ECLI:NL:RBAMS:2022:4022

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 april 2022
Publicatiedatum
13 juli 2022
Zaaknummer
RK 21/6667
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Teruggave van in beslag genomen motor op grond van artikel 552a Sv

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 april 2022 uitspraak gedaan in een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Klager, geboren in 1996, heeft een verzoek ingediend tot teruggave van een in beslag genomen motor, een Yamaha, die op 5 september 2021 onder hem in beslag is genomen. Klager stelt de eigenaar te zijn van de motor, die hij eerlijk heeft gekocht van een vorige eigenaar. Na de inbeslagname heeft klager van de politie een e-mail ontvangen waarin hem werd medegedeeld dat hij de motor kon terugkrijgen. Echter, op het moment van ophalen werd hem meegedeeld dat er nader onderzoek aan de motor diende te worden verricht.

Het Openbaar Ministerie heeft zich verzet tegen de teruggave van de motor, stellende dat het belang van strafvordering zich daartegen verzet en dat er onvoldoende bewijs is dat klager de eigenaar is. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat het onderzoek in raadkamer summier van aard is en dat zij niet kan vooruitlopen op de uitkomst van een eventuele hoofdzaak. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat klager voldoende bewijs heeft geleverd van zijn eigendom, onder andere door een verklaring van de vorige eigenaar.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen strafvorderlijk belang is dat het voortduren van het beslag rechtvaardigt. Daarom heeft de rechtbank besloten dat de motor aan klager dient te worden teruggegeven. De beslissing is openbaar uitgesproken en klager heeft de mogelijkheid om binnen veertien dagen beroep in cassatie aan te tekenen bij de Hoge Raad.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Proces-verbaalnummer: PL1300-2021182107
RK: 21/6667
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:

[klager] ,

geboren op [geboortedag] 1996 te [geboorteplaats] ,
woonplaats kiezend op het kantooradres van zijn raadsvrouw,
mr. W. van der Voet, [adres] ,
klager, tevens beslagene.

Procesgang

Het klaagschrift is op 14 december 2021 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft voor de zitting schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 31 maart 2021 klager, zijn raadsvrouw en de officier van justitie in openbare raadkamer gehoord.

Inhoud van het klaagschrift

Het klaagschrift strekt tot teruggave van het in beslag genomen voorwerp, te weten:
- een motor, Yamaha, [kentekennummer] (goednummer: 6095865).
De raadsvrouw van klager heeft naar aanleiding van het standpunt van het Openbaar Ministerie en ter toelichting op het klaagschrift kort samengevat het volgende aangevoerd.
Klager is eigenaar van de crossmotor. Hij heeft die eerlijk gekocht van de heer [persoon] . Op het moment dat klager de motor kocht wist hij dat er een ander motorblok was ingezet. De motor en de onderdelen van de motor zijn niet van misdrijf afkomstig. Klager heeft dit ook onderbouwd met bewijsstukken. Na inbeslagname van de motor, heeft klager van de politie een e-mail ontvangen dat hij de motor kon terugkrijgen en hij deze kon komen ophalen. Klager is met een oplader de motor gaan halen. Toen hij de motor al had ingeladen, gaf de politie opeens aan dat er nog nader onderzoek aan de motor diende te worden verricht.
Klager verzoekt om teruggave van de motorfiets nu hij de belanghebbende en enige rechthebbende is.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft – onder verwijzing naar het schriftelijk standpunt van het Openbaar Ministerie – verklaard zich te verzetten tegen teruggave van het in beslag genomen voorwerp aan klager en heeft daartoe aangevoerd dat het belang van strafvordering zich daartegen verzet. Uit de stukken kan onvoldoende worden herleid dat klager ook de eigenaar is van de motor.

De beoordeling

Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
Op 5 september 2021 is op de voet van artikel 94 Sv voornoemd voorwerp in beslag genomen onder klager.
De rechtbank stelt voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechtbank niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden. Daarvoor is in de beklagprocedure geen plaats, omdat ten tijde van een dergelijke procedure veelal het dossier zoals dat uiteindelijk aan de zittingsrechter in de hoofd- of ontnemingszaak zal worden voorgelegd, nog niet compleet is en omdat voorkomen moet worden dat de beklagrechter vooruitloopt op het in de hoofd- of de ontnemingszaak te geven oordeel. Het beperkte karakter van de beklagprocedure komt tot uitdrukking in enkele van de aan te leggen toetsingsmaatstaven (Hoge Raad 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823, NJ 2010/654).
In geval van een beklag van de beslagene tegen een op de voet van artikel 94 Sv gelegd beslag dient de rechtbank a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen, b. de teruggave van het in beslag genomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer het inbeslaggenomene kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Voorts verzet het door artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, met betrekking tot het voorwerp de verbeurdverklaring zal uitspreken of onttrekking aan het verkeer zal bevelen, al dan niet naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4°, Sr in verbinding met art 552f Sv.
In het onderhavig geval is sprake van het beslag van een motor die volgens het Openbaar Ministerie dient voort te duren om de waarheid aan de dag te brengen.
De rechtbank dient in dit geval te beoordelen of het onderzoek nog niet is afgerond.
Op grond van de zich thans in het dossier bevindende stukken en het verhandelde in raadkamer is de rechtbank van oordeel dat klager voldoende heeft aangetoond en onderbouwd dat hij de eigenaar is van de motor, onder meer met een verklaring van de vorige eigenaar, de heer [persoon] . De rechtbank heeft geen reden om hieraan te twijfelen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat bij het ontbreken van strafvorderlijk belang het beslag dient te worden opgeheven.
De rechtbank is van oordeel dat klager en niet iemand anders redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van de motor moet worden beschouwd. Zij zal dan ook gelasten dat de motor aan klager dient te worden teruggegeven.
De rechtbank komt tot de volgende beslissing.

De beslissing

De rechtbank verklaart het beklag
gegronden gelast de teruggave aan klager van een motor, Yamaha, [kentekennummer] (goednummer: 6095865).
Deze beslissing is gegeven door
mr. W.M.C. van den Berg, rechter,
in tegenwoordigheid van A. Gordon, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2022.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank,
binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.