ECLI:NL:RBAMS:2022:4020
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring beklag inzake inbeslagname auto betrokken bij schietincident
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 31 maart 2022 uitspraak gedaan in een beklagprocedure op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Klaagster, die haar auto had uitgeleend aan een derde, verzocht om teruggave van haar voertuig dat in beslag was genomen na een schietincident waarbij de beslagene betrokken was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de auto van klaagster betrokken was bij meerdere schietincidenten en dat klaagster geen verklaring heeft willen geven over de gang van zaken. De officier van justitie heeft zich verzet tegen de teruggave van de auto, stellende dat het belang van de strafvordering zich daartegen verzet. De rechtbank oordeelde dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter de auto zal verbeurd verklaren, gezien de betrokkenheid bij een misdrijf. De rechtbank heeft daarom het beklag ongegrond verklaard, met de overweging dat het strafvorderlijk belang zich verzet tegen opheffing van het beslag. De beslissing is openbaar uitgesproken en klaagster heeft de mogelijkheid om in cassatie beroep aan te tekenen bij de Hoge Raad binnen veertien dagen na betekening van de beschikking.