘Sira’ dat is geschreven door de Spaanstalige schrijfster Maria Dueñas. De omslag van het boek ziet er als volgt uit:
2.3.
Bij brief van 23 juli 2021 heeft de advocaat van [eiseres] Editorial Planeta – kort gezegd – bericht dat met de reproductie op de boekomslag inbreuk wordt gemaakt op het auteursrecht van [eiseres] . Editorial Planeta is gesommeerd het gebruik van die reproductie te staken en gestaakt te houden en een onthoudingsverklaring te ondertekenen. Editorial Planeta heeft die verklaring niet ondertekend.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert – kort gezegd – Editorial Planeta op straffe van dwangsommen te veroordelen:
A. iedere inbreuk op het auteursrecht van [eiseres] op de Foto in alle lidstaten van de Europese Unie te staken en gestaakt te houden;
B. schriftelijk opgave te doen van, kort gezegd:
a. de totale oplage van alle edities van het boek;
b. het totaal aantal boeken dat is verkocht;
c. namen, adressen, telefoonnummers etc. van de drukkers van het boek;
d. namen, adressen, telefoonnummers etc. van alle partijen die zijn betrokken bij de totstandkoming van het boek;
e. namen, adressen, telefoonnummers etc. van alle professionele afnemers en wederverkopers van het boek;
f. de kostprijs en de verkoopprijs van alle boeken;
g. alle brochures, catalogi etc. waarop de afbeelding van het boek is te zien;
h. namen, adressen, telefoonnummers etc. van (digitale) markplaatsen, websites, sociale media waarop Editorial Planeta advertenties heeft geplaatst voor het boek (en waarin de afbeelding van het boek is te zien);
C. alle afnemers, distributeurs en wederverkopers een brief te sturen waarin zij worden verzocht per direct het verkopen van het boek te staken en de boeken aan Editorial Planeta te retourneren;
D. de boeken die nog in voorraad zijn en die zijn geretourneerd te vernietigen en daarvan bewijs te overleggen aan [eiseres] ;
E. alle brochures, catalogi etc. waarop de afbeelding van het boek is te zien te vernietigen en daarvan bewijs te overleggen aan [eiseres] .
Tot slot vordert [eiseres] veroordeling van Editorial Planeta in de proceskosten op grond van artikel 1019h Rv (€ 15.000,- conform het IE-indicatietarief voor een normaal kort geding) en te bepalen dat [eiseres] binnen zes maanden na datum van dit vonnis de bodemprocedure instelt (als bedoeld in artikel 1019i Rv).
3.2.
[eiseres] stelt hiertoe dat zij een Nederlandse fotografe is die haar werk internationaal verkoopt. Haar foto’s hebben een eigen, originele signatuur en zijn auteursrechtelijk beschermd. Dit geldt ook voor de onder 2.1 getoonde Foto. Ondanks de aangebrachte wijzigingen (de achtergrond is effen gemaakt, de gestileerde tekening op het kopje is weggehaald en de naam [naam modeontwerper] is van het hoedendoosje gehaald) is de omslag van het boek een ongeoorloofde verveelvoudiging van de Foto van [eiseres] . Editorial Planeta maakt hiermee inbreuk op haar auteursrecht. Als reactie op de sommatiebrief heeft Editorial Planeta bericht dat de omslag om het boek een werk is van de schilder [naam schilder] (hierna [naam schilder] ) en dat hij Editorial Planeta het reproductierecht heeft verleend. Editorial Planeta zou om die reden te goeder trouw zijn. [eiseres] heeft [naam schilder] echter nooit het recht verleend de Foto te reproduceren. Na de sommatiebrief van 23 juli 2021 was Editorial Planeta hoe dan ook niet te goeder trouw. [eiseres] heeft een spoedeisend belang bij toewijzing van haar vorderingen. De inbreuk duurt voort en Editorial Planeta heeft geweigerd de onthoudings-verklaring te ondertekenen.
3.3.
Editorial Planeta heeft – nadat zij de bevoegdheid van de voorzieningenrechter heeft betwist – het verweer gevoerd dat de Foto is gemaakt ten behoeve van een reclamecampagne van V&D. Dit betekent dat V&D de Foto voor het eerst openbaar heeft gemaakt, zodat niet [eiseres] , maar V&D (op grond van artikel 8 Aw) als maker van het werk moet worden aangemerkt. Subsidiair heeft Editorial Planeta aangevoerd dat, als de voorzieningenrechter zich bevoegd acht om van dit geschil kennis te nemen, die bevoegdheid beperkt is tot alleen Nederland (en niet tot de gehele Europese Unie, zoals [eiseres] heeft gesteld). De vorderingen van [eiseres] moeten dan worden afgewezen omdat Editorial Planeta in Nederland geen exemplaren van het boek op de markt heeft gebracht. Voor zover het boek toch in Nederland verkrijgbaar is, is dat het gevolg van handelen door derden (distributeurs, importeurs etc.), met wie Editorial Planeta geen enkele bemoeienis heeft. Dat handelen kan Editorial Planeta niet worden toegerekend. Uit een als productie 4 in het geding gebrachte verklaring van haar directeur volgt dat Editorial Planeta ook in de toekomst het boek niet naar Nederland zal distribueren. Mocht desalniettemin worden geoordeeld dat Editorial Planeta wel auteursrechtelijk relevante handelingen in Nederland heeft verricht, dan zijn de vorderingen van [eiseres] disproportioneel en moeten zij om die reden worden afgewezen. Indien wordt gekeken naar de zogenoemde Pictoright voorwaarden zou in dit geval een licentievergoeding van € 1.981,- passend zijn. Nergens blijkt uit dat [eiseres] , die geen bijzondere naamsbekendheid heeft, een hogere vergoeding zou kunnen bedingen. Editorial Planeta heeft [eiseres] een vergoeding van € 4.000,- aangeboden maar dat vond zij kennelijk onvoldoende. Door het instellen van draconische vorderingen probeert zij nu een hoger bedrag uit Editorial Planeta te persen, dit terwijl haar schade (nagenoeg) nihil is. Editorial Planeta maakt bezwaar tegen verlenging van de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv. Tot slot maakt zij op grond van artikel 1019h Rv aanspraak op een proceskostenveroordeling van € 20.902,50.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

de bevoegdheid van de voorzieningenrechter

4.1.
Volgens Editorial Planeta is de voorzieningenrechter niet bevoegd om van dit geschil kennis te nemen. Zij voert hiertoe aan dat zij op grond van artikel 4 lid 1 van de ‘Brussel I bis’-verordening in haar woonplaats had moeten worden gedagvaard. De uitzondering van artikel 7 lid 2 van die verordening (die restrictief moet worden uitgelegd) doet zich niet voor omdat “de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of kan voordoen” niet in Nederland is. De beweerde auteursrechtinbreuk vindt immers niet hier plaats. Editorial Planeta maakt het boek niet openbaar in Nederland. Het boek is gedrukt en gedistribueerd in Spanje en wordt alleen op de Spaanstalige markt aangeboden. Voor zover het boek in Nederland te verkrijgen is, heeft Editorial Planeta hier totaal geen bemoeienis mee. De omslag is door ontwerpers van Editorial Planeta te Spanje gemaakt op basis van een schilderij van [naam schilder] , die in Frankrijk woonachtig is. Promotie- en reclamecampagnes worden niet in Nederland (maar in Spanje) gevoerd. Al met al hebben de vorderingen van [eiseres] geen aanknopingspunten met Nederland, aldus Editorial Planeta.
4.2.
Ondanks hetgeen door Editorial Planeta is aangevoerd, acht de voorzieningenrechter zich op grond van artikel 7 lid 2 van de ‘Brussel I-bis ’-verordening bevoegd om van dit geschil kennis te nemen. Hiertoe wordt overwogen dat het (dreigend) onrechtmatig handelen (mede) in Nederland heeft plaatsgevonden, door het aanbieden van het boek in winkels in Nederland (waaronder Amsterdam) en via websites die (mede) gericht zijn (geweest) op Nederland en daarmee (mede) in/op dit arrondissement. Het boek is op tal van plaatsen in Nederland (en dus ook in Amsterdam) verkrijgbaar (zowel ‘fysiek’ als ‘digitaal’). Dat het gaat om een Spaanstalig boek maakt niet dat verkoop van het boek niet op Nederland gericht zou kunnen zijn. Aan de hand van productie 22 heeft [eiseres] aangetoond dat het boek direct vanuit Nederland (met een Nederlands ip-adres) kan worden besteld via de eigen website van Editorial Planeta, waarbij zij gebruik maakt van ‘Casa del Libro’ (een onderdeel van de groep van vennootschappen waartoe ook Editorial Planeta behoort, zie productie 5 van Editorial Planeta). In dit bestelproces kan worden gekozen voor levering op een Nederlands adres en kan een Nederlands telefoonnummer (0031) worden ingevoerd. Aan de hand van productie 27 heeft [eiseres] aangetoond dat het boek in de schappen ligt bij boekhandel Scheltema te Amsterdam. Aan de hand van producties 20 en 21 heeft [eiseres] aangetoond dat het boek vanuit Nederland (via internet) bij verschillende Nederlandse boekhandels en onder meer ook bij www.bol.com kan worden besteld. Editorial Planeta kan zich er niet achter verschuilen dat zij de boeken niet zelf direct levert aan Nederlandse boekhandels of websites, maar daarbij gebruik maakt van derden (zie het Donner-arrest van het Hof van Justitie van 21 juni 2012, C-5/11, IEF 11472). Aangenomen kan worden dat het ook de intentie is van Editorial Planeta om het boek aan Spaanstaligen wereldwijd (en dus ook in Nederland) aan te bieden. De rechten van [eiseres] worden in Nederland beschermd.
toepasselijk recht
4.3.
Editorial Planeta heeft de stelling van [eiseres] , dat op grond van artikel 8 Rome II Nederlands recht van toepassing is op de beoordeling van de gestelde auteursrechtinbreuk, niet weersproken. Bij de beoordeling zal daarom daarvan worden uitgegaan.
bij wie rust het auteursrecht op de Foto?
4.4.
Niet in geschil is dat [eiseres] de Foto heeft gemaakt en dat de Foto een auteursrechtelijk beschermd werk is. In een door [naam modeontwerper] ondertekende akte is opgenomen dat hij geen auteursrecht op de Foto heeft en dat hij de Foto op basis van een licentie heeft gebruikt voor de marketing van zijn servies. De stelling van Editorial Planeta dat de Foto voor het eerst openbaar is gemaakt door V&D en V&D daarom op grond van artikel 8 Aw over het auteursrecht zou beschikken, wordt door [eiseres] betwist en is in dit geding op geen enkele wijze aannemelijk geworden. Er kan daarom van worden uitgegaan dat [eiseres] auteursrechthebbende is van de Foto.
auteursrechtinbreuk
4.5.
De reproductie door [naam schilder] van de Foto van [eiseres] kan als een ongeoorloofde verveelvoudiging worden aangemerkt. De Foto is één op één gekopieerd, zonder de toestemming van [eiseres] . De drie onder 3.2 benoemde kleine verschillen maken dit oordeel niet anders. Overigens heeft Editorial Planeta ook niet bestreden dat in dit geval sprake is van een auteursrechtinbreuk. Het standpunt van Editorial Planeta dat zij heeft ingenomen in de vooraf aan dit geding gevoerde correspondentie (dat zij te goeder trouw is en beschikt over een licentie van [naam schilder] ) maakt dit oordeel niet anders.
4.6.
Op grond van het voorgaande zijn de vorderingen van [eiseres] in beginsel toewijsbaar.
toewijzing in de gehele EU?
4.7.
[eiseres] betoogt tevergeefs dat op grond van het Cofemel/G-star arrest, waarin wordt overwogen dat het begrip ‘werk’ - een autonoom begrip van het recht van de Unie - op uniforme wijze moet worden uitgelegd en toegepast, de rechtbank bevoegd is om grensoverschrijdende maatregelen te treffen. Zoals onder 4.2. is overwogen is deze rechter bevoegd de vorderingen te beoordelen op grond van de stelling van [eiseres] dat de schade (mede) in Nederland is ingetreden. Nederland moet worden aangemerkt als ‘Erfolgsort’. Dit heeft tot gevolg dat de rechtsmacht voor wat betreft de rechtsvordering tot schadevergoeding territoriaal beperkt is. De Nederlandse rechter is dan slechts bevoegd kennis te nemen van schade voor zover die optreedt in Nederland (HvJ 3 oktober 2012, C-170/12 (Pinckney), r.o. 45-46; HvJ 22 januari 2015, C-441/13 (Hejduk), r.o. 36-38). Uit bestendige jurisprudentie kan worden afgeleid dat, in het kader van zaken met betrekking tot rechten van intellectuele eigendom, die beperking eveneens geldt voor het uitspreken van een verbod (zie ECLI:NL:RBDHA:2021:973).
De vorderingen
4.8.
Met het voorlopig oordeel dat sprake is van auteursrechtinbreuk (zie r.o. 4.5), is het spoedeisend belang bij de verbodsvordering genoemd in 3.1 onder A gegeven. Nu de rechtsmacht is beperkt tot Nederland zal de veroordeling worden beperkt tot het Nederlands grondgebied.
4.9.
Met de in 3.1 onder B gevorderde opgaven worden gegevens gevraagd die voor het overgrote deel geen betrekking hebben op de in Nederland veroorzaakte schade. De opgaveverplichting wordt beperkt tot Nederland. De in 3.1 onder B sub a, c, d en f gevorderde opgave zal worden afgewezen. Het boek is immers niet in Nederland gedrukt, geprint en/of tot stand gebracht en ten aanzien van de voorraad die zich buiten Nederland bevindt is de voorzieningenrechter niet bevoegd.
4.10.
De in 3.1 onder C gevorderde verzending van de brief aan de afnemers en wederverkopers, niet zijnde particulieren, is - beperkt tot Nederland - toewijsbaar. Het volstaat om alleen een Nederlandstalige versie te versturen aan de Nederlandse afnemers. In die brief zal niet worden opgenomen dat het gehele boek, doch slechts de omslag hoeft te worden geretourneerd.
4.11.
De in 3.1 onder D en E gevorderde vernietiging zal worden beperkt tot de omslag van het boek en het materiaal, waaronder brochures, catalogi, prijslijsten of andere informatiedragers met daarop de ongeoorloofde reproductie, voor zover die in Nederland in voorraad worden gehouden of worden geretourneerd.
4.12.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als hierna te melden.
4.13.
De termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv zal worden bepaald op zes maanden na de datum van dit vonnis. Voor een afwijkende termijn, zoals door Editorial Planeta bepleit, zijn onvoldoende argumenten genoemd.
4.14.
Editorial Planeta zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De advocaatkosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op € 15.000,-. Dit is het IE-indicatietarief voor een normaal kort geding. Weliswaar is het vaststellen van de inbreuk in dit geval eenvoudig, maar omdat de gedaagde partij in Spanje is gevestigd kan dit kort geding niet als eenvoudig worden gekenschetst. Ook de vertaalkosten worden toegewezen. Niet weersproken is dat [eiseres] die kosten al had gemaakt vóór zich namens Editorial Planeta een Nederlandse advocaat had gemeld. De kosten worden dan als volgt begroot:
- dagvaarding € 119,21
- griffierecht 309,00
- vertaalkosten 1.200,00 (ex btw)
- salaris advocaat
15.000,00
Totaal € 16.626,21

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Editorial Planeta om:
5.1.1.
binnen 10 werkdagen na betekening van dit vonnis iedere inbreuk in Nederland op het auteursrecht op de in het geding zijnde Foto van [eiseres] te staken en gestaakt te (doen) houden en verbiedt haar in het bijzonder om gelijke of (in totaalindruk) overeenstemmende reproducties daarvan te maken en te distribueren, onder verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van EUR 2.000,00 (vijfentwintig duizend Euro) voor elke overtreding en voor iedere dag dat deze overtreding voortduurt, met een maximum van EUR 100.000,00 (vijfhonderdduizend Euro);
5.1.2.
binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis aan [eiseres] een schriftelijke opgave te verstrekken van
a. het totaal aantal boeken, gedrukt of geprint en in digitale vorm, dat in Nederland is verkocht en/of geleverd en/of op de markt is gebracht met op de omslag de in het geding zijnde ongeoorloofde reproductie;
b. de namen, adressen, e-mailadressen, websites en telefoonnummers van de Nederlandse afnemers en/of distributeurs en/of wederverkopers van de onder a. genoemde boeken;
c. al het bij de met haar gelieerde of door haar ingeschakelde ondernemingen in Nederland aanwezige materiaal, waaronder begrepen brochures, catalogi, prijslijsten en/of andere informatiedragers waarin en/of waarop afbeeldingen van de omslag van het onder a genoemde boek zijn weergegeven;
d. namen, adressen, telefoonnummers, websites en e-mailadressen van (digitale) marktplaatsen of websites of mediaplatforms in Nederland, waarop zij advertenties heeft geplaatst of doen plaatsen met het oog op verkoop van het onder a. genoemde boek, waarbij de omslag met de ongeoorloofde reproductie is gebruikt;
5.1.3.
binnen 14 werkdagen na betekening van dit vonnis aan alle Nederlandse afnemers/distributeurs en wederverkopers van het hiervoor onder a. genoemde boek (in gedrukte, geprinte of digitale vorm), niet zijnde particulieren, de volgende brief zowel aangetekend als per e-mail te versturen, zonder enige toevoeging of weglating, en daarvan direct na verzending bewijs van verzending aan [eiseres] te verstrekken:
Geachte (naam)
Hierbij verzoek ik u per direct uw aanbod van en de verkoop van het boek Sira van Maria Dueñas met daarop de volgende afbeelding of een gelijkende afbeelding:
(afbeelding van de omslag)
in fysieke, zoals gedrukt of geprint, en digitale vorm, zoals e-boeken en luisterboeken, te staken en uw gehele voorraad van het boek, almede van al het materiaal waaronder begrepen brochures, catalogi en prijslijsten en/of andere informatiedragers, waarin en /of waarop afbeeldingen van het boek Sira van Maria Dueñas, met de hiervoor vermelde afbeelding zijn weergegeven, binnen veertien dagen na vandaag aan ons, op onze kosten, te retourneren, waarbij geldt dat van het boek alleen de omslag hoeft te worden geretourneerd.
Ons is gebleken dat wij niet het recht hebben om de afbeelding op de omslag van het boek te gebruiken. De auteursrechten daarop rusten bij de Nederlandse fotografe [eiseres] . Wij zijn door de rechtbank te Amsterdam bij vonnis van 3 januari 2022 veroordeeld om deze brief te sturen.
Met vriendelijke groet,
(naam vertegenwoordigingsbevoegde persoon van Editorial Planeta)
5.1.4.
binnen 60 dagen na betekening van dit vonnis de boekomslagen met daarop de ongeoorloofde reproductie van de geretourneerde boeken te vernietigen op kosten van Editorial Planeta en daarvan binnen zeven dagen na vernietiging bewijs over te leggen door middel van een proces-verbaal van constatering van een deurwaarder;
5.1.5.
binnen 60 dagen na betekening van dit vonnis het geretourneerde materiaal, waaronder begrepen brochures, catalogi en prijslijsten en/of andere informatiedragers, waarin en/of waarop afbeeldingen van het boek Sira van Maria Dueñas met de ongeoorloofde reproductie zijn weergegeven, te vernietigen op kosten van Editorial Planeta en daarvan binnen zeven dagen na vernietiging bewijs over te leggen door middel van een proces-verbaal van constatering van een deurwaarder;
5.2.
veroordeelt Editorial Planeta om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 1.000,00 (vijfduizend Euro) voor iedere overtreding van de veroordelingen onder 5.1.2, 5.1.3, 5.1.4 en 5.1.5 voor iedere dag dat zij niet aan de hier genoemde veroordelingen voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
5.3.
veroordeelt Editorial Planeta in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 16.626,28,
5.4.
bepaalt de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden te rekenen vanaf de datum van dit vonnis,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier en in het openbaar uitgesproken op 3 januari 2022. [1]

Voetnoten

1.type: MV