Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
[naam 7] (bestuurder), en [naam 2] (beleidsmedewerker) met mr. Krips;
Deze producties zijn dan ook toegelaten, met dien verstande dat [eiseres] productie 33 heeft ingetrokken.
2.De feiten
€ 20.000,-.
e-mail van 1 augustus 2019 gereageerd. Bij brief van 19 december 2019 heeft [gedaagde] een aantal vervolgvragen gesteld, waarop [eiseres] bij brief van
30 januari 2020 heeft gereageerd. Bij brief van 27 maart 2020 heeft [gedaagde] wederom een aantal vervolgvragen gesteld. Daarop heeft [eiseres] bij brief van 16 april 2020 gereageerd.
14 juni 2021 heeft [gedaagde] daarop afwijzend gereageerd, met als redenen dat het beëindigingsbesluit zorgvuldig tot stand was gekomen, dat zij het vertrouwen in [eiseres] is kwijtgeraakt en dat met een beëindigingstermijn van 12 maanden ruimschoots voldoende gelegenheid werd geboden om de diensten elders onder te brengen.
25 augustus 2021 heeft [gedaagde] meegedeeld haar besluit van 14 juni 2021 te handhaven.
“(1)Met [gedaagde] overeen komen dat cliënte een bodemprocedure entameert en de kwestie in enge zin (dus alleen met betrekking tot voortzetting van Ideal en pinbetalingen) aan de bodemrechter voor te leggen, met het verzoek van [eiseres] dat [gedaagde] de pinbetalingen en Ideal blijft toestaan/faciliteren (en niet meer dan dat) totdat [eiseres] dat elders heeft kunnen regelen;2) De (al dan niet) voortzetting van de pinbetalingen en Ideal derhalve van het oordeel van de bodemrechter (alleen in eerste instantie) laten afhangen, terwijl al het overige, m.u.v. de reeds toegezegde continuering van de bankgarantie, wordt beëindigd;3) Tegelijkertijd zich ten volle blijven inspannen – met de verplichting om dat goed inzichtelijk te maken en te bewijzen aan [gedaagde] – om elders de pinbetalingen en ideal te regelen. (…)”.2.14. Bij brief van 23 december 2021 heeft [gedaagde] aan [eiseres] bevestigd dat zij de pin- en iDeal-betalingen tot 31 maart 2022 zal blijven faciliteren, en dat zij bereid is die termijn te verlengen tot 30 juni 2022 indien [eiseres] zich blijft houden aan de gestelde voorwaarden. Daarnaast heeft [gedaagde] geschreven dat zoals overeengekomen de overige producten en diensten per
31 december 2021 zullen worden beëindigd, onder vermelding van een overzicht van die producten en diensten, te weten onder meer drie bankrekeningen, drie vreemde valutarekeningen, de toegang tot internetbankieren, en het chartaal contract. [gedaagde] heeft ingestemd met het voorlopig aanhouden van de door haar gestelde bankgaranties.
“Zoals toegezegd stuur ik u hierbij de betreffende correspondentie met ING Bank. (…) Zoals eveneens toegezegd zal [eiseres] de (…) gevraagde informatie genoemd in punt 2 in uw e-mail van 21 december verschaffen. Evenwel heeft [eiseres] hierbij de volgende opmerkingen. (1) Zowel de risico-classificatie als de toelichting op de achtergrond van de betreffende transactie zijn beschikbaar in het transactie verwerkingssysteem. Echter, [eiseres] beschikt niet over een tool om deze direct te exporteren (bijvoorbeeld naar een excel sheet). Dat kan dus nog even wat langer duren, daar is [eiseres] nu mee bezig;” (…).
“Met referte aan het schrijven van uw raadsman (…) en onze reactie hierop van 2 januari 2022 doen wij u de door u gevraagde transactiegegevens[van de maand januari 2022, vzr.]
toekomen. (…)’.
“1) [eiseres] stuurt ter illustratie van 15 transacties de volledige informatie met betrekking tot herkomst en extra toelichting; en2) [eiseres] organiseert een teams meeting met [gedaagde] waarbij [gedaagde] volledig – en al dan niet ondersteund door Teamviewer – op afstand mee kan kijken en alles (dus alle folders) kan inzien. (…); of3) [gedaagde] bezoekt het kantoor van [eiseres] en kan dan, daartoe begeleid door [eiseres] , terplekke al deze informatie inzien en zo nodig ter plekke al deze informatie (laten) printen.”Daarnaast heeft [eiseres] in haar brief op verschillende onderdelen een nadere toelichting gegeven. Ook heeft zij een aantal documenten doen toekomen, waaronder: twee beleidsdocumenten, een overzicht met gevoerde contacten met andere banken, alsmede informatie met betrekking tot specifiek door [gedaagde] genoemde transacties.
3.Het geschil
3.2. [eiseres] stelt daartoe dat zij een onmisbare rol speelt in het betalingsverkeer tussen Nederland en landen met een gebrekkige bancaire infrastructuur, in het bijzonder Suriname. [gedaagde] is al 22 jaar de huisbankier van [eiseres] . [eiseres] heeft een spoedeisend belang, want zonder de dienstverlening van [gedaagde] staakt de bedrijfsvoering van [eiseres] acuut. DNB zal dan de vergunning intrekken. Ook zullen 43 medewerkers moeten worden ontslagen en kunnen 60.000 klanten (vaak in een kwetsbare positie) geen betalingen meer doen. Die laatsten zullen zich dan wenden tot minder gereguleerde partijen, met alle risico’s van dien voor de Nederlandse markt. Het grootste deel van de klanten betaalt via pin en/of iDeal in plaats van cash. De gemiddelde transactie bedraagt € 200,-. [gedaagde] heeft haar dienstverlening om onbegrijpelijke redenen opgezegd. Van strafbare of onoorbare praktijken is geen sprake. [eiseres] heeft een voldoende onderbouwing gegeven voor bepaalde vastgoed transacties, het boetebesluit van DNB, de genomen compliance maatregelen en haar relatie tot [naam bedrijf] N.V. Er is geen sprake van dat vragen grotendeels onbeantwoord zijn gelaten. Momenteel loopt er geen bijzonder onderzoek door DNB en een boete uit 2014 staat niet aan toewijzing van de vorderingen in de weg. Het compliance beleid van [eiseres] is na de boete op talloze terreinen uitgebreid. [eiseres] is geen bijkantoor van [naam bedrijf] N.V. Dat wordt onderschreven in de legal opinion van Trivvy B.V. [eiseres] lijdt schade door het handelen van [gedaagde] . Zij heeft zich uiterst coöperatief opgesteld. Na de opzegging heeft zij zich voldoende ingespannen om invulling te geven aan de gemaakte afspraken en heeft zij de gevraagde gegevens gedeeld. De reducering van het aantal bankrekeningen is door [eiseres] voorgesteld als noodoplossing onder voorbehoud van rechten. Dat was dus geen overeenkomst over de finale afsluiting van de bankrekeningen. De pinbetalingen vormen een substantieel onderdeel van de omzet. ING Bank zal de USD-rekening binnenkort beëindigen en faciliteert (nog) geen pin-betalingen. De meest urgente behoefte van [eiseres] is op dit moment dat [gedaagde] in ieder geval de pin-betalingen blijft faciliteren en dat zij één USD-rekening heropent en in stand houdt. Dan spelen eventuele risico’s minder een rol. Met het wegvallen van die rekeningen zal geen winst maar verlies worden gemaakt. [eiseres] heeft 28 vergeefse pogingen gedaan om elders bancair onderkomen te vinden. In lijn met de jurisprudentie is de opzegging door [gedaagde] in dit geval gelet op alle omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. [gedaagde] had rekening houdende met haar zorgplicht, na een zorgvuldige belangenafweging niet tot de opzegging kunnen komen. Het kunnen beschikken over een bankrekening is het meest zwaarwegende belang. [gedaagde] moet niet op de stoel van DNB als toezichthouder gaan zitten, aldus steeds [eiseres] .
payment service providerof een buitenlandse bank. De door [eiseres] aangehaalde jurisprudentie gaat hier niet op. DNB is kennelijk een nieuw onderzoek naar [eiseres] gestart. Van categorische weigering van betaalinstellingen is geen sprake. Er is geen reden voor het moeten aangaan van nieuwe (USD-) bankrekeningen. Bovendien kan van heropenen van bankrekeningen tegen bestaande voorwaarden nooit sprake zijn, er kan hoogstens een nieuw product worden aangegaan met nieuwe voorwaarden, aldus steeds [gedaagde] .
4.De beoordeling
Voor een betaalinstelling zoals [eiseres] is de bankrekening het middel waarmee zij haar dienstverlening (geldtransacties) uitvoert. [eiseres] beschikt over een vergunning van DNB. Dit betekent dat DNB als toezichthouder controleert of [eiseres] voldoet aan haar verplichtingen op grond van de Wft en de Wwft.
is op grond van de Wwft verplicht om cliëntenonderzoek te doen. Op [gedaagde] rust die verplichting ook. Voor [gedaagde] is het van belang dat zij aan de hand van het cliëntenonderzoek zich ervan kan verzekeren dat de processen bij [eiseres] voldoende zijn om haar het vertrouwen te geven dat zij handelt conform de Wft en de Wwft.
5 lid 3 Wwft verplicht was de relatie met [eiseres] te beëindigen.
Daarvoor is het volgende redengevend.
(b) het boete- en aanwijzingsbesluit van DNB, gepubliceerd op 28 mei 2018 en de naar aanleiding daarvan genomen maatregelen;
(c) de organisatiestructuur en het verschil tussen de daarover verstrekte en openbaar toegankelijke informatie;
(d) de relatie tussen [eiseres] en [naam bedrijf] N.V.
Tot op heden heeft DNB aan [eiseres] ook geen nieuwe boetes opgelegd.
De toets is (zie 4.5) of het gebruik door [eiseres] van de bankrekeningen een onacceptabel risico vormt op witwassen of terrorismefinanciering. Dat dit onacceptabele risico werkelijk bestaat, heeft [gedaagde] onvoldoende aannemelijk gemaakt.
4.16. Al met al rechtvaardigen de zwaarwegende belangen van [eiseres] een ordemaatregel. Van [gedaagde] kan in dat kader worden verlangd de relatie met haar voort te zetten voor de duur van de bodemprocedure in eerste aanleg, in die zin dat zij het zolang mogelijk blijft maken dat [eiseres] de pintransacties via haar laat lopen. Uiteraard zal [eiseres] zich te allen tijde moeten houden aan de voorwaarden die op de rekeningen van toepassing zijn en aan de overige voorwaarden die [gedaagde] stelt (zoals het verstrekken van informatie) en zal zij zich aan de Wwft en Wft moeten houden, zoals dat voor alle rekeninghouders geldt.