Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[Klager B.V.] ,
Procesgang
Inhoud van het klaagschrift
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De beoordeling
,of die onregelmatigheid tot gegrondverklaring van het klaagschrift dient te leiden.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in een beklagprocedure van [Klager B.V.] tegen de vordering van het Openbaar Ministerie tot verstrekking van camerabeelden. Het beklag is gericht tegen de kennisneming van deze beelden, die zijn verkregen op basis van artikel 126nda van het Wetboek van Strafvordering. Klaagster, een supermarkt, stelt dat zij als verdachte moet worden aangemerkt omdat de gedragingen van haar medewerkers, [persoon 1] en [persoon 2], aan haar kunnen worden toegerekend. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gedragingen van deze medewerkers niet in redelijkheid aan klaagster kunnen worden toegerekend, omdat de verdenking betrekking heeft op een mishandeling die niet past binnen de normale bedrijfsvoering van de supermarkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat klaagster niet door het Openbaar Ministerie als verdachte is aangemerkt en dat de vordering tot verstrekking van de camerabeelden niet aan een verdachte kan worden gedaan. Daarom heeft de rechtbank het beklag ongegrond verklaard.
De procesgang begon met de ontvangst van het klaagschrift op 14 januari 2022. De rechtbank heeft op 3 mei 2022 de raadsman van klaagster en de officier van justitie in openbare raadkamer gehoord. De raadsman voerde aan dat de camerabeelden niet aan klaagster mochten worden gevorderd, omdat zij als verdachte moet worden gezien. De officier van justitie heeft zich echter verzet tegen deze stelling en verklaarde dat klaagster niet als verdachte is aangemerkt. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen gewogen en geconcludeerd dat de gedragingen van de medewerkers niet aan klaagster kunnen worden toegerekend, waardoor de vordering tot verstrekking van de camerabeelden niet aan een verdachte is gedaan.
De rechtbank heeft de beslissing genomen dat het beklag ongegrond is, en deze uitspraak is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat voor klager beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen veertien dagen na betekening van de beschikking.