ECLI:NL:RBAMS:2022:3466

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 juni 2022
Publicatiedatum
20 juni 2022
Zaaknummer
9609146
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting van de bewindvoerder tot betaling van tandartsrekening na noodzakelijke behandeling onder bewind

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 16 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Infomedics B.V. en de stichting Stichting CAV, die als bewindvoerder optreedt voor een onder bewind gestelde persoon. De zaak betreft de betaling van een tandartsrekening van € 157,36, die is ontstaan na een noodzakelijke tandartsbehandeling van de onder bewind gestelde persoon. De bewindvoerder stelde dat de tandarts het bewind had moeten kennen en dat er toestemming van de bewindvoerder nodig was voor de behandeling. De kantonrechter oordeelde echter dat de tandarts, gezien de dringende medische noodzaak, niet verplicht was om het bewindsregister te raadplegen en dat de bewindvoerder de rekening moest betalen. De kantonrechter baseerde zijn oordeel op de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek, waarbij werd vastgesteld dat de bewindvoerder niet bevoegd was om de behandeling te blokkeren zonder toestemming van de onder bewind gestelde persoon. De kantonrechter heeft de vordering van Infomedics toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, en de bewindvoerder veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9609146 \ CV EXPL 21-18494
vonnis van: 16 juni 2022
fno.: 394

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Infomedics B.V.

gevestigd te Almere
eiseres
nader te noemen: Infomedics
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.
t e g e n
de stichting Stichting CAV in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [gedaagde] , wonende te [woonplaats]
gevestigd te Zoetermeer
gedaagde
nader te noemen: de bewindvoerder
procederend bij E. Groot.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

In het dossier bevinden zich:
  • de dagvaarding van 29 november 2021 met producties;
  • de conclusie van antwoord van de bewindvoerder met producties;
  • het instructievonnis van 27 januari 2022;
  • de conclusie van repliek van Infomedics met producties.
Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de bewindvoerder geen conclusie van dupliek genomen. Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.
1.1.
Bij beschikking van 16 november 2017 van de kantonrechter te Amsterdam zijn de goederen van [gedaagde] , geboren op [geboortedatum] 1977, (hierna: [gedaagde] ) onder bewind gesteld, met benoeming van Stichting CAV tot bewindvoerder. Het bewind staat sinds 17 november 2017 geregistreerd in het Centraal curatele- en bewindregister.
1.2.
Op 31 maart 2021 heeft [gedaagde] bij Tandartspraktijk Besth te Amsterdam een tandartsbehandeling ondergaan.
1.3.
De zorgverlener heeft de vordering ter zake de tandartsbehandeling gecedeerd aan Infomedics.
1.4.
Infomedics heeft [gedaagde] op 1 en 6 april 2021 nota’s gestuurd gezamenlijk ter hoogte van € 157,36. [gedaagde] heeft de nota’s onbetaald gelaten.
1.5.
Bij brief van 15 oktober 2021 heeft de gemachtigde van Infomedics de bewindvoerder gesommeerd tot betaling van de nota’s. Tevens is daarbij een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke kosten aangezegd.

Vordering

2. Infomedics vordert dat de bewindvoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 157,36 aan hoofdsom;
b. € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 1,92 aan wettelijke rente, berekend tot 19 november 2021;
d. wettelijke rente over € 157,36 vanaf 19 november 2021;
e. de proceskosten.
Infomedics stelt hiertoe bij dagvaarding, samengevat en zakelijk weergegeven, dat de bewindvoerder ondanks aanmaningen niet tot betaling van de openstaande nota’s met betrekking tot de bij [gedaagde] verrichte behandeling overgaat.

Verweer

3. De bewindvoerder heeft daartegenover aangevoerd, samengevat en zakelijk weergegeven, dat [gedaagde] onder bewind staat en dat dit in het curatele- en bewind register gemeld is. De tandarts had het bewind behoren te kennen. [gedaagde] staat niet voor niets onder bewind. [gedaagde] kan zelf geen beslissingen over een behandeling nemen. Er had eerst toestemming aan de bewindvoerder gevraagd moeten worden. De bewindvoerder verwijst naar een uitspraak van de rechtbank Overijssel (ECLI:NL:RBOVE:2021:2743). De bewindvoerder verzoekt daarom de vordering ongeldig te verklaren en af te boeken.

Nader standpunt van Infomedics

4. Infomedics stelt vervolgens bij repliek, samengevat en zakelijk weergegeven, onder verwijzing naar artikel 1:453 lid 1 BW en artikel 1:458 BW dat [gedaagde] ondanks het beschermingsbewind handelingsbekwaam en beschikkingsbevoegd is om te beslissen over de door hem benodigde medische zorg. Een bewindvoerder krijgt niet de bevoegdheid voor medische beslissingen. Die bevoegdheid krijgt alleen een mentor of een curator. De toestemming van de bewindvoerder is dus niet nodig. Infomedics verwijst naar jurisprudentie op dit punt. Verder geldt dat de tandarts vanwege het medisch beroepsgeheim uit eigen initiatief geen contact mag opnemen met de bewindvoerder en betrokkene niet onder druk mag zetten om het medisch beroepsgeheim te doorbreken. [gedaagde] is met klachten in de tandartspraktijk gekomen en de tandarts heeft een fikse ontsteking in een kies met een gaatje behandeld. De behandeling van de tandarts was medisch noodzakelijk en heeft een duurdere wortelkanaalbehandeling voorkomen. De tandarts heeft bij pijnklachten en noodzakelijke medische behandelingen een behandelplicht.
5. De bewindvoerder heeft hier niet meer op gereageerd.

Beoordeling

6. Partijen zijn het niet met elkaar eens over de vraag of de bewindvoerder de onder 1.4 bedoelde nota’s moet betalen. Infomedics stelt van wel, de bewindvoerder vindt van niet.
7. Vast staat dat [gedaagde] ten tijde van het sluiten van de overeenkomst onder bewind stond. De kantonrechter volgt Infomedics niet in haar beroep op artikel 1:458 BW. Dat artikel is geplaatst bij de bepalingen over mentorschap. In artikel 1:458 BW is bepaald dat voor zover een of meer van de goederen van de betrokkene onder een bewind staan, de bewindvoerder, indien hij niet tevens mentor is, niet tot optreden bevoegd is ten aanzien van aangelegenheden als in artikel 453, eerste lid van dit boek bedoeld. Uit voorgaande leidt de kantonrechter af dat artikel 1:458 BW alleen van toepassing is wanneer sprake is van samenloop, dus indien zowel een bewindvoerder als een mentor is benoemd. Dit blijkt ook uit de Memorie van Toelichting (MvT, Kamerstuk 22 474, nr. 3) waarin vermeld staat dat de bedoeling van genoemd artikel is om mogelijke conflicten tussen de bewindvoerder en de mentor te voorkomen. Nu in het onderhavige geval geen sprake is van mentorschap, geldt dat artikel niet. De bewindvoerder van [gedaagde] had hem toestemming moeten geven voor de behandeling bij de tandarts. Nu dat niet is gebeurd, is sprake van een ongeldige rechtshandeling.
8. Vervolgens is de vraag aan de orde of de bewindvoerder terecht een beroep doet op de omstandigheid dat het bewind is gepubliceerd, op grond waarvan zij meent dat de ongeldigheid niet aan de tandarts kan worden tegengeworpen en de schuld niet op de onder het bewind staande goederen kan worden verhaald. In artikel 1:439 lid 1 BW is bepaald dat de ongeldigheid van de rechtshandeling een derde slechts kan worden tegengeworpen, indien deze het bewind kende of had behoren te kennen. In artikel 1:440 lid 1 BW is bepaald dat schulden die voortspruiten uit een handeling, tijdens het bewind met of jegens de rechthebbende, anders dan in overeenstemming met artikel 438, tweede lid, verricht door een schuldeiser die het bewind kende of had behoren te kennen, niet op de onder het bewind staande goederen kunnen worden verhaald.
9. Niet gesteld of gebleken is dat de tandarts het bewind kende. De kantonrechter is van oordeel dat in dit geval niet geoordeeld kan worden dat de tandarts het bewind had behoren te kennen. De bewindvoerder heeft immers niet weersproken dat [gedaagde] op 31 maart 2021 met klachten bij de tandarts is gekomen en een fikse ontsteking in een kies rechtsboven bleek te hebben. Gelet op deze pijnklachten en in overeenstemming met zijn zorgplicht kon de tandarts direct tot de noodzakelijke behandeling overgaan en hoefde hij niet eerst het curatele- en bewindregister te raadplegen.
10. Uit voorgaande volgt dat het standpunt van de bewindvoerder dus niet opgaat en dat de bewindvoerder de onder 1.4 bedoelde nota’s dient te betalen. De gevorderde hoofdsom van Infomedics is daarom toewijsbaar.
11. De rente is vanwege het betalingsverzuim van de bewindvoerder toewijsbaar als gevorderd.
12. De buitengerechtelijke kosten worden toegewezen, nu de ontvangst van de bij dagvaarding overgelegde 15-dagenbrief, die voldoet aan de wettelijke eisen, niet is betwist.
11. Bij deze uitkomst wordt de bewindvoerder als de in het ongelijk gestelde partij in de
proceskosten veroordeeld.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt de bewindvoerder tot betaling aan Infomedics van:
- € 157,36 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2021 tot aan de voldoening;
- € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- € 1,92 aan wettelijke rente tot 19 november 2021;
veroordeelt de bewindvoerder in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Infomedics begroot op:
exploot € 104,54
salaris € 74,00
griffierecht € 128,00
-----------------
totaal € 306,54
voor zover van toepassing, inclusief btw en te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de 15e dag na betekening van het vonnis;
veroordeelt de bewindvoerder in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 18,00 aan salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Sissing, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 juni 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.