ECLI:NL:RBOVE:2021:2743

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
6 juli 2021
Publicatiedatum
12 juli 2021
Zaaknummer
9123288 \ CV EXPL 21-1544
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S.J.S. Groeneveld - Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een tandartsfactuur onder bewindvoering

In deze zaak vordert de besloten vennootschap Infomedics B.V. betaling van een tandartsfactuur door de bewindvoerder van [betrokkene], die onder beschermingsbewind staat. De tandarts heeft een behandeling uitgevoerd op 11 augustus 2020 en een factuur van € 38,49 verzonden, welke niet is betaald door de bewindvoerder. Infomedics vordert in totaal € 78,87, inclusief rente en kosten. De bewindvoerder stelt dat de tandarts zonder toestemming van [betrokkene] heeft gehandeld en dat de rechtshandeling ongeldig is, omdat het beschermingsbewind geregistreerd staat en de tandarts dit had moeten weten.

De kantonrechter overweegt dat volgens artikel 1:439 lid 1 BW de ongeldigheid van de rechtshandeling alleen kan worden tegengeworpen aan een derde als deze het bewind kende of had behoren te kennen. De kantonrechter oordeelt dat de tandarts, gezien de openbare registers, het bewind had moeten kennen en dus geen beroep kan doen op derdenbescherming. De kantonrechter wijst de vordering van Infomedics af, omdat de bewindvoerder zich kan beroepen op de ongeldigheid van de rechtshandeling. Infomedics wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de bewindvoerder op nihil worden begroot, aangezien deze zonder professioneel gemachtigde procedeert.

Het vonnis is gewezen op 6 juli 2021 door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 9123288 \ CV EXPL 21-1544
Vonnis van 6 juli 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap
INFOMEDICS B.V., mede handelend onder de namen
INFOMEDICS FACTORING, UWNOTA.NL, DFA SERVICES EN INFOMEDICS DFA,gevestigd en kantoorhoudende te Almere,
eisende partij, hierna te noemen Infomedics,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders
tegen
de vennootschap onder firma
M&G BEWINDVOERING,in haar hoedanigheid van beschermingsbewindvoerder over de goederen van
[betrokkene],
kantoorhoudende te Zwolle,
gedaagde partij, hierna te noemen de bewindvoerder, respectievelijk [betrokkene] ,
verschenen in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 8 maart 2021;
- de e-mail van de bewindvoerder, aangemerkt als conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de brief van de bewindvoerder, aangemerkt als conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
De goederen van [betrokkene] staan onder bewind.
2.2.
[betrokkene] heeft op 11 augustus 2020 een behandeling ondergaan bij Tandartspraktijk Elburg (hierna: de tandarts). De tandarts heeft de vordering op [betrokkene] die hieruit is ontstaan overgedragen aan Infomedics. Infomedics heeft op 17 augustus 2020 een factuur van € 38,49 naar [betrokkene] verzonden. De bewindvoerder heeft de factuur niet betaald.
Wat wil Infomedics?
2.3.
Infomedics wil dat de bewindvoerder de factuur betaalt, plus rente en kosten. Infomedics vordert daarom dat de bewindvoerder wordt veroordeeld tot het betalen van een bedrag van € 78,87. Dit bedrag bestaat uit € 38,49 aan hoofdsom, € 0,38 aan wettelijke rente tot 2 maart 2021 en € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast vordert Infomedics de wettelijke rente over € 78,87 vanaf 2 maart 2021 tot de dag van volledige betaling en veroordeling van de bewindvoerder in de proceskosten.
Wat vindt de bewindvoerder?
2.4.
De bewindvoerder voert aan dat [betrokkene] zonder toestemming naar de tandarts is gegaan. Het beschermingsbewind over de goederen van [betrokkene] staat ingeschreven in het curatele- en bewindregister, dus de tandarts had het bestaan van het bewind behoren te kennen. De rechtshandeling van [betrokkene] is dus ongeldig, aldus de bewindvoerder. Op 2 februari 2021 heeft de bewindvoerder een e-mail aan Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders gestuurd, waarin zij heeft laten weten de factuur niet te zullen betalen en de rechtshandeling van [betrokkene] te willen vernietigen.

3.De beoordeling

Wat vindt de kantonrechter van de zaak?

3.1.
Artikel 1:439 lid 1 BW bepaalt dat de ongeldigheid van de rechtshandeling een derde slechts kan worden tegengeworpen, indien deze het bewind kende of had behoren te kennen. In artikel 1:440 lid 1 BW is bepaald: “Schulden die voortspruiten uit een handeling, tijdens het bewind met of jegens de rechthebbende, anders dan in overeenstemming met artikel 438, tweede lid, verricht door een schuldeiser die het bewind kende of had behoren te kennen, kunnen niet op de onder het bewind staande goederen worden verhaald. (…)”
3.2.
Of een derde het bewind behoorde te kennen, hangt er van af of het bewind is gepubliceerd (zie art. 1:436 lid 3 BW). Daarnaast zijn de feitelijke omstandigheden van belang. In geval van publicatie zal de derde moeten stellen en bewijzen dat hij desalniettemin het bewind niet kende en ook niet behoorde te kennen.
3.3.
In reactie op het verweer van de bewindvoerder heeft Infomedics aangevoerd dat de bewindvoerder pas op 28 oktober 2020 aan de tandarts heeft laten weten dat de goederen van [betrokkene] onder bewind staan. Infomedics betwist niet dat het bewind in de registers stond ingeschreven. De registers zijn eenvoudig doorzoekbaar en gratis te raadplegen. Van de tandarts mag worden verwacht dat hij het register raadpleegt. Hij behoort daarom het in het openbaar register ingeschreven feit te kennen en kan om die reden geen beroep doen op de derdenbescherming van artikel 1:439 lid 1 BW.
3.4.
Infomedics voert aan dat [betrokkene] pijn had en daarom een behandeling heeft ondergaan. De behandeling van 11 augustus 2020 en onderhavige factuur zien echter op een consult en het maken van röntgenfoto’s. De werkelijke behandeling heeft pas plaatsgevonden op 8 oktober 2020. De behandeling op 11 augustus 2020 had kennelijk niet zoveel spoed dat de tandarts zijn zorgplicht zou verzaken door te wachten op toestemming van de bewindvoerder.
3.5.
De kantonrechter volgt Infomedics niet in haar stelling dat de röntgenfoto’s gemaakt moesten worden om te voldoen aan de informatieplicht van artikel 7:448 BW. Niet in geschil is dat de tandarts een informatieplicht heeft. Het feit dat de tandarts de patiënt dient te informeren over de toekomstige behandeling, is niet relevant voor de vraag waar het hier om gaat, namelijk of Infomedics, althans de tandarts, een beroep op derdenbescherming toekomt. Die vraag is ontkennend beantwoord.
3.6.
Gelet op het voorgaande kan de bewindvoerder zich beroepen op de ongeldigheid van de rechtshandeling. De kantonrechter zal de vordering van Infomedics dan ook afwijzen.
De proceskosten
3.7.
Infomedics wordt in het ongelijk gesteld en wordt daarom veroordeeld in de proceskosten. Deze worden aan de zijde van de bewindvoerder begroot op nihil, nu zij zonder professioneel gemachtigde procedeert.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vordering af;
4.2.
veroordeelt Infomedics in de proceskosten, aan de zijde van de bewindvoerder begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2021.